Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende vernieuwing en onderhoud van het rioleringsnetwerk in het Brussels Gewest

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1541)

 
Datum ontvangst: 18/09/2023 Datum publicatie: 07/11/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord: 26/10/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
25/09/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
26/10/2023 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    In het licht van de hittegolf die we in België hebben meegemaakt wil ik, met het oog op waterbesparing, even terugkomen op de staat en het onderhoud van de riolering in het Brussels Gewest.
  • In welke staat bevindt zich de riolering in het Brussels Gewest? Hoeveel zijn er dringend aan renovatie toe en waar liggen ze? Wanneer zullen ze worden gerenoveerd?

    • Wat is de precieze uitsplitsing van de toestand van de leidingen, de lekken en de herstellingen in uitvoering?

  • Wat is het jaarlijkse renovatiepercentage?

  • Hoeveel ongevallen en rioolbreuken gebeuren er jaarlijks als gevolg van de slechte staat van de riolen?

 
 
Antwoord    1.
VIVAQUA stelt sinds 2008 een stand van zaken van het rioleringsnet van de 19 Brusselse gemeenten op (waarvan ze in het begin van de jaren 2000 het beheer geleidelijk heeft overgenomen).
Die inspecties resulteren in een indeling van elk rioolgedeelte op basis van de mate van veroudering ervan en de bijbehorende inzakkingsrisico’s. De schaal voor de beoordeling van de te beogen interventies loopt van klasse 0 tot klasse 5, met als doel prioriteit te geven aan interventies op de meest verouderde rioolgedeelten.
Op basis van de uitgevoerde inspectiecampagnes concludeert VIVAQUA dat 25% tot 30% van de geanalyseerde delen kan worden gecategoriseerd als verouderd, d.w.z. dat ze grondig moeten worden gerenoveerd. Daarvan moet 12% dringend worden gerenoveerd.

Een van de ambities van VIVAnext, het strategisch plan van VIVAQUA dat in 2019 is gelanceerd, was om een volledig zicht te krijgen op de toestand van het rioleringsnet. Op het moment van de lancering van het strategisch plan VIVAnext in 2019 bedroeg het kennispercentage van de toestand van het rioleringsnet 44%. Sinds de start van het inspectieprogramma is 1.809 km riool geïnspecteerd en geanalyseerd, wat neerkomt op 95% van het hele net.

Het is de bedoeling om tegen 2025 een volledige stand van zaken te hebben van het rioleringsnet, met name dankzij het gebruik van nieuwe inspectietechnieken (zoals Hydrozoom).

Zoals hierboven vermeld, is VIVAQUA van mening dat 12,2% (d.w.z. 220 km) van het rioleringsnet momenteel een dringende interventie behoeft. Aangezien VIVAQUA werkt aan volledige weggedeelten, die zowel rioolgedeelten van klasse 4 en 5 als rioolgedeelten in een minder verslechterde staat kunnen omvatten, kan een correctiefactor van +/- 20% worden aanvaard. Met meer dan 250 km gedeelten die dringend aan renovatie toe zijn, heeft VIVAQUA een portefeuille van werken die meer dan 10 jaar duren, als we een renovatiecapaciteit van 15 km per jaar rekenen, crisisjaren zoals 2022 en 2023 niet meegerekend.
De Brusselse gemeenten zijn zich allemaal bewust van het probleem, maar VIVAQUA stelt vast dat een groter deel van de gedeelten die dringend aan renovatie toe zijn, zich in de eerste kroon bevinden, gezien de hogere leeftijd van de infrastructuur daar.
Het precieze tijdschema voor de werken hangt sterk af van de gemeentelijke of gewestelijke projecten en de vergunningen voor wegenwerken. Dat komt omdat de lijsten met geplande werken relatief dynamisch zijn, aangezien de werken soms gekoppeld zijn aan gewestelijke of gemeentelijke projecten waarvan de timing kan veranderen in functie van verschillende factoren (of de wegbeheerder al dan niet een stedenbouwkundige vergunning heeft gekregen, of er tegelijkertijd andere werken worden uitgevoerd waardoor uitstel vereist is, of er andere dringende zaken zijn opgedoken, beleidskeuzes, enz.).
Om te kunnen anticiperen op investeringen op de langere termijn en om het risico op inzakking van de meest kwetsbare riolen te beperken, werkt VIVAQUA momenteel aan een tienjarenplan om de prioriteit te geven aan de riolen met het grootste risico.
2.
Bijgevoegd is een uitsplitsing van de indeling van het rioleringsnet aan het einde van juli 2023.


Wat herstellingen betreft, waren er in 2021 in totaal 215 geplande saneringswerken (d.w.z. exclusief noodinterventies na een incident op het net, zie antwoord op vraag 4) aan de gang. Voor het jaar 2022 waren dat er 127.

Wat herstellingen betreft, heeft VIVAQUA in 2021 in totaal 17,172 km riolering (of 16,175 km zonder de renovatie van de spuien van de Zenne mee te tellen) en 3.432 aansluitingen gerenoveerd.
In 2022 heeft VIVAQUA in totaal 15,784 km riolering (of 14,798 km zonder de renovatie van de spuien van de Zenne mee te tellen) en 2.489 aansluitingen gerenoveerd.
3.
Zoals u weet, heeft de atypische en onstabiele economische situatie VIVAQUA ertoe aangezet om, in het nieuwe investeringsplan voor te stellen om haar engagement te beperken tot het jaar 2023 om te vermijden dat de renovatiepercentages van haar netten meermaals zouden worden herzien. Voor 2023 is een vernieuwingspercentage voor sanering van 0,64% voorgesteld.

Voor 2024 voorspelt VIVAQUA een vernieuwingspercentage van 0,73%. Om een begroting voor 2024 voor te kunnen stellen die in overeenstemming is met het begrotingstraject en dus met het meerjareninvesteringsplan (MIP) voor 2021-2026, en rekening houdend met de aanzienlijke inflatie van materialen en lonen, zijn de geprogrammeerde projecten geselecteerd op hun hogere risico, maar wel rekening houdend met hun haalbaarheid.
4.
Zoals eerder aangegeven (antwoord op uw schriftelijke vraag nr. 1392), is VIVAQUA in 2022 in totaal 96 keer tussengekomen voor incidenten op het saneringsnet (riolen, collectoren, aansluitingen). In 2021 ging het om 62 interventies en in 2020 om 94 interventies. Het is belangrijk om te benadrukken dat de meeste van die interventies betrekking hadden op aansluitingen (van de woningen op het rioleringsnet), wat gepaard gaat met kleinschaligere werkzaamheden.