Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de stand van de samenwerking met de federale staat en de Franse en Vlaamse gemeenschap met betrekking tot het Kanal-project

Indiener(s)
Pierre-Yves Lux
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 1178)

 
Datum ontvangst: 19/09/2023 Datum publicatie: 07/11/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord: 07/11/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
25/09/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    In de studie die in maart jongstleden verschenen is in Brussels Studies, getiteld "Federal capitals and national cultural institutions. Lessons for Brussels from the examples of Berlin, Brasilia, Canberra and Ottawa" verwijzen de auteurs naar het Kanal-museum als illustratie van het gebrek aan samenwerking tussen het cultuurbeleid van het gewest en dat van de federale staat en de gemeenschappen.

In 2018 verklaarde Zuhal Demir, staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid (NV-A), dat ze gekant was tegen de tentoonstelling van federale collecties (of delen van collecties) in Kanal, waardoor het project zich noodgedwongen tot onze Franse buren wendde en een overeenkomst sloot met het Centre Pompidou. De deur werd wel op een kier gelaten door de federale regering, die op dat moment zei dat ze misschien akkoord kon gaan met het uitlenen van individuele werken voor tijdelijke tentoonstellingen.

In de algemene beleidsnota "Herstel en Wetenschapsbeleid" die eind 2021 aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers werd voorgelegd, ontdekten we echter dat Thomas Dermine, de huidige staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen, belast met Wetenschapsbeleid (PS), een interessante opening had gelaten voor een mogelijke samenwerking met Kanal. In de eerste helft van 2022, na de aanstelling van de artistiek directeur, zouden er gesprekken ten gronde plaatsvinden.

Kunt u ons hier meer over vertellen? Zijn er contacten geweest? Wat waren de conclusies? Is er al een samenwerking opgestart?

Hoe zit het met de contacten met de Franse en Vlaamse Gemeenschap?

 
 
Antwoord    Zoals u weet, worden de activiteiten van de Stichting Kanal geregeld door de nieuwe beheersovereenkomst die de Stichting en het Gewest bindt en afgelopen juli door de regering werd goedgekeurd.

Wat de ontwikkeling van haar museumactiviteiten betreft, bepaalt artikel 5.1.3 dat het Centre Pompidou, waarmee de Stichting een partnerschapsovereenkomst heeft gesloten, steeds de voornaamste partner vormt. Datzelfde artikel bepaalt voorts dat de Stichting synergieën en partnerschappen zal ontwikkelen met andere in Brussel gevestigde instellingen, in het bijzonder instellingen die onder de bevoegdheid van de federale overheid of andere gefedereerde entiteiten vallen.

Ik ga niet terugkomen op alles wat hieraan vooraf is gegaan. Dat is u welbekend en ook in uw vraag wordt ernaar verwezen.  

Ik wil alleen nog toevoegen dat - tot spijt van al diegenen die deze keuze destijds bekritiseerden - we deze ambitieuze keuze vandaag des te minder betreuren, nu we weten dat het Centre Pompidou zijn deuren voor drie of vier jaar zal moeten sluiten voor ingrijpende renovatiewerkzaamheden op het moment dat Kanal zijn deuren zal openen. De kans die Brussel op die manier krijgt om een aantal stukken uit de vaste collecties van het Centre, die normaal nooit uitgeleend worden, tentoon te stellen mag uniek en uitzonderlijk genoemd worden.

Wat de Belgische instellingen betreft, is zoals dit regelmatig in het Parlement in herinnering is gebracht, de Stichting op zoek naar dergelijke synergieën, afhankelijk van de projecten die ze onderneemt en haar programmering. Ik kan dus bevestigen dat er geleidelijk aan betrekkingen worden aangeknoopt met culturele instellingen van de Gemeenschappen en de federale overheid naarmate het programma voor de opening van de instelling die, ik herinner u eraan, nu gepland is voor het najaar van 2025, vorm krijgt.  Rekening houdend met de stapsgewijze uitwerking van het openingsprogramma en de belangstelling voor bepaalde werken die Kanal zal trachten uit te lenen, zullen waarschijnlijk geval per geval synergieën worden overwogen die het mogelijk zullen maken om tentoonstellingen of activiteiten te organiseren.

Hoewel de huidige beheersovereenkomst blijk geeft van een zeer ambitieus beleid voor de samenstelling van een hedendaagse kunstcollectie, zult u vaststellen dat ze er in dit stadium nog niet in voorziet kunstwerken uit andere collecties op een gestructureerde of structurele wijze te verwelkomen. Het zal u inderdaad niet ontgaan zijn dat er al bijna een jaar geen gesprekspartner meer is namens de musea voor kunst en geschiedenis, ook al heeft de staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid constructieve gesprekken op gang gebracht in antwoord op de verzoeken van het Gewest om nieuwe synergieën tot stand te brengen. Sindsdien is er niets en met name geen enkele bijzondere overeenkomst getekend kunnen worden.

Tot slot wil ik erop wijzen dat de nieuwe beheersovereenkomst de basis heeft gelegd voor de promotie van een nieuwe opslaglocatie waarvoor de Stichting Kanal werd gevraagd om samen te werken met Citydev.brussels, om tegemoet te komen aan haar eigen behoeften, maar ook aan de behoeften voor het onderbrengen van kunstcollecties en archieven van instellingen die aanwezig zijn in Brussel, of het nu gaat om gewestelijke, gemeentelijke, gemeenschaps- of, waarom ook niet, federale instellingen. Op 16 oktober keurde de Raad van Bestuur van de Stichting Kanal een eerste voorstel goed voor de programmering van deze locatie, die de volgende regering ongetwijfeld zal moeten bevestigen en de financieringswijze ervan zal moeten goedkeuren.