Schriftelijke vraag betreffende genderdiscriminatie op de woningmarkt
- Indiener(s)
- Nadia El Yousfi
- aan
- Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 1336)
| Datum ontvangst: 31/01/2024 | Datum publicatie: 14/03/2024 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 23/24 | Datum antwoord: 14/03/2024 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 08/02/2024 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
| Vraag | In een recente publicatie van Brussel Huisvesting werd benadrukt dat LGBTQIA+-personen te maken hebben met aanzienlijke discriminatie op de woonmarkt. Die discriminatie kan zich op verschillende manieren uiten, gaande van de weigering om iemand een woning te verhuren of te verkopen vanwege zijn seksuele geaardheid of genderidentiteit tot vijandig en discriminerend gedrag als de LGBTQIA+-persoon er eenmaal woont. Zelfs bij sociale of openbare huisvesting, die toegankelijk zou moeten zijn voor iedereen die aan de vereiste criteria voldoet, wordt er geen rekening gehouden met die vormen van discriminatie en wordt niet voldoende aandacht besteed aan de specifieke behoeften van LGBTQIA+-personen.
|
| Antwoord | Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen: Met betrekking tot de uitvoering van maatregelen ter bescherming van de rechten van LGBTQIA+-personen op het vlak van huisvesting: deze worden vermeld in hoofdstukken 2 en 3 van het Brussels Plan voor de inclusie van LGBTQIA+-personen. Actiepunt 7 van dit plan, namelijk “de strijd tegen discriminatie van LGBTQIA+-personen op het gebied van huisvesting opvoeren”, valt bijvoorbeeld onder de verantwoordelijkheid van Brussel Huisvesting. In het kader van dit actiepunt krijgen de Verenigingen voor Integratie via Huisvesting (VIH's) de mogelijkheid om de nodige erkenning te krijgen om discriminatietesten uit te voeren. Hiervoor ontvangen ze subsidies. Brussel Huisvesting heeft deze acteurs al opgeleid en blijft dit doen zodat ze discriminatietesten kunnen uitvoeren (situatietesten en mystery client testen). Bovendien voert het bestuur ook dergelijke discriminatietesten uit. Daarnaast werden intersekse variaties, gender, genderidentiteit of genderexpressie opgenomen als criterium voor discriminatie op de woningmarkt. Ook de huisvestingsactoren (vastgoedmakelaars, kandidaat-huurders en verhuurders) worden opgeleid en geïnformeerd over deze toevoegingen aan de Huisvestingscode. Er is eveneens een standaardinformatieblad voor huurders opgesteld. Dit blad vermeldt alleen de informatie die gevraagd mag worden volgens de Huisvestingscode. Op het terrein worden er eveneens opleidingen gegeven rond gelijkheid en inclusie binnen huisvesting, waar alle plaatselijke besturen aan kunnen deelnemen (o.a. binnenkort bij Angela D in samenwerking met Brussel Plaatselijke Besturen). In geval van discriminatie of het vermoeden ervan bij de toegang tot huisvesting kan er bovendien uiteraard ook klacht ingediend worden bij de directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie bij Brussel Huisvesting, die tevens zelf ook proactief discriminatietesten en controles uitvoeren om discriminatie die bij wet verboden is op te sporen en te sanctioneren. De klacht kan van de gedupeerde zelf komen, alsook van derden. Het doel van actie 8 van het plan is om het opvangaanbod uit te breiden voor LGBTQIA+-jongeren die door hun gezin verstoten zijn, met name door de aankoop van een gebouw om er opvangplaatsen te creëren voor deze jongeren in moeilijkheden. Deze maatregel is inmiddels verwezenlijkt, aangezien de vzw Het Opvanghuis heeft geïnvesteerd in een gebouw waarin 14 plaatsen ter beschikking konden worden gesteld. Dit gebouw werd door het Brussels Gewest aangekocht. Ten slotte heeft de BGHM de vzw L'architecture qui dégenre aangesteld ter ondersteuning van het bouwheerschap zodat er