Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de nieuwe beheersovereenkomst met Kanal

Indiener(s)
Pierre-Yves Lux
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 1185)

 
Datum ontvangst: 19/09/2023 Datum publicatie: 07/11/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord: 07/11/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
29/09/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   
De nieuwe beheersovereenkomst 2024-2028 met het museum Kanal werd eind juli laatstleden gesloten.

Kunt u de belangrijkste toevoegingen en verschillen tussen de nieuwe en de vorige beheersovereenkomst toelichten?

 

 
 
Antwoord    In antwoord op uw vraag kan ik u de volgende elementen meedelen zoals die voorkomen in de nieuwe Beheersovereenkomst met de Stichting Kanal voor de periode 2024-2028. Deze berust op drie opdrachten:

De eerste opdracht van Kanal is toezien op de ontwikkeling van de nieuwe pijler in het Brussels gewestelijk kunst- en cultuurbeleid. Concreet is dit de opdracht die verband houdt met de culturele en artistieke programmering van de instelling. Deze programmering wordt geacht levend en open te zijn, met impulsen voor alle kunstdisciplines en expressievormen van de hedendaagse kunst. De cultuurprogrammering van Kanal moet een internationale dimensie krijgen in dienst van de promotie en de uitstraling van de Brusselse culturele scène en er moet een museum voor moderne en hedendaagse kunst komen met een Brusselse, gewestelijke en nationale dimensie, waarbij ook de stichting CIVA aansluiting moet vinden bij de ontwikkeling van Kanal, zowel architecturaal als programmatisch. Concreet zijn aan deze opdracht acht doelstellingen verbonden die zelf gekoppeld zijn aan prestatie-indicatoren. In het kort zijn de doelstellingen de volgende:

De verdere activiteiten programmeren voor de jaren 2024 en 2025 tijdens de werken. De Stichting Kanal zal een tentoonstellingsbeleid moeten voeren en het publiek verwelkomen in de ruimten rond de site, waaronder het K1-gebouw en het Maison du Projet, of via deconcentraties. Ze moet de in gebruik genomen ruimten een bestemming geven die beantwoordt aan de ambitie van de verwachte herbestemming door middel van een gediversifieerd beleid van tentoonstellingen, voorstellingen, optredens e.d. en met evenementen van culturele en sociale aard.

Na de opening van het museum moet Kanal een semi-permanente tentoonstelling en 5 tijdelijke tentoonstellingen opzetten die gelijktijdig toegankelijk zijn tijdens elk cultureel seizoen, naast 30 creaties of co-creaties op het gebied van podiumkunsten Deze programmering moet multidisciplinair zijn en voorzien in beeldende kunst, podiumkunsten, fotografie, muziek, film, dans, theater, architectuur, lezingen, debatten, symposia, visuele en geluidskunst, virtuele kunsten en videogames... Deze programmering wordt ook aangemoedigd via partnerschappen met andere instellingen. Het programma moet voorzien in activiteit in de verschillende locaties waarover het project beschikt, d.w.z.:
· Een tentoonstellingsruimte van 12.500 m²;
· Een openbare bibliotheek;
· Twee auditoria;
· Twee polyvalente zalen;
· Zes ruimten gewijd aan sociale en culturele activiteiten en openbare workshops;
· Twee boetieks;
· Vier bars, cafés en restaurants;
· Talrijke ruimten gewijd aan de podiumkunsten;
· +/- 20.000 m² aan openbare ruimte.

Deze eerste opdracht omvat ook de doelstelling om te bouwen aan een identiteit en aan een collectie, een belangrijk punt in elk museumbeleid. Deze werkzaamheden zullen worden verricht door commissies van onafhankelijke deskundigen, met name op het gebied van digitale technologie, duurzaamheid en de decentralisatie van het museum, om de inspanningen voor de bouw van een museale identiteit te bevorderen. Kanal zal ook de aankoopcommissie moeten vernieuwen, die het aankoopbeleid bepaalt, ook met betrekking tot werk in opdracht en het beheer van schenkingen en legaten. In de dotatie van de Stichting wordt jaarlijks een specifiek budget van €500.000 toegewezen voor het aankoopbeleid. Deze doelstelling gaat ook gepaard met een andere doelstelling die verband houdt met de reflectie over de oprichting van een opslaglocatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daartoe gaat Kanal samenwerken met Citydev en met de Brusselse museumkoepel Brussels Museum om te bekijken hoe de site voor een gedeeld gebruik kan worden ingezet.

Uiteraard is deze eerste opdracht ook gekoppeld aan het partnerwerk met het Centre national d'art contemporain Georges Pompidou. De tienjarige overeenkomst met het Centre Pompidou loopt tot het einde van de beheersovereenkomst en zorgt voor een verrijking van het cultuurbeleid bij Kanal met de bijdragen van de grootste collectie moderne en hedendaagse kunst van het continent en de expertise van de teams van het Centre Pompidou. Dit is duidelijk een win-win partnerschap, aangezien het Centre Pompidou in Parijs vanaf 2025 voor onbepaalde tijd de deuren zal sluiten voor ingrijpende renovatiewerkzaamheden.

