Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de deadlines voor het bereiken van de EPB-doelstellingen

Indiener(s)
Leila Lahssaini
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1650)

 
Datum ontvangst: 25/01/2024 Datum publicatie: 13/03/2024
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord: 13/03/2024
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
29/01/2024 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
13/03/2024 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Het Gewestelijk Lucht-Klimaat-Energieplan (GLKE) beschrijft een aantal doelstellingen die tegen 2050 moeten worden bereikt en maatregelen die moeten worden ingevoerd in het Brussels Gewest om de klimaatverandering het hoofd te bieden.

We hadden graag meer uitleg gekregen over de termijnen waarbinnen de doelstellingen moeten worden gehaald, meer bepaald voor de renovatie van woningen. Brussel telt bijna 600.000 woningen. Zoals vermeld in hoofdstuk 4 van het GLKE, betekent het verminderen van de energiebehoeften van het Brusselse woningbestand dat "alle belanghebbenden de vereisten moeten kennen en begrijpen".

We hebben echter inconsistenties met betrekking tot de aangekondigde deadlines vastgesteld in de verschillende documenten die we hebben geraadpleegd.

  • Kunt u de data verduidelijken die worden aangekondigd voor de inwerkingtreding van de EPB-verplichting, die volgens het GLKE (pagina 64) gepland is voor 1 januari 2026, de inwerkingtreding van het wetgevend kader, dat volgens het GLKE (pagina 65) moet worden goedgekeurd in 2023, en de herziening van het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing die wordt vermeld in uw antwoord op onze schriftelijke vraag nr. 1516 betreffende de sancties die zullen gelden voor energie-inefficiënte woningen?

  • Komt het ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing, met het oog op de uitvoering van de strategie voor de renovatie van gebouwen, dat voor advies is voorgelegd aan de Raad voor het Leefmilieu, overeen met de herziening van het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing zoals vermeld in uw antwoord op onze schriftelijke vraag nr. 1516? Zo ja, wanneer verwacht u dat de tekst van kracht wordt?

  • Bevestigt u dat alle woningen in Brussel tegen 2031 (of ten laatste 5 jaar na de herziening van het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing/het verplichtingenstelsel/het wetgevend kader) een EPB-certificaat moeten hebben?

  • Hoeveel woningen hebben momenteel een certificaat dat nog geldig zal zijn in 2031? Wat is de verdeling per klasse (A t/m G), uitgesplitst per gemeente?

  • Kunt u bevestigen dat alle privéwoningen in Brussel tegen 2033 (of ten laatste 10 jaar na de implementatie van de herziening van het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing/het verplichtingssysteem/het wetgevend kader) over een certificaat van minstens klasse E moeten beschikken en dat de klassen F en G verdwenen moeten zijn?

  • Kunt u bevestigen dat alle privéwoningen in Brussel tegen 2045 (of ten laatste 20 jaar na de implementatie van de herziening van het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing/het verplicht systeem/het wetgevend kader) een certificaat van minstens klasse C moeten hebben en dat de klassen D en E moeten verdwijnen?

 
 
Antwoord    1.
Het ontwerp van ordonnantie tot wijziging van het BWLKE is op 23 februari 2024 tijdens de plenaire vergadering goedgekeurd. De ordonnantie zal op de tiende dag volgend op de bekendmaking in het Staatsblad in werking treden, met uitzondering van de artikelen 21 (nieuwe verplichting om binnen de vijf jaar over een certificaat te beschikken) en 22 (nieuwe verplichtingen voor VME’s), waarvan de inwerkingtreding bij regeringsbesluit zal worden bepaald (art. 79 van het ontwerp van ordonnantie).
2.
Het gaat inderdaad over hetzelfde ontwerp van ordonnantie. De inwerkingtredingsdata staan in het antwoord op de eerste vraag.
3.
Zoals vermeld in het antwoord op vraag 1, zal de inwerkingtreding van het artikel dat in het BWLKE de verplichting invoegt om binnen vijf jaar te beschikken over een EPB-certificaat worden bepaald door een regeringsbesluit (art. 79 van het ontwerp van ordonnantie): de ontwerptekst van dat besluit voorziet in de inwerkingtreding van die bepaling in 2025, wat overeenkomt met 2030 als deadline voor alle EPB-eenheden om over het EPB-certificaat te beschikken.
4.
Een EPB-certificaat is maximaal tien jaar geldig, in overeenstemming met de voorschriften van de EPB-richtlijn. Bijgevolg zullen alleen certificaten die na 2020 zijn uitgegeven nog geldig zijn in 2030.
Tot nu toe gaat het om 94.760 EPB-certificaten.
Er is echter in maatregelen voorzien in de herziening van het BWLKE om de actualisering van de EPB-certificaten gemakkelijker te maken.
De uitsplitsing per gemeente staat in de bijlage.
5.
In de aangenomen ordonnantie wordt de verplichting vastgelegd om tegen 2033 een energieprestatieniveau van 275 kWh/m³/jaar, d.w.z. een EPB-klasse E, te bereiken. Het is dus de bedoeling dat alle woningen van klasse F en G tegen 2033 gerenoveerd zijn. De ordonnantie voorziet in een systeem van afwijkingen om rekening te houden met technische, functionele en economische beperkingen van de betrokken wooneenheden.
6.
In de ordonnantie wordt de eis vastgelegd om 20 jaar na de inwerkingtreding een energieprestatieniveau van 150 kWh/m³/jaar, d.w.z. een EPB-klasse C, te bereiken. Net als bij de doelstelling voor 2033 voorziet de ordonnantie in een systeem van afwijkingen om rekening te houden met technische, functionele en economische beperkingen van de betrokken wooneenheden.
In een regeringsbesluit worden de voorwaarden voor technische, functionele en economische vrijstellingen vastgelegd. In het besluit, dat in eerste lezing is aangenomen, is er met name in voorzien dat voor eigenaar-bewoners onder bepaalde voorwaarden rekening kan worden gehouden met situaties waarin hun werkelijk primair energieverbruik minder is dan 100 kWhEP/(m².jaar) gedurende drie opeenvolgende jaren. Overeenkomstig de voorwaarden in het besluit kunnen die gezinnen worden vrijgesteld van het halen van de energiedoelstelling van 150kWh/m
2/jaar.