Schriftelijke vraag betreffende de cijfers over het terugtrekkingsrecht bij de MIVB die de commissie voor de Mobiliteit niet ontvangen heeft
- Indiener(s)
- Youssef Handichi
- aan
- Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1763)
Datum ontvangst: 27/10/2023 | Datum publicatie: 14/12/2023 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 23/24 | Datum antwoord: 05/12/2023 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
06/11/2023 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
Vraag | Tijdens de vergadering van de commissie voor de Mobiliteit van 17 oktober 2023 heeft mijn collega Francis Dagrin u een mondelinge vraag gesteld over het “terugtrekkingsrecht” dat meer dan 1.300 MIVB-werknemers hebben uitgeoefend tussen 11 en 17 mei 2020. U kon een aantal van zijn vragen niet beantwoorden en vroeg om er schriftelijke vragen van te maken.
|
Antwoord | Ter herinnering: niet de MIVB is naar de rechter gestapt maar wel verscheidene werknemers, die zich tijdens de Covid-periode op het herroepingsrecht beriepen en het loon wilden terugvorderen dat ze tijdens deze werkonderbreking niet uitbetaald kregen. De MIVB heeft dus geen andere keuze dan een advocaat in te schakelen om haar belangen te verdedigen. Als de MIVB uiteindelijk de dagen m.b.t. herroepingsrecht zou moeten dekken van de medewerkers die een procedure hebben ingediend, zou dat gaan om een totaal van 885 dagen (voor het totaal van 324 medewerkers dus). Centraal in dit juridische debat staan echter niet de kosten van het herroepingsrecht voor de betrokken partijen, maar de rechtvaardiging ervan in de gegeven context. In eerste aanleg oordeelde de rechtbank dat het herroepingsrecht niet rechtmatig was. Het hoger beroep door 241 van de 324 betrokken werknemers verlengt de juridische procedure tot de uitspraak. Het dossier ligt nu bij de rechtbank. |