Schriftelijke vraag betreffende de geografische spreiding van investeringen in bouwwerven in het Brussels Gewest
- Indiener(s)
- Aurélie Czekalski
- aan
- Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1813)
| Datum ontvangst: 08/12/2023 | Datum publicatie: 11/01/2024 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 23/24 | Datum antwoord: 11/01/2024 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 12/12/2023 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
| Vraag | Toen ik u vroeg naar de heraanleg van de Heldensquare, vroeg ik u naar het geografisch cliëntelisme van uw investeringen in bouwwerven. U hebt niet geantwoord op mijn vraag over de verdeling van de budgetten. Het zuiden van Brussel mag niet vergeten worden als het gaat om de inrichting van de openbare ruimte.
|
| Antwoord | Brussel Mobiliteit kan deze vraag niet beantwoorden omdat het over een inventaris per project of per subsidie voor projecten beschikt, en de projecten zich over meerdere gemeenten uitstrekken. Brussel Mobiliteit denkt in wegen en infrastructuur, niet in gemeenten. Elke legislatuur is beperkt in het aantal grote kostelijke projecten. Dit kan de indruk wekken dat er een voorkeur is voor één kant van het gewest in het bijzonder. Dit is echter slechts een indruk, aangezien de grote verkeersaders geleidelijk aan worden aangepakt, in functie van de verouderde staat ervan alsook van de nutsvoorzieningen die zich er bevinden. Terwijl de Vorstlaan, de Woluwelaan en de F. Rooseveltlaan tijdens vorige legislaturen onderdeel waren van grote renovatieprojecten, voltooiden we bijvoorbeeld de Ruisbroeksesteenweg en de Neerstalsesteenweg (in het zuidwesten) en de Alsembergsesteenweg (in het zuiden) en bestudeerden we de Tervurenlaan in het zuiden, Reyers in het oosten, de A12 en Keizer Karel in het noorden en de Ninoofsesteenweg in het westen. Dit toont aan dat we de projecten willen spreiden over alle zones van het Gewest die we beheren. De planning voor de renovatie van gewestwegen is soms nauw verbonden met de vernieuwing van de railinfrastructuur, of van de aanwezige nutsvoorzieningen (riolering, enz.). Dat was bijvoorbeeld het geval voor de Alsembergse- en Neerstalsesteenweg, waar de vervanging van de tramsporen de nutsbedrijven de gelegenheid bood om hun installaties te vernieuwen en Brussel Mobiliteit om de openbare ruimte in te richten overeenkomstig de normen. Dankzij de paradigmaverandering die tijdens deze legislatuur in gang gezet is naar aanleiding van de COVID-crisis, namelijk de opmars van microprojecten, kunnen problemen bovendien sneller en tegen lagere kosten worden aangepakt. Hierdoor kon het aantal interventies worden verhoogd naargelang de behoeften op het terrein, waardoor een betere spreiding over het grondgebied wordt gegarandeerd. Ter herinnering: deze interventies houden voornamelijk verband met verkeersveiligheidsprogramma's (ongevalgevoelige zones, schoolomgevingen, enz.), mobiliteit (LMC’s, omvangrijke testen, enz.) en kleinere verwezenlijkingen ten gunste van de actieve modi. |