Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de verminderingen op de onroerende voorheffing

Indiener(s)
Luc Vancauwenberge
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 673)

 
Datum ontvangst: 06/11/2023 Datum publicatie: 19/01/2024
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord: 13/12/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/11/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Er bestaan heel wat verminderingen op de onroerende voorheffing.

Verminderingen op de onroerende voorheffing die verband houden met de bewoner van het onroerend goed worden onder bepaalde voorwaarden toegekend aan zowel de eigenaars als de huurders. Deze verminderingen worden echter rechtstreeks betaald aan de eigenaar, die ze moet overmaken aan de huurder. Waarom worden deze verminderingen niet rechtstreeks aan de huurders betaald? Is er een controle op deze overdrachten? Zo ja, hoe?
 
 
Antwoord    In antwoord op deze vragen, kan ik de geachte Volksvertegenwoordiger het volgende mededelen.

Zoals ik reeds in voorgaande antwoorden heb aangehaald, is het aan de belastingplichtige (artikel 251 WIB92) om de persoonsgebonden verminderingen (zoals voorzien in artikel 257, paragrafen 3 en 4 WIB92) op de door hem te betalen onroerende voorheffing aan te vragen.

Daarnaast schrijft artikel 259 van hetzelfde wetboek voor dat de huurder – die desgevallend het recht op een vermindering deed ontstaan – een dergelijke vermindering in mindering kan brengen van de huurgelden.
Als de eigenaar zelf geen aanvraag tot vermindering indient, dient de huurder zich te wenden tot de eigenaar om hem te verzoeken dit alsnog te doen
.

In de gevallen waar er een aanvraag tot vermindering werd ingewilligd, en de huurder hierdoor gekend is bij de fiscale administratie, wordt normaliter ook een schrijven verzonden naar deze huurder dat hem in kennis stelt van de toegekende vermindering en het recht om dit in mindering te brengen van de huur.

Brussel Fiscaliteit kan evenwel geenszins tussenkomen in de uitbetaling of verrekening van deze bedragen aan de huurder, niet in het minst omdat daarvoor geen wettelijke basis bestaat. Dit wordt bovendien meegedeeld aan de huurder in het hierboven reeds vermeld schrijven. Daaruit volgt dat er dienaangaande ook geen controlemechanismen zijn voorzien.

Eventuele geschillen tussen de huurder en verhuurder hieromtrent dienen dan ook
in fine door de bevoegde vrederechter te worden beslecht, zonder tussenkomst van de fiscale administratie.

Ten slotte dient in herinnering te worden gebracht dat Brussel Fiscaliteit veel inspanningen doet om de Brusselaar, via haar verschillende communicatiekanalen, te informeren over de verminderingen waar huurders recht op kunnen hebben.