Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de campagne ter promotie van rookmelders.

Indiener(s)
Fouad Ahidar
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1307)

 
Datum ontvangst: 11/10/2023 Datum publicatie: 19/01/2024
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord: 20/12/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
06/12/2023 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   

Tijdens de commissie Huisvesting van 6 juli bracht u het goede nieuws dat de regering momenteel werkt aan een verplichting voor rookmelders in alle woningen, dus ook huurwoningen, in het Brussels Gewest tegen 2025.

Bovendien gaf u ook aan een informatiecampagne voor te bereiden om mensen te sensibiliseren over de meerwaarde van een rookmelders, alsook de correcte plaatsing ervan. Begin oktober lanceerde u in dat kader samen met staatssecretaris Ans Persoons nog het ‘drie-minuten’-informatiefilmpje. Het duurt immers slechts drie minuten voor een huis om af te branden.

Dat zijn allemaal zeer goede zaken – waar mijn fractie volledig achter staat. We hebben echter enkele bijkomende vragen over de praktische uitvoeringen van deze verplichting.

  • In het licht van de besparingen die het gewest zal moeten doorvoeren, op welke manier plant u het verplichten van rookmelders te controleren? Wordt er zo bijvoorbeeld ook gedacht aan het inschakelen van wijkagenten die bij elk nieuwe inschrijving in de gemeenten bij mensen thuis langsgaan? Zitten er andere initiatieven om ook handhaving van deze regels af te dwingen? Hoe staat de brandweer ten opzichte van de realisatie van deze maatregel?

  • Wordt er naast de informatiecampagne ook gekeken naar de mogelijkheid om gratis rookmelders te voorzien? In Vlaanderen werd in het kader van een grootschalige campagne voor rookmelders ook 5 miljoen euro vrijgemaakt voor de aankoop van rookmelders en CO-detectoren. Het agentschap Wonen-Vlaanderen gaf 100.000 rookmelders en 50.000 CO-detectoren aan mensen die van het agentschap een premie kregen om hun eigen woning te renoveren, te verbeteren of aan te passen. Maar ook bijvoorbeeld mensen die een sociale lening hebben, kregen gratis apparaten. Mijn vraag is daarom: plant het Brussels Gewest een gelijkaardige maatregel? Ik ben ervan overtuigd dat het gratis krijgen van een apparaat vaak nog de beste manier om mensen te sensibiliseren. Ik hoor graag uw standpunt hieromtrent.

 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

Zoals reeds eerder werd uitgelegd, zal de verplichting voor eigenaars-bewoners om rookmelders te installeren, net zoals in Wallonië en Vlaanderen, niet sensu stricto worden gecontroleerd. Het is met name daarom dat er in juni 2024 een grootschalige, gezamenlijke bewustmakingscampagne van Brussel Huisvesting en de DBDMH zal worden georganiseerd. Hoewel de wettelijke verplichting op zich een stimulans vormt, is het toch van cruciaal belang om de Brusselaars ervan te overtuigen dat rookmelders echt wel belangrijk en effectief zijn.

In het kader van haar opdracht om de basisvereisten op het vlak van veiligheid, gezondheid en uitrusting van huurwoningen te controleren, zal de Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie (DGHI) echter systematisch blijven controleren of er rookmelders zijn geïnstalleerd: de inspecteurs zullen nagaan of de rookmelders correct zijn geplaatst, in de juiste ruimte en op de juiste afstand van de hoeken van muren en plafonds. Ze zullen ook controleren of de kenmerken van de detectoren wel overeenkomen met de kenmerken die in de voorschriften worden vermeld en of de detectoren goed functioneren.




Wat de tussenkomst van de politie betreft: dit is niet voorzien in de wetgeving en het is niet aan het Gewest om wijkagenten in te schakelen om controles uit te voeren. De nieuwe reglementering zal echter ook aan de wijkagenten worden aangeleerd in het kader van de voortgezette opleiding aan de GIP, en meer bepaald in het kader van de module "Kwaliteit van de huisvesting" die door twee personeelsleden van de DGHI wordt gegeven. Op die manier zullen de wijkagenten kunnen overgaan tot de preventieve acties en zelfs de acties met betrekking tot het opsporen en het melden van inbreuken die hun politiezone nodig acht.


Ik wil eraan herinneren dat Brussel Huisvesting en de DBDMH natuurlijk nauw hebben samengewerkt aan het besluit en aan andere initiatieven, zoals het online plaatsen van informatie op hun twee websites, het opstellen van een brochure met uitleg of het verstrekken van informatie via e-mail en telefoon aan iedereen die informatie vraagt over de nieuwe reglementering. De DGHI en de DBDMH proberen zoveel mogelijk samen te werken met andere actoren, zoals de gemeenten of organisaties zoals de Stichting Brandwonden.

Bovendien brengt de Dienst Bewustmaking van de DBDMH op verzoek een bezoek aan woningen om de eigenaars te informeren over brandpreventie.



Mijn collega Ans Persoons vertelde me dat vier jonge werkzoekenden, in het kader van het programma "Youth Guarantee", gedurende negen maanden een opleiding tot brandpreventieadviseur hebben gevolgd. Ze zijn nu vast in dienst genomen en verrichten preventiewerk in rechtstreeks contact met de bevolking. Ze nemen bijvoorbeeld deel aan beurzen, bezoeken verenigingen, leiden professionals op van lokale overheden en organisaties die in rechtstreeks contact staan met de burgers, en gaan zelfs van deur tot deur. Om hun opdracht uit te voeren, werken ze nauw samen met verschillende partners die beschikken over expertise op het terrein: de gemeenten, scholen, sociale huisvestingsmaatschappijen, enz.



Met betrekking tot uw vraag over de mogelijkheid om gratis rookmelders ter beschikking te stellen, kan ik u zeggen dat mijn collega Ans Persoons me ook verteld heeft dat het preventieteam van de DBDMH over kits beschikt die het gratis kan installeren bij bewoners. Er zijn 2.815 rookmelders aangekocht. 400 daarvan zijn al geïnstalleerd tijdens een plaatsbezoek. Tijdens deze bezoeken heeft het preventieteam het met de bewoners ook over de gevaren van koolmonoxidevergiftiging.