Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de impact van de Green Deal in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1521)

 
Datum ontvangst: 28/08/2023 Datum publicatie: 07/11/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 18/10/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
14/09/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    In november 2019 nam het Europees Parlement een resolutie aan waarin de klimaatnoodtoestand werd uitgeroepen. Daarin werd de Europese Commissie verzocht zich aan te sluiten bij de doelstelling om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C en om de koolstofuitstoot aanzienlijk te verminderen. Als reactie op dit verzoek, heeft de Europese Commissie de Europese Green Deal uitgewerkt, een routekaart gericht op het bereiken van klimaatneutraliteit in Europa tegen 2050.

Onlangs werd op initiatief van de EU-instellingen een Europees netwerk van regionale en lokale raadsleden opgericht om Europa dichter bij de lokale gemeenschappen te brengen, standpunten uit te wisselen en meer bekendheid te geven aan wat Europa op lokaal niveau kan doen.
  • Hoe bent u van plan de doelstellingen van de Europese Green Deal op te nemen in uw beleid en acties?

  • Welke specifieke initiatieven hebt u reeds ondernomen om de overgang naar een groene en duurzame economie in lijn met de Green Deal te ondersteunen?

  • Wat zijn de voornaamste sectoren van de Brusselse economie waarop deze deal een impact zal hebben en welke maatregelen worden genomen om deze overgang in deze sectoren te bewerkstelligen?

  • Werkt u samen met andere Europese steden om goede praktijken uit te wisselen en de positieve effecten van de Green Deal te maximaliseren?

  • Wat zijn de specifieke uitdagingen voor Brussel en welke strategieën zijn gepland om deze te overwinnen?

  • Hoe bent u van plan de voortgang van de uitvoering van de Green Deal te meten en te evalueren?

 
 
Antwoord    1
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft haar nieuwe Lucht-, Klimaat- en Energieplan (LKEP) in derde en laatste lezing goedgekeurd op 27 april 2023. In het plan is het verhoogde engagement verwerkt en wordt het Brusselse klimaatbeleid versterkt met nieuwe maatregelen die de gewestelijke emissiereductiedoelstelling optrekken tot 47% tegen 2030. Het is nu tijd om het LKEP operationeel te maken en deze maatregelen uit te voeren. Tegelijkertijd levert het LKEP ook input voor de huidige bijwerking van het Belgische NEKP voor wat het Brusselse deel ervan betreft.

2
Shifting Economy is de gewestelijke strategie voor Economische Transitie 2022-2030, die in juli 2022 werd gelanceerd op initiatief van de staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die onder meer bevoegd is voor Economische Transitie. Die strategie is bedoeld om een paradigmaverschuiving teweeg te brengen om te zorgen voor de ontwikkeling van een lokale, duurzame en veerkrachtige economie die tegemoetkomt aan de behoeften van inwoners en ondernemers.

Alle informatie over deze strategie is beschikbaar op de website https://shiftingeconomy.brussels/.

3
Om terug te komen op het Lucht-, Klimaat- en Energieplan dat, zoals hierboven uitgelegd, voortvloeit uit de Green Deal: het bevat ambitieuze doelstellingen voor het Gewest, niet alleen op het vlak van klimaat, maar ook op het vlak van energie en luchtkwaliteit. Het is in het bijzonder gericht op de sectoren die de meeste broeikasgassen en luchtverontreinigende stoffen uitstoten.
 
Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de sector van de gebouwen, die verantwoordelijk is voor 55% van de directe broeikasgasuitstoot in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het transport (24%) en de industriële activiteiten, voornamelijk in de energiesector via de verbranding van huishoudelijk afval met elektriciteitsproductie (8%).
 
In het LKEP wordt ook de nadruk gelegd op de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen, met name door de invoering van steun voor de oprichting van energiegemeenschappen, de installatie van een biomethanisatie-eenheid in 2026 en de ontwikkeling van een plan voor de geleidelijke afschaffing van fossiele brandstoffen tegen 2050.
 

Om te voorkomen dat de vermindering van de directe uitstoot van het Gewest resulteert in een toename van de indirecte uitstoot, zijn er ook maatregelen gepland om de indirecte uitstoot te verminderen volgens een traject dat vergelijkbaar is met dat van de directe uitstoot. Het gaat dus ook om de sectoren voeding, consumptie van goederen en diensten en de digitale sector.

4
Het Gewest is lid van verschillende netwerken van Europese steden die actief zijn op het gebied van klimaat, zoals Energy Cities, ICLEI (sinds 2010), Eurocities en andere.


Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest neemt ook deel aan het programma ‘klimaatneutrale en slimme steden’, dat honderd steden samenbrengt in het kader van het onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon Europe van de Europese Unie.

Bovendien neemt Leefmilieu Brussel actief deel aan gecoördineerde acties georganiseerd door de Europese Commissie om de lidstaten te voorzien van de instrumenten die ze nodig hebben om de Europese verplichtingen na te komen. Dat is het geval voor hernieuwbare energie, energie-efficiëntie, de energieprestaties van gebouwen, enz.

5
De specifieke uitdagingen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de strategische maatregelen om ze aan te gaan, worden beschreven in het nieuwe LKEP dat de regering op 27 april 2003 heeft goedgekeurd, en kunnen worden geraadpleegd op de website van Leefmilieu Brussel (
http://leefmilieu.brussels).
6
Via de klimaatordonnantie van 17 juni 2021 wordt gebouwd aan een gewestelijke klimaatgovernance door nieuwe bepalingen in het BWLKE op te nemen.

Er is een comité van onafhankelijke klimaatdeskundigen ingesteld, dat moet nagaan of de gewestelijke beleidsinitiatieven en maatregelen in overeenstemming zijn met de klimaatdoelstellingen. Het comité stelt jaarlijks een evaluatierapport op, waarvan de eerste editie in maart 2023 werd gepubliceerd.