Ik zal niet in detail treden over een aantal doelstellingen die verband houden met samenwerking en partnerschappen, maar zij vormen natuurlijk ook de kern van de netwerking die Kanal zal moeten ondernemen.

Kanal krijgt ook als doel om het Brusselse cultuurbeleid te gebruiken om het toerisme te promoten.

De tweede opdracht die naar voren komt in de beheersovereenkomst betreft het hoogwaardig onthaalbeleid en de gestage uitdieping van de identiteit van Kanal als locatie die in het teken staat van ontmoeting, emancipatie, vorming en kennis. Deze opdracht moet het mogelijk maken om samenwerkingsverbanden aan te gaan en activiteiten te organiseren met de socioculturele en verenigingssector in het hele Gewest en dan vooral in de wijken rond het museum. Het is dus een verplichting om een onthaalbeleid te ontwikkelen voor Brusselse of in Brussel werkende kunstenaars en hun scheppende structuren. Deze opdracht moet er ook voor zorgen dat Kanal de jongeren en de diversiteit van Brussel kan weerspiegelen, zowel in zijn culturele programmering als in zijn personeelsbestand. Deze opdracht moet ook zorgen voor een aanwezigheid en beschikbaarheid van het museum om alle soorten bezoekers te verwelkomen. Tot slot zet deze opdracht in op projecten die verband houden met de integratie van de Brusselse sociaal-culturele sector in de activiteiten van het museum. Ik weet dat u mij vaak vragen hebt gesteld over deze vraagstukken en dat het Parlement veel belang hecht aan de openheid van het museum naar de stad toe. Ik vind deze opdracht eveneens heel belangrijk in het kader van de beheersovereenkomst. Ook hier is de opdracht onderverdeeld in 5 strategische doelstellingen voorzien van prestatie-indicatoren en concrete acties die moeten worden uitgevoerd met specifieke en precieze doelstellingen. Tot zover de grote lijnen, voor de overige verwijs ik u naar de Overeenkomst zelf:

ü Kanal gaat een bemiddelings- en educatiedienst opzetten, die de verschillende pijlers van zijn programmering integreert en zich richt op doelgroepen (kinderen, jongeren, scholen, studenten, liefhebbers, frequente bezoekers, personen met een handicap, mensen met een kansarme achtergrond, mensen met een migrantenachtergrond...).
ü Kanal zal een prijsbeleid ontwikkelen met aanzienlijke kortingen voor jongeren, mensen met een sociale uitkering en werkzoekenden.
ü Kanal gaat samen met Actiris een diversiteitsplan invoeren voor zijn personeel
ü Kanal moet een toevluchtsoord zijn voor 'artists in residence' en de bundeling van middelen aanmoedigen voor bij voorrang Brusselse kunstenaars of artiesten die in Brussel werken.
ü Kanal moet een ruimte voor residenties en repetities ontwikkelen in zijn K1-bijgebouw in Molenbeek, die gratis toegankelijk moet zijn voor Brusselse kunstenaars.
ü Kanal heeft ook een hele reeks verplichtingen op het vlak van sociale en ecologische verantwoordelijkheid, zoals de inclusie van Brusselse werkzoekenden aanmoedigen, stagiairs en Brusselaars in opleiding aanwerven via erkende organen, aansluiting zoeken bij de gewestelijke strategieën voor circulariteit, gelijkheid en duurzame mobiliteit enz.


De derde opdracht van de Stichting Kanal in de Beheersovereenkomst betreft het beheer van de huidige en de toekomstige locatie, aangezien de Stichting verantwoordelijk zal zijn voor alle aspecten van het beheer van het gebouwencomplex van 40.000 m², van ontwerp, renovatie en bouw tot de ontwikkeling van het museumaspect, met inbegrip van investeringen in de inrichting en uitrusting van de gebouwen en externe exploitatiesites. De Stichting wordt ook belast met alle aspecten van het dagelijks beheer, het technisch onderhoud, de beveiliging, de schoonmaak en de lasten van de externe exploitatiesites. Dit is een belangrijk aspect.


Mijnheer de Volksvertegenwoordiger, in uw vraag had u het over de kosten, en daar kom ik zo op terug, maar u mag een belangrijk element niet vergeten, namelijk dat in een groot aantal musea in België en de rest van de wereld, het aspect "technisch onderhoud en gebouwenbeheer" vaak buiten de werkingsmiddelen om wordt geregeld. Neem bijvoorbeeld Bozar, de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België of de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, daar wordt het gebouwenbeheer niet door de instellingen zelf, maar door de Regie der Gebouwen verzorgd. Dit betekent dat de kosten van deze taak niet zichtbaar zijn in de begrotingen van de musea, maar elders wel, en het betekent ook dat zich soms problemen voordoen in de dialoog tussen de beheerder van het gebouw en de exploitant van de locatie. Ik hoef daarbij waarschijnlijk niet te herinneren aan de emmers om het regenwater op te vangen in het midden van de tentoonstellingszalen van de Musea voor Schone Kunsten, het energieverbruik en de brand in Bozar en ga zo maar door. Deze opdracht heeft dus twee aspecten:

