Schriftelijke vraag betreffende de parkeerretributies voor voertuigen met een buitenlandse nummerplaat
- Indiener(s)
- Marc Loewenstein
- aan
- Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1730)
| Datum ontvangst: 21/09/2023 | Datum publicatie: 07/11/2023 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 23/24 | Datum antwoord: 30/10/2023 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 28/09/2023 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
| Vraag | In het Brussels Gewest wordt het parkeren gereglementeerd voor alle voertuigen, of ze nu in België dan wel in het buitenland zijn ingeschreven. De inning van de retributies levert geen bijzondere problemen op voor voertuigen met een Belgische nummerplaat, maar dat is niet het geval voor Brusselaars wier voertuig in het buitenland ingeschreven is. Dat heeft enerzijds een impact op de ontvangsten van parking.brussels en de gemeenten en kan anderzijds een gevoel van straffeloosheid en ongelijke behandeling creëren.
|
| Antwoord | De inning van retributies van buitenlandse nummerplaten is inderdaad een belangrijke uitdaging. Voor 2021 bedroegen de ontbrekende achterstallige inkomsten uit retributies met betrekking tot voertuigen ingeschreven in het buitenland € 4.652.964,33 (7,67% van de totale inkomsten). In 2022 bedroeg dit € 6.153.981,71 (12,21% van de totale inkomsten). Voor 2023 bedraagt dit momenteel € 6.679.155,02 (14,54% van de totale inkomsten). De cijfers van de gerechtsdeurwaarders werden vastgesteld op 5/10/23 en de omzet op 30/09/23. Alle bedragen werden reeds ingeschreven in waardevermindering, momenteel opgemaakt als zijnde mogelijks oninbaar tot bijna 100%. Voor 2021: € 4.652.964,33. Voor 2022: € 6.153.981,71. Voor 2023: we beschikken nog niet over dit cijfer. Helaas zijn de middelen van parking.brussels voor het invorderen van retributies gelinkt aan buitenlandse nummerplaten erg beperkt. In tegenstelling tot verkeersboetes is er geen Europese richtlijn (grensoverschrijdende richtlijn) die een vereenvoudigde invordering van deze retributies mogelijk maakt, omdat ze civielrechtelijk en niet strafrechtelijk van aard zijn. In 2019 heeft het Parkeeragentschap een dienstenopdracht gesloten met deurwaarderskantoor Modero. Sindsdien zijn zij verantwoordelijk voor het invorderen van bedragen in verband met parkeerretributies voor voertuigen die in het buitenland zijn ingeschreven. Hun werk werd onder meer gemakkelijker gemaakt door bilaterale overeenkomsten met Frankrijk en Nederland, waardoor ze sinds juni 2022 toegang hebben tot de DIV-databanken van deze landen. Dit is een bijzonder interessante ontwikkeling voor het Agentschap, aangezien van de 5 landen die samen 74,3% van de retributies gelinkt aan buitenlandse nummerplaten vertegenwoordigen, Frankrijk op de eerste plaats staat, gevolgd door Nederland en daarna Roemenië, Polen en Duitsland. Zolang er geen richtlijn omtrent de invordering van civiele schuldvorderingen wordt aangenomen en in ons recht wordt omgezet, zal het voor het Agentschap moeilijk blijven om dit soort invorderingen uit te voeren. In de tussentijd is het uiteraard wenselijk om nog meer overeenkomsten met andere landen te sluiten om toegang te krijgen tot hun DIV-databanken. Bovendien heeft de raad van bestuur van het Parkeeragentschap opdracht gegeven om een analyse te maken van de opties voor het invorderen van retributies gelinkt aan buitenlandse nummerplaten. Die analyse is nog steeds aan de gang en peilt onder meer naar de operationaliteit en de internalisering van oplossingen. |