Schriftelijke vraag betreffende het videobewakingsplatform van safe.brussels
- Indiener(s)
- Mathias Vanden Borre
- aan
- Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 1108)
| Datum ontvangst: 09/08/2023 | Datum publicatie: 07/11/2023 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 25/10/2023 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 14/09/2023 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
| Vraag | Het videobewakingsplatform is actief sinds 2016 en omvat momenteel vier politiezones: Marlow, Polbru, Zuid en Brussel-West.
Het is niet mogelijk om de beelden structureel te delen, aangezien enkel de politiezone Marlow en de Haven van Brussel de overeenkomst hebben ondertekend. Bij de algemene toelichting van de begroting 2022, ging het CIBG het onderhoud en de evolutie van het gewestelijk platform voor videobewaking voortzetten en in samenwerking met safe.brussel beginnen met de integratie van de beelden van de NMBS. Bij de algemene toelichting van de begroting van dit jaar, lezen we niks over de integratie van de beelden van de NMBS. Het vermeldt wel dat “het videobewakingsplatform zich verder zal ontwikkelen door de beelden van de MIVB te integreren en de uitwisseling met de federale politie te bevorderen”.
|
| Antwoord | Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen: In het licht van de digitale transitie heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ervoor gekozen om gebruik te maken van "smart city"-technologieën om de veiligheid van zijn burgers te verbeteren. De ordonnantie van 28 mei 2015 waarbij Brussel Preventie & Veiligheid (safe.brussels) werd opgericht, gewijzigd door de ordonnantie van 4 april 2019, getuigt van deze keuze. Daarnaast is het delen van camerabeelden ook volledig in lijn met de uitvoering van de prioriteiten van de opeenvolgende GVPP's. De uitwerking en de inwerkingtreding van eerder vermelde wijzigingsordonnantie vond plaats in een bijzondere context waarin het wettelijk kader voor gegevensbescherming in volle omwenteling was. Zo zou de Privacycommissie, die een advies had uitgebracht over het ontwerp van wijzigende ordonnantie nadien verdwijnen en vervangen worden door de Gegevensbeschermingsautoriteit (Data Protection Authority, DPA). Daarnaast voorzag de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens in de oprichting van het Controleorgaan op de politionele informatie (COC), belast met de bewaking van het beheer van de politionele informatie en de controle van de wettelijkheid van haar gegevens en verwerking. Dat is het equivalent van de gegevensbeschermingsautoriteit, maar dan voor politiegegevens. Dit orgaan is bevoegd om op eigen initiatief of op verzoek adviezen en aanbevelingen uit te brengen over de verwerking en uitwisseling van politiegegevens, waaronder beelden van camera's in de politiezones. De Europese en federale wetgevers hebben de verwerking van persoonsgegevens door politiediensten, waarvan het gebruik van bewakingscamera's een vorm is, strikt gereglementeerd om de eerbiediging van het recht op privacy van de burgers bij de uitvoering van gerechtelijke en administratieve politieopdrachten te waarborgen. Bij de uitwisseling van camerabeelden is het videobewakingsplatform een essentieel onderdeel van het evenementenbeheer en de operationele coördinatie van de veiligheids- en hulpdiensten bij grote crisissen en rampen. Hoewel politiezones altijd al via technische gateways konden worden aangesloten op het Brusselse videobewakingsplatform, moet aan het COC worden aangetoond dat er aanvullende veiligheidsgaranties bestaan en dat zal ook in de toekomst zo blijven. Dit betekent dat het model voor de lidmaatschapsovereenkomst waarin de huidige ordonnantie voorziet, werd herzien om beter aan te sluiten bij de huidige operationele en juridische realiteit. Dit is het resultaat van een samenwerking tussen de politiezones en safe.brussels. Om ervoor te zorgen dat dit gewestelijk project volledig in overeenstemming is met het wettelijk kader voor de bescherming van persoonsgegevens, zullen tot slot een aantal aanpassingen worden doorgevoerd door middel van een wijzigingsordonnantie. De NMBS zou in deze context een geassocieerd lid kunnen worden van het Brussels videobewakingsplatform, op voorwaarde dat het Strategisch Comité van het platform hiermee instemt. Er moeten nog besprekingen worden gevoerd met de NMBS over de technische oplossingen die nodig zijn om hun videobewakingscamera's te integreren in het systeem voor het delen van beelden en gegevens. De MIVB is ambtshalve lid van het Brussels videobewakingsplatform. In werkelijkheid beschikt de MIVB hoofdzakelijk over bewakingscamera's die geplaatst zijn op gesloten plaatsen die toegankelijk zijn voor het publiek en die gereglementeerd zijn door de camerawet. Deze wet, gewijzigd door de wet van 3 augustus 2012, bepaalt dat de politie in real time vrije en kosteloze toegang heeft tot de beelden van de camera's die opgesteld staan op het MIVB-netwerk. De modaliteiten van deze vrije toegang tot de beelden zijn vastgelegd in protocolakkoorden. De MIVB deelt haar beelden met een politiezone die verbonden is via een technische gateway. Ten slotte worden beelden soms via het platform gedeeld met de spoorwegpolitie (SPC), voornamelijk op vraag van de Brusselse federale politie (bijvoorbeeld beelden van drones). Dit gebeurt in het kader van eenmalige evenementen van beperkte duur (tijdelijke verbinding). |