Er is de voortzetting van de werf in uitvoering tot de definitieve oplevering van het functionele gebouw. Ik zal u kort iets vertellen over de vordering van de werf. Leden van het Parlement zijn eerder dit jaar uitgenodigd om de bouwplaats te bezoeken en toen hebt u een idee kunnen krijgen van de omvang van deze werf. Zoals alle openbare werven heeft het project natuurlijk te lijden gehad onder de negatieve effecten van de COVID-19 pandemie en de prijsinflatie van grondstoffen en arbeid die we sinds de oorlog in Oekraïne ervaren. Desondanks is de vertraging inmiddels onder controle. De voornaamste werffasen die betrekking hebben op de sanering en de stabiliteit van het terrein en het gebouw, zijn afgerond en hebben, afgezien van de inflatie en de gebruikelijke marges voor onvoorziene uitgaven, geen extra kosten met zich meegebracht. De rest van het project verloopt volgens plan, met de gebruikelijke onvoorziene omstandigheden die zich kunnen voordoen bij het beheer van een dergelijke werf. In tegenstelling tot andere projecten zitten we hier enigszins comfortabel, want toen Kanal het hoofdperceel van de opdracht voor werken gunde, kwam de waarde van de gunning in 2020 zo goed als overeen met de geschatte waarde van de werken in 2017 (€150 miljoen) en de overheid heeft eind €22 miljoen opzijgezet om de indexering van de kosten te dekken die het gevolg zijn van de piekinflatie voor bouwkosten. Toch voorziet de nieuwe beheersovereenkomst nog steeds kosten in verband met het einde van de werf aangezien de 150 miljoen euro voorzien waren zonder de impact van de btw, zonder de investeringen in IT (ik kom hier nog op terug) en zonder de eigenlijke museuminrichting en -afwerking.

Het andere aspect is het gebouwenbeheer nadat de site zal zijn opgeleverd en operationeel is. Het is duidelijk dat dit gebouw niet op zichzelf en zonder middelen zal functioneren. Er zal natuurlijk nood zijn aan een kostenbeheer voor een gebouw van 40.000 m² bestemd als museum, wat betekent dat we de kosten voor de werking en het onderhoud van de verwarming, de ventilatie en de airconditioning voor de bewaring van de kunstwerken en het onthaal van het publiek zullen moeten opvangen. Voeg daarbij de contracten voor het afvalbeheer en de beveiliging de klok rond van een gebouwencomplex met kunstwerken van aanzienlijke waarde. Er is ook het beheer van toegangscontrole, telefonie, internet, liften enz. Voeg daarbij ook nog eens de noodzakelijke schoonmaak van deze 40.000 m² en de herstelling van alle kleine en grote probleempjes die zich in dit soort gebouwen kunnen voordoen, zelfs als deze pas gerenoveerd zijn.

Naast deze drie opdrachten legt de beheersovereenkomst gemeenschappelijke opdrachten en doelstellingen vast voor de stichtingen CIVA en KANAL met het oog op de integratie van het CIVA in het gebouw van de cultuurpool KANAL. Deze opdrachten en doelstellingen zijn ook vastgelegd in de beheersovereenkomst van het CIVA. Ik zal hier niet in detail treden; daarvoor verwijs ik u naar de beheersovereenkomst en ik ben ter beschikking om eventuele vragen van het Parlement over dit specifieke punt te beantwoorden.

De beheersovereenkomst legt uiteraard de voorwaarden vast voor de middelen, het jaarlijks operationeel plan en de voorlopige begroting van de Stichting om de gewestelijke financiering voor de uitvoering van de vastgestelde opdrachten te waarborgen. De financiering omvat een werkingsdotatie en een subsidie voor investeringen en vastgoedbeheer. Ik kom daar later op terug.

In de beheersovereenkomst staan ook doelstellingen vastgelegd met betrekking tot de zelffinanciering van de Stichting KANAL. Dit is een belangrijk punt voor ons, omdat de volledige werkingskosten van dit museum niet alleen met publieke middelen kunnen worden gedekt. We verwachten dat de Stichting Kanal er actief voor zorgt dat haar restaurants, cafés en winkels winst genereren voor de werking van het museum en dat het museum aantrekkelijk wordt qua sponsoring, mecenaat, legaten en schenkingen. Tot slot zal er een hospitality-component worden ontwikkeld, zodat het museum voordeel kan halen uit evenementen en de verhuur van ruimten. Ook hierop kom ik nog terug.

Ten slotte bepaalt de beheersovereenkomst ook de regels voor de controle, de opvolging en de beoordeling van de overeenkomst evenals de regels voor de wijziging, de opzegging en de hernieuwing ervan. Hierbij merk ik op dat de Regering de Stichting Kanal ook heeft gevraagd om een benchmarkstudie uit te voeren om de exploitatiekosten van verschillende vergelijkbare instellingen te vergelijken om eventueel de middelen aan te passen aan de behoeften die uit de benchmark naar voren komen. Die studie zou tegen 1 april 2024 uitgevoerd moeten zijn.

Ik hoop hiermee uw vraag te hebben beantwoord.