Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende cITES - follow-up van de samenwerkingsovereenkomst

Indiener(s)
Jonathan de Patoul
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1578)

 
Datum ontvangst: 10/10/2023 Datum publicatie: 07/11/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord: 30/10/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
11/10/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    De toepassing van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (CITES) op nationaal niveau is de verantwoordelijkheid van de federale overheid, terwijl de bevoegdheid verdeeld is tussen de gewesten (in het geval van inheemse soorten) en de federale overheid (in het geval van exotische soorten). Deze situatie lijkt problematisch wat de verdeling van bevoegdheden betreft.

Een samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de gewesten, gericht op de oprichting van een cel die de vier entiteiten vertegenwoordigt, lijkt op de tekentafel te liggen. Is dit nog steeds het geval en zo ja, welke vooruitgang is er geboekt?

 
 
Antwoord    Bij beslissing van 30 november 2016 heeft de ICL de werkzaamheden voor het opstellen van een samenwerkingsakkoord opgestart.

Ontwerpen van een samenwerkingsakkoord en een uitvoerend samenwerkingsakkoord worden momenteel besproken door een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de federale staat en de drie Gewesten. Die werkgroep is in de loop van 2023 meermaals samengekomen en heeft als doel die ontwerpen van een samenwerkingsakkoord en een uitvoeren samenwerkingsakkoord voor te stellen tijdens de ICL op 23 november 2023.

Die ontwerpen van samenwerkingsakkoord zijn gebaseerd op het Viapass-samenwerkingsakkoord en bieden een kader voor een samenwerkingsstructuur met rechtspersoonlijkheid en technische en organieke autonomie. Die samenwerkingsstructuur (het ‘gezamenlijk CITES-beheersorgaan’ genoemd) zou toezien op de tenuitvoerlegging van het verdrag en de Europese verordening ‘CITES’. Dat gezamenlijk orgaan zou worden beheerd door een raad van bestuur samengesteld uit leden aangeduid door de federale overheid en door de regeringen van het Vlaams, Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Die samenwerkingsakkoorden moeten nog voor advies aan de Raad van State worden voorgelegd en door de betrokken ministers worden goedgekeurd. Er moet ook een ordonnantie houdende instemming met de ontwerpen van samenwerkingsakkoord worden aangenomen.