Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende analyse van de begroting 2024 - programma 008: door de EU gefinancierde mobiliteitsprojecten

Indiener(s)
Ibrahim Dönmez
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1838)

 
Datum ontvangst: 19/12/2023 Datum publicatie: 16/02/2024
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord: 16/02/2024
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/01/2024 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Ik heb een vraag over de kredieten in programma 008 voor Cairgo Bike, ten belope van 153.000 euro aan vereffeningskredieten in het kader van de afwerking van het Cairgo Bike-programma.

Dit Brusselse project, dat medegefinancierd wordt door Europese programma's, heeft tot doel de bakfiets te promoten als een goed alternatief voor de auto voor individuele verplaatsingen of verplaatsingen met het gezin, en voor de bestelwagen voor het vervoer van goederen.

Welke stappen heeft u ondernomen om dit project te evalueren, met als doel de bakfiets te positioneren als een geloofwaardig alternatief voor de auto voor individuele verplaatsingen of verplaatsingen met het gezin, en voor de bestelwagen voor het vervoer van goederen?

 
 
Antwoord    Het project Cairgo Bike is opgedeeld in verschillende ‘Work Packages’, zoals vaak het geval is voor de meeste projecten gesteund door de EU, en omvat onder andere een Work Package voor de evaluatie van het project en een Work Package voor de coördinatie ervan. Het project werd ook gepresenteerd voor tal van organen om het advies in te winnen van de belanghebbende partijen. Er werden ook verschillende communicatiedragers ingezet om de resultaten te verspreiden.
Een maandelijkse coördinatie van het project tussen alle partners heeft een heel regelmatige kwantitatieve en kwalitatieve feedback mogelijk gemaakt over de uitvoering van het project op basis van het Application Form ervan. Dit Application Form vormde het stappenplan van het project waarin de verschillende te ondernemen acties, de verwachte output en de opvolgingsindicatoren duidelijk werden gedefinieerd. Het kader voor het Application Form is bepaald door het programma Urban Innovative Acties dat het project gefinancierd heeft. Op basis van dit Application Form werd het project samen met tien andere projecten geselecteerd uit 222 kandidaturen. Aan het begin van het project werden aanvullende indicatoren bepaald om een halfjaarlijkse rapportering te krijgen over elke activiteit van elke Work Package. Deze indicatoren en de maandelijkse coördinatie hebben een doeltreffende voorbereiding van de jaarverslagen mogelijk gemaakt, die elk jaar moeten worden bezorgd aan het Permanente secretariaat dat het programma Urban Innovative Actions beheert. In elk jaarverslag wordt een toelichting gegeven bij de uitvoering van het project voor elke activiteit en output, waarin de eventuele ondervonden moeilijkheden worden gepreciseerd, alsook de eventuele aanpassingen die werden gedaan en de bereikte resultaten met betrekking tot de in de kandidatuur vastgestelde doelwaarden.
Het Work Package voor de evaluatie van het project heeft verschillende aspecten gemeten. De aanvaarding van de voorgestelde maatregelen werd gemeten door de VUB, in nauwe samenwerking met elke partner van het project die een dienstverlening aan het publiek aanbiedt. Deze gebruikersenquêtes, die soms worden herhaald in de verschillende fasen van de maatregelen, lieten toe het profiel van de gebruikers van deze diensten vast te stellen, de mate waarin deze diensten beantwoorden aan hun behoefte en of ze hadden bijgedragen aan hun keuze voor de bakfiets. De enquêtes verschilden van vorm naargelang het type dienstverlening. In de meerderheid van de gevallen ging het om onlinevragenlijsten; in bepaalde gevallen nam de VUB ook gerichte interviews af. De VUB heeft ook de vermindering van de externe kosten gemeten die gepaard gaan met de overstap naar een bakfiets. Tot slot heeft Leefmilieu Brussel het verschil gemeten in blootstelling aan Black Carbon naargelang de vervoerswijze, waarbij bevestigd werd dat met de (bak)fiets de blootstelling aan Black Carbon gemiddeld 35% lager ligt dan met de auto of bestelwagen.
Door de combinatie van kwalitatieve elementen (gerichte interviews, feedback van deelnemers aan het einde van een test, indruk van de partners, enz.) en kwantitatieve elementen (opvolgingsindicatoren en resultaten) kwam men tot een stevige positieve evaluatie van het project, waarbij ook verbeterpunten belicht werden.
Al deze elementen werden voorgesteld op de Stakeholders Meeting met een groot aantal Brusselse of Belgische betrokken partijen, op vergaderingen van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie en sommige gespecialiseerde subcomités daarvan, en ook op internationale conferenties. Al deze presentaties boden de gelegenheid de goede praktijken te verspreiden die Brussel via dit project heeft ontwikkeld, maar ook feedback te verzamelen van een grote variatie aan actoren.