Schriftelijke vraag betreffende de sociale kredietinstellingen - huidige situatie
- Indiener(s)
- Pierre-Yves Lux
- aan
- Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1272)
Datum ontvangst: 25/09/2023 | Datum publicatie: 07/11/2023 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 23/24 | Datum antwoord: 07/11/2023 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
02/10/2023 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement | ||
07/11/2023 | Bijlage aan het antwoord | p.m. | Bijlage |
Vraag | Het Brussels Gewest erkent vandaag vijf sociale kredietinstellingen. Zoals blijkt uit uw antwoord op verschillende parlementaire vragen, waren ze de afgelopen jaren niet erg actief. Voor 2022 blijkt immers dat er slechts 20 leningen werden toegekend voor een totaalbedrag van bijna 4 miljoen euro. Voorts blijkt dat twee instellingen geen enkele kredietaanvraag hebben ontvangen (Crédit Immobilier Ouvrier SA en Socodix-Le Foyer SCRL) en dat een derde instelling geen enkele lening heeft toegekend in 2022 (Le Petit Propriétaire de Bruxelles SA).
|
Antwoord | Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen: Wat uw eerste vraag betreft: de NV Gewestelijke Maatschappij voor Huisvestingskrediet (G.M.H.K.) heeft op 18 september 2020 een erkenning voor vijf jaar verkregen. Deze erkenning geldt dus tot 18 september 2025. Socodix-De Haard CVBA heeft op 6 september 2023 een erkenning voor vijf jaar verkregen. Deze erkenning is geldig tot 6 september 2028. De drie andere instellingen hebben momenteel geen geldige erkenning meer. In de tabel die bij dit antwoord is gevoegd (bijlage 1), vindt u de cijfers met betrekking tot uw tweede vraag. Le Petit Propriétaire heeft echter niet binnen de termijn geantwoord en Socodix en GMHK hebben de einddatum niet meegedeeld. Mits de sociale kredietinstelling inderdaad voldoet aan alle voorwaarden uit het besluit van 24 april 2014, zal het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, overeenkomstig artikel 12 van het voornoemd besluit, tussenkomen en een deel van het verlies van de sociale kredietinstelling dekken in geval van wanbetaling door ontlenende gezinnen. In de tabel in bijlage 2 vindt u eveneens de cijfers met betrekking tot uw derde vraag. Om dezelfde redenen als hierboven vermeld, ontbreken de gegevens voor Le Petit Propriétaire, Socodix en de GMHK. In antwoord op uw laatste vraag, stellen we tot slot vast dat er, op basis van de meest recent gepubliceerde jaarrekeningen op de website van de NBB, sprake is van volgende resultaten voor het boekjaar 2022: - Socodix: verlies van € 245.243,00; - CIO: verlies van € 179.483,00; - GMHK: verlies van € 245.788,00; - CHS: verlies van € 75.535,00; - Petit Propriétaire: verlies van € 272.773,00. Het gewest heeft geen specifieke maatregelen getroffen. |