Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende cijfers over het aantal reizigers op tramlijnen 3, 4 en 55

Indiener(s)
Victoria Austraet
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1931)

 
Datum ontvangst: 07/03/2024 Datum publicatie: 15/04/2024
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord: 15/04/2024
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
08/03/2024 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
15/04/2024 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    De Brusselse openbare vervoersmaatschappij, de MIVB, verzamelt zeer nauwkeurige cijfers over het aantal reizigers op haar verschillende lijnen. De tellingen gebeuren automatisch met behulp van poorten en een systeem van fotocellen aan de ingangen van de trams en metro's. Dankzij deze gegevens kunnen een aantal spelers het aantal reizigers op de verschillende lijnen uur per uur analyseren, en de gewoonten van de reizigers van het openbaar vervoer nagaan.

Deze informatie is uiteraard nodig om te beoordelen of het aanbod van openbaar vervoer moet worden aangepast, vooral wat betreft de tramlijnen die vervangen of gewijzigd moeten worden als het metrolijn 3-project doorgaat. Het gaat hoofdzakelijk om de tramlijnen 3, 4 en 55.
  • Beschikt u over deze cijfers van de tramlijnen 3, 4 en 55, uur per uur, halte per halte, voor de jaren 2020, 2021, 2022 en 2023, en zo ja, kunt u deze verstrekken?

 

 
 
Antwoord    De reizigersaantallen op de Noord-Zuidas werden op 18 september 2023 voorgesteld aan de Gewestelijke Mobiliteitscommissie.
Naast de cijfers van het aantal reizigers moet men ook absoluut rekening houden met de gegevens over de (over)verzadiging van het net en de daaruit voortvloeiende problemen met de regelmaat en de kwaliteit van de dienstverlening. Als je simpelweg het gemiddelde aantal reizigers en de gemiddelde capaciteit vergelijkt, kan dat de foute indruk wekken dat alles in orde is, aangezien er gemiddeld per uur meer beschikbare stoelen zijn dan reizigers. In werkelijkheid is de bezettingsgraad zeer onregelmatig, en zijn er zeer grote verschillen in belasting tussen het ene voertuig en het andere, met overbelasting en ongemak voor klanten als gevolg.
bijlage
Om de reizigersstromen op de lijnen 3 en 4 in perspectief te helpen plaatsen, is het vermeldenswaard dat er in 2019 30 miljoen ritten werden gemaakt op de lijnen 3 en 4. Dit komt overeen met 2,7 miljoen verplaatsingen per kilometer tramlijn. Ter vergelijking: dit is meer dan het aantal klanten dat wordt vervoerd door metrolijn 5 (2,3 miljoen ritten/km) en evenveel als lijn 1 (2,8 miljoen ritten/km).

Voertuigbezettingsgraad:
- Overzicht van de belasting per klasse van bezettingsgraad
- Lijn 3 naar Esplanade tussen 15u en 17u op een werkdag
- Gegevens van 06/03/2023 tot 10/06/2023
bijlage
We merken grote verschillen in de voertuigbezettingsgraad en ook terugkerende problemen met voertuigverzadiging op bepaalde momenten van de dag.
Verzadiging van de infrastructuur:
Naast de lijnen 3 en 4 gebruiken lokaal nog andere lijnen de ondergrondse infrastructuur tussen het Albertplein en het Noordstation:
- lijnen 51 en 82 in de tunnel Grondwet;
- lijnen 25 en 55 in de tunnelingang ‘Vooruitgang’ richting het ondergrondse Noordstation.
Hierdoor ontstaan op verschillende plaatsen conflictzones (kruisingen) tussen lijnen, waardoor de capaciteit van de hele ondergrondse infrastructuur ernstig wordt beperkt.
De lijnen 25, 51 en 82 rijden momenteel tijdens de spits met een frequentie van één tram om de 6 minuten in elke richting, terwijl lijn 55 met een frequentie van één tram om de vijf minuten rijdt. Het resultaat is:
- 88 trams/uur in alle richtingen in de Grondwettunnel;
- 92 trams/uur in alle richtingen in de tunnelingang ‘Vooruitgang’, terwijl de theoretische maximumcapaciteit die wordt opgelegd door de veiligheids- en signalisatiesystemen slechts 45 trams/uur in elke richting is.
bijlage
Lijnen 3 en 4 - Regelmaat en interval:
Momenteel is het interval tussen twee piekdiensten zelden 2 minuten 30 minuten zoals gepland:
· ca. 40% van de trams rijdt meer dan 3 minuten na de vorige tram;
· Dit is te wijten aan de onregelmatigheid die ontstaat bij het invoegen in de Noord-Zuidtunnel, waarbij de lijnen 3 & 4 de grillen van het bovengronds transport moeten ondergaan voor ze kunnen invoegen.
Concreet heeft een slechte naleving van de dienstregeling een impact op:
- Wachttijden voor de klant en dus de totale reistijd;
- Onzekerheid in verband met wachttijd en dus betrouwbaarheid van de dienst;
- De belasting van de voertuigen en dus het comfort van de klanten.
Het fenomeen van onregelmatigheid werkt zelfversterkend: wanneer een tram te laat is en er dus meer tijd verloopt tussen deze en de vorige tram, komen er meer passagiers op het perron. De extra passagiers aan de halte zorgen voor een langere instaptijd en dus nog meer vertraging. Zo ontstaat een vicieuze cirkel.
Lijnen 25 en 55 - Onregelmatigheid in de tunnelingang ‘Vooruitgang’:
De verzadiging van de infrastructuur, met name aan de tunnelingang Vooruitgang, geldt ook voor de lijnen 25 en 55. Er is een hoge mate van onregelmatigheid in de tunnelingang Vooruitgang. De rijtijden verschillen enorm helemaal aan het begin van de lijn, wat ook invloed heeft op de regelmaat van de dienst op deze lijnen, en dus op de kwaliteit van de dienstverlening aan de betrokken klanten.