gendercriteria in aanmerking worden genomen bij projecten inzake de bouw/renovatie van woningen. Momenteel loopt er bij de BGHM geen proefproject, maar dit wordt bekeken bij toekomstige projecten voor de renovatie van sociale woningen. Wat sociale en openbare huisvesting in het bijzonder betreft: deze huisvestingsvormen vallen ook onder de letter van de wet en er mag niet worden gediscrimineerd op grond van de beschermde criteria. Zij kunnen dus eveneens onderworpen worden aan discriminatietesten en er kan ook klacht ingediend worden tegen openbare verhuurders. Zoals u overigens weet, is het doel van sociale huisvesting om ervoor te zorgen dat elke burger met een beperkt inkomen toegang krijgt tot een degelijke woning. Sociale woningen worden toegewezen op basis van lijsten en op basis van het aantal prioriteitspunten, dus van dergelijke discriminatie kan geen sprake zijn. Er moet echter rekening worden gehouden met het feit dat de wetgeving Openbare Vastgoedmaatschappijen ook toestaat om in afwijking hierop woningen toe te wijzen op basis van: - Een rechtstreeks verzoek van burgers of verenigingen; - Een overeenkomst tussen een OVM en een vereniging waarin de door de overeenkomst beoogde doelgroep en het aantal woningen in kwestie worden vastgelegd. Naast Brussel Huisvesting slaan Equal.brussels en Brussel Plaatselijke Besturen overigens de handen in elkaar voor de organisatie van een activiteitenprogramma rond gender en huisvesting in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Zo biedt Brussel Plaatselijke Besturen in mei 2024 een opleiding op maat aan over genderongelijkheden in huisvesting en mogelijke acties op gemeentelijk niveau. Iedereen die tewerkgesteld is bij een Brusselse gemeente of in een gewestelijke instelling en werkt rond huisvesting, ongeacht zijn/haar functie (maatschappelijk werker, architect, projectleider, huisvestingsreferent, enz.), kan hieraan deelnemen. Er is ook een nieuwsbrief getiteld "Tools voor gelijkwaardige huisvesting” waarin advies kan worden uitgewisseld en waarin men op de hoogte kan blijven van activiteiten, opleidingen en evenementen over dit onderwerp. Het opzet is dat zoveel mogelijk partners hierop inschrijven. De studie over gender en huisvesting werd bovendien afgerond in 2023 en resulteerde in een gids met aanbevelingen, in het bijzonder voor sociale en openbare huisvesting. Naast de interessante cijfers bevat de gids ook richtlijnen voor een inclusief woningenbestand door het verschaffen van advies rond beleid, voorstellen voor redelijke aanpassingen in het woningenbestand, enz. Deze studie was het onderwerp van een groot symposium "habiter le care" eind 2023, dat werd gesteund door equal.brussels. Ze zal in juni 2024 ook het onderwerp zijn van een “Middag van huisvesting” waar alle lokale partners voor zullen worden uitgenodigd. Wat de geplande samenwerkingen betreft: in het kader van het Brussels Actieplan voor de inclusie van LGBTQIA+-personen 2022-2025 is er sprake van een samenwerking tussen de verschillende besturen met het oog op de mainstreaming van het Gelijke Kansenbeleid. Samenwerking tussen alle regeringsbevoegdheden vormt dan ook het basisprincipe van de plannen inzake gelijke kansen die tijdens deze legislatuur werden gelanceerd. In het kader van het Actieplan voor de inclusie van LGBTQIA+-personen, wordt halfjaarlijks ook een forum georganiseerd, waarbij de verschillende besturen en het maatschappelijk middenveld met mekaar kunnen interageren en samenwerken rond vooraf bepaalde acties. Daarnaast zijn er ook actoren uit het werkveld die zich inzetten voor inclusieve woonvormen. Zij worden ondersteund door de gewestelijke besturen. Zo zal Angela D, in samenwerking met BPB, in maart 2024 twee opleidingen aanbieden over gender en huisvesting met een focus op architectuur, governance en begeleiding. |