Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende een belasting op laadpalen voor elektrische wagens.

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 1282)

 
Datum ontvangst: 20/11/2023 Datum publicatie: 19/01/2024
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord: 09/01/2024
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/12/2023 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Exploitanten van laadstations voor elektrische wagens in de Brusselse openbare ruimte zouden binnenkort een heffing moeten betalen, net als tankstations. Deze heffing, die 100 euro per oplaadpunt of 200 euro per laadstation zou kunnen bedragen, werd besproken op de Brusselse Conferentie van Burgemeesters.

Er zijn verschillende redenen voor deze heffing. Ten eerste zouden laadstations en tankstations fiscaal gelijk behandeld worden. Ten tweede zou de heffing een compensatie zijn voor het verlies aan gemeentelijke inkomsten als gevolg van het innemen van openbare ruimte door laadstations en het schrappen van parkeerplaatsen.

In de pers stond dat de Brusselse regering bezorgd was dat de laadtarieven in het Brussels Gewest zouden verschillen. Het doel is echter om een gemeenschappelijke retributieverordening in te voeren die identieke bedragen oplevert in de 19 Brusselse gemeenten. De heffing zou jaarlijks zijn en forfaitair per oplaadpunt.

Minister, ik zou u de volgende vragen willen stellen:

  • Welke contacten hebt u gehad met de 19 burgemeesters over dit onderwerp?

  • Wat is het standpunt van de Brusselse regering over deze heffing ?

  • Wat zal het uiteindelijke bedrag van de heffing zijn? Wanneer wordt die van kracht?

  • Wat is de reactie van de exploitanten?

 
 
Antwoord    De vraag gaat niet over het toezicht op de gemeenten en de wettelijkheid van een belastingreglement maar eerder over de mobiliteit-klimaatuitdaging en over de opportuniteit van een geharmoniseerde belasting. Vanuit het standpunt “toezicht” kan ik enkel verwijzen naar de fiscale autonomie van de gemeenten.

De problematiek valt aldus onder de bevoegdheid van mijn collega Alain Maron, minister van leefmilieu en van klimaattransitie.