Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de vergunning voor het kappen van een zestigtal bomen op Propriété Pirenne in Ukkel

Indiener(s)
Ingrid Parmentier
aan
Ans Persoons, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 906)

 
Datum ontvangst: 21/09/2023 Datum publicatie: 07/11/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord: 20/10/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
25/09/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    De Propriété Pirenne, gelegen aan de Floridalaan 125 in Ukkel, staat op de inventaris van architecturaal erfgoed1. Zoals aangegeven in de aanvraag tot bescherming2 is het landhuis prachtig geïntegreerd in zijn landschapspark van 1,46 hectare en gaat het al tientallen jaren harmonieus op in deze groene wijk van Ukkel. Het gebouw werd door Adolphe Pirenne ingenieus ingebed in het zacht glooiende terrein, wat het bijzonder aantrekkelijk maakt. Het geheel is een uitzonderlijk landschapspark door zijn omvang en het aantal oude en opmerkelijke bomen dat er staat.

Het eigendom maakt het voorwerp uit van een restauratie- en nieuwbouwproject. Er werd een eerste vergunningsaanvraag ingediend (16/PFU/176500), maar na de adviezen van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML), urban.brussels en de overlegcommissie diende de aanvrager in februari 2022 een aanvraag in om het project te wijzigen op basis van artikel 177/1 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO). Er werd een openbaar onderzoek gehouden, een nieuwe overlegcommissie belegd en in december 2022 werd een vergunning afgegeven.

In februari 2023 stelde urban.brussels een proces-verbaal van overtreding op naar aanleiding van het kappen van vier bomen zonder vergunning, na te zijn gewaarschuwd door het buurtcomité en de gemeente.

In juli 2023 werd opnieuw een wijziging van de vergunning aangevraagd en die aanvraag werd ingewilligd.

Deze aanvraag bevat echter niet alleen onbeduidende wijzigingen: ze omvat de regularisatie van de vermelde onregelmatige kap en de kap van een dertigtal extra bomen boven op wat al gepland was.

Mevrouw de staatssecretaris, mijn vraag luidt als volgt:

  • Hoe heeft men deze wijzigingsvergunning kunnen afleveren zonder bijkomend openbaar onderzoek en zonder voorafgaande raadpleging van de gemeentelijke diensten van Ukkel, gelet op de omvang van de wijzigingen?

 
 
Antwoord    Het gaat niet om een wijzigingsvergunning, maar eerder om een nieuwe aanvraag. Alle elementen die hebben geleid tot het nieuwe vellen van bomen zijn nieuw in vergelijking met de bestaande situatie zoals ze in de eerste vergunning werd ingeschat (verslechterde gezondheid van de fijnsparren, wilgenzaailingen die werden verwijderd tijdens een eerste opschoning van het gebied).

De instanties werden niet geraadpleegd omdat de in de aanvraag geplande werken het voorwerp hebben uitgemaakt van een procedure van “geringe omvang’, zoals voorzien in de artikelen 35/36/2 2° (het vellen van hoogstammen die dood zijn of in slechte gezondheid verkeren) en 35/19 1° (de verwijdering van elementen van een beschermd goed die op zichzelf de beschermingsmaatregel niet verantwoorden en die niet bijdragen tot de erfgoedkundige waarde van het beschermd goed) van Titel III van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 november 2008, zoals gewijzigd door het besluit van 17 maart 2022. Bijgevolg zijn de werken vrijgesteld van het advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML), Brussel Mobiliteit, Leefmilieu Brussel, de gemeente, de overlegcommissie, de speciale regelen van openbaarmaking en de tussenkomst van een architect.

Er zijn twee groepen gevelde bomen. De eerste is een rij van fijnsparren aan de rand van het naastliggende eigendom. Een spontaan in de bomenrij gegroeide esdoorn werd ook geveld omdat hij alleen zou achterblijven en onstabiel zou worden.

De tweede groep bestaat uit spontaan gegroeide wilgen en esdoorns waarvan de wortels in de funderingen van de voormalige serres groeien en waarvan de bescherming niet gerechtvaardigd is, net als de twee bomen nabij de toekomstige ingang die te dichtbij het toekomstige gebouw staan en beschadigd zouden worden door de werken.

In het gebied van de gevelde wilgen (33 natuurlijke zaailingen in de funderingen van de voormalige serres) bevat het geplande terreinplan 11 bomen. Het project plant een grote open ruimte als bloemenweide. Zo kan het licht invallen op de serre, die zal worden heropgebouwd.

De vier bomen die bij vergissing werden geveld en moeten worden geregulariseerd, worden vervangen door drie kersenbomen en één taxus.

In de bomenrij langs de toegang worden 23 zuilvormige zomereiken aangeplant.

Enkel de bomen aan de ingang worden niet vervangen omdat ze worden gekapt door een gebrek aan plaats van zodra het gebouw wordt opgetrokken.