Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de gemeenten en de implementatie van het plan Good Move

Indiener(s)
Sevket Temiz
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1734)

 
Datum ontvangst: 26/09/2023 Datum publicatie: 15/11/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord: 14/11/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
02/10/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Het is aan de verschillende Brusselse gemeenten om het plan Good Move op hun grondgebied te implementeren, rekening houdend met de specifieke lokale behoeften en wensen.
  • Kunt u me zeggen welke Brusselse gemeenten de meeste aanbevelingen uit het Good Move-plan van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben overgenomen? En welke het minst of helemaal niet aanbevelingen hebben overgenomen? Kunt u de 19 gemeenten in dalende volgorde opnoemen?

  • Welke feedback hebt u gekregen van plaatselijke besturen die aarzelen om bepaalde aanbevelingen uit het plan Good Move over te nemen (argumenten, begrotingen enz.)?

  • Hebt u een transversaal multidisciplinair onderzoek gebruikt om de sociaaleconomische en socio-affectieve impact van de Good Move-veranderingen op de sociale groepen in de Brusselse gemeenten te meten? Zo ja, wat zijn de resultaten tot nu toe?

 
 
Antwoord    Het Good Move-plan is goedgekeurd door de Regering en bevat een reglementair luik dat wordt opgelegd aan zowel het Gewest als de gemeenten. Het Good Move-plan bestaat uit een vijftigtal acties die operationele uitvoering met zich meebrengen door zowel het Gewest als de gemeenten. In dit opzicht maken 100% van de gewestelijke acties inzake mobiliteit deel uit van het Good Move-kader en zijn ze in principe conform aan de doelstellingen uit Good Move.
Het Gewest overlegt regelmatig met de gemeenten over de verschillende thema’s en de manier waarop het nuttig zou zijn ze ten uitvoer te leggen. Dit om ervoor te zorgen dat de doelstellingen goed begrepen zijn en dat de acties complementair en geharmoniseerd zijn, zowel tussen het Gewest en de gemeenten als tussen de gemeenten onderling.
In bepaalde gevallen kan het echter gebeuren dat op het terrein er verschillen zijn tussen de toepassing van het Gewest en die van bepaalde gemeenten, of tussen gemeenten onderling. Het is logisch dat de gemeenten de acties uit Good Move toepassen op verschillende ritmes en manieren naargelang de specifieke situatie in de gemeente of buurt.
Met de hulp van externe studiebureaus heeft Brussel Mobiliteit dit jaar een evaluatie gemaakt van de uitvoering van de acties van het gewestelijke mobiliteitsbeleid via gemeentelijke acties.
In 2023 werd met elke gemeente een gesprek gevoerd op basis van een uniform analyserooster. Deze analyse heeft enerzijds tot doel input te leveren voor het evaluatieverslag over de uitvoering van het gewestelijke mobiliteitsplan (GewMP), en anderzijds mogelijkheden en aanbevelingen te belichten om de gewestelijke acties aan te vullen met technische of budgettaire ondersteuning teneinde de uitvoering van de gemeentelijke acties een duwtje in de rug te geven.
De eerste bevindingen van deze evaluatie wijzen op een zekere mate van heterogeniteit tussen de gemeenten wat betreft de mate waarin ze zich de gewestelijke mobiliteitsstrategie hebben toegeëigend en ze hebben uitgevoerd. Sommige gemeenten hebben een gemeentelijke mobiliteitsvisie, die in grote lijnen overeenkomt met de gewestelijke visie, en beschikken over het personeel en het budget om specifieke acties uit het GewMP uit te voeren. Andere gemeenten bepalen hun prioriteiten met minder middelen en rollen hun acties hoofdzakelijk uit op basis van grote projecten van de MIVB of van Brussel Mobiliteit, toegekende subsidies of vragen van inwoners. Elk jaar zijn de oproepen voor subsidies die het Gewest lanceert, zoals de oproepen voor projecten om duurzame mobiliteit te ontwikkelen of om de openbare ruimte veiliger te maken, een doorslaand succes.
De evaluatie tracht naast de cijfers ook zoveel mogelijk nuances te verschaffen door een kwalitatieve toelichting te geven bij de ondervonden moeilijkheden of de keuzes die de gemeenten hebben gemaakt voor de uitvoering van de in het GewMP opgenomen maatregelen.
Het evaluatieverslag over de uitvoering van de acties door de gemeenten is bijna klaar en zal deze winter aan de gemeenten worden voorgesteld. Het zal ook worden opgenomen in het evaluatieverslag over het GewMP dat momenteel wordt voorbereid.
Zoals eerder vermeld, toont het verslag aan dat elke gemeente op haar eigen wijze bijdraagt aan de uitvoering van het GewMP, al naargelang de budgettaire en menselijke middelen waarover ze beschikken en volgens de strategische prioriteit die ze aan bepaalde mobiliteitsuitdagingen geven, afhankelijk van de specifieke situaties in elke gemeente.
Wat betreft de studie over de sociaaleconomische en sociaalaffectieve impact van de veranderingen die het GewMP teweegbrengt, zal het evaluatierapport van de Good Move-acties dat momenteel wordt opgesteld inderdaad de impact analyseren op het gedrag van verschillende doelgroepen (de buurtbewoners, de handelaars, de economische sector, de pendelaars, etc.).
Dit rapport wordt gevoed door een reeks bronnen:
- de evaluaties opgesteld met de steun van de gemeenten in het kader van de uitvoering van de circulatieplannen; voert Brussel Mobiliteit momenteel een onderzoek naar de behoefte van de Brusselaars om over een auto te beschikken en naar de impact van de maatregelen om het autogebruik en autobezit te reguleren.
- studies en enquêtes die hub.brussels uitvoert in de handelswijken van het Gewest op de voet. Vragen over de mobiliteitsgewoonten rond deze handelskernen (geografische oorsprong, verplaatsingswijze, enz.) komen met name aan bod in de vijfjaarlijkse klantenonderzoeken. Deze gegevens worden steeds vaker gebruikt bij de voorbereiding en de evaluatie van interventies in deze wijken. Brussel Mobiliteit en hub.brussels zullen hierrond overigens nauwer gaan samenwerken.
universitaire onderzoeksprojecten, met name die van de Vrije Universiteit Brussel over gedragsveranderingen en over de sociale impact van maatregelen om het autogebruik te reguleren.