Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het aantal aangelegde fietspaden in de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Indiener(s)
Cieltje Van Achter
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1824)

 
Datum ontvangst: 19/12/2023 Datum publicatie: 09/02/2024
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord: 09/02/2024
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/12/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

In uw antwoord op mijn parlementaire vraag (nr. 1009) d.d. november 2021 heeft u een overzicht gegeven van de totale lengtes fietspad per Brusselse gemeente, en dit voor zowel de infrastructuur op gewestwegen als op gemeentewegen.

 
  1. Kan u een geüpdatete tabel bezorgen met de totale lengtes fietspad per Brusselse gemeente, op basis van de meest recente (Mobigis) data?

  2. Kan u een tabel bezorgen met de totale lengtes nieuwe fietspaden per Brusselse gemeente, aangelegd tijdens deze legislatuur?

  3. Kan u voor de beide tabellen ook het type fietspad aangeven: gemarkeerde fietspaden, afgescheiden fietspaden, gedeelde banen, etc.?

 

 

 
 
Antwoord    Volgens de Mobigis-gegevens die we vandaag tot onze beschikking hebben, had het fietsnetwerk in het Brussels hoofdstedelijk gewest (exclusief fietsvoorzieningen buiten de openbare weg) een totale lengte van 384,2 km in 2023.
In het antwoord op parlementaire vraag nummer 1009 werd een totale lengte van 376,6 km gecommuniceerd. Maar verschillende correcties van de methodologie hebben plaatsgevonden tussen 2021 en 2024, zodat een directe vergelijking onmogelijk is omwille van de volgende redenen:
· Bepaalde projecten werden onterecht opgenomen als fietsinfrastructuur terwijl het om
gesuggereerde fietsstroken ging.
· De berekening houdt geen rekening met infrastructuur buiten de openbare weg. Maar sommige infrastructuur werd voordien meegerekend als deel van de openbare weg, terwijl het in de feiten om infrastructuur buiten de openbare weg gaat ; ze worden dus niet meer meegeteld in de nieuwe berekening. (Typevoorbeeld : Ter Kamerenbos.)
· De berekening houdt geen rekening met de kwaliteit van de infrastructuur. Een gedeeld voet- en fietspad of een gemarkeerd fietspad vervangen door een afgescheiden fietspad heeft geen enkele impact op de berekening, ook al kan de kwalitatieve impact van zo’n ingreep zeer groot zijn.
· De Mobigis-gegevens zijn niet up to date.
Op de gewestwegen werd 38,5 km aan COVID-fietsinfrastructuur gerealiseerd.
Daar bovenop werd minstens 21,3 km aan bijkomende fietspaden uitgevoerd op de gewestwegen sinds 2019 – zoals gewoonlijk worden de tweerichtingsfietspaden daarbij ook “dubbel meegeteld”:
· 8,7 km op de Kleine Ring – de werf die momenteel bezig is tussen de Helihavenlaan en de Albert II-laan werd niet meegerekend, de bus + fiets-banen ook niet;
· 3 km op de Vilvoordsesteenweg;
· 1,2 km op de Henri Simonetlaan;
· 1,4 km op de Ruisbroeksesteenweg;
· 900 m op de Paleizenstraat;
· 1,35 km rond de Begraafplaats van Jette;
· 800 m voor cyclostrade F212;
· 1,1 km voor cyclostrade F203;
· 1,35 km op de Kazernenlaan en de 2de Regiment Lansierslaan;
· 500 m op de Alsembergsesteenweg;
· 250 m op de Rogierlaan;
· 200 m op de Tweestationsstraat (gevolgd door 1 km bus + fiets-banen die niet worden meegeteld);
· 150 m op de Veeartsenijstraat;
· 200 m op de Albert II-laan;
· 200 m op rond punt Montgomery.
Deze berekening laat de talrijke grote werven die momenteel bezig zijn buiten beschouwing, net als de gemarkeerde fietsinfrastructuur die geprogrammeerd is voor uitvoering nog voor het einde van de legislatuur.
Deze berekening laat ook de bus + fiets-banen buiten beschouwing (Kleine Ring, Tweestationsstraat, Albert II-laan, Zwanenstraat, Haachtsesteenweg, ...)
Talrijke stedenbouwkundige vergunningen die werden behaald of aangevraagd, of die momenteel voorbereid worden, voorzien ook (doorgaans afgescheiden) fietsinfrastructuur.
Ook op gemeentewegen werd nieuwe fietsinfrastructuur voorzien, doorgaans met steun van het gewest, bijvoorbeeld in het kader van de Locale Mobiliteitscontracten of de gewestelijke subsidieprogramma’s. Het gaat sinds 2021 om minstens 7 km, bijvoorbeeld in Molenbeek (De Koninckstraat en Vandenpeereboomstraat), Schaarbeek (Koninklijke Sinte-Mariastraat, Prinses Elisabethlaan, Cambierlaan), Sint-Gillis (Savoiestraat), Oudergem (Lebonlaan), Ukkel (Burgemeester Jean Herinckxstraat en Baron Van Hammestraat), ...