Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het schrijnende tekort aan Brussels zwemwater

Indiener(s)
Mathias Vanden Borre
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 1329)

 
Datum ontvangst: 19/04/2024 Datum publicatie:
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord:
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/04/2024 Vraag om uitleg omgevormd tot schriftelijke vraag Mathias Vanden Borre
22/04/2024 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Ik heb reeds meermaals vragen gesteld over de problematiek van het structureel tekort aan zwemwater in het Gewest en het gebrek aan uniformiteit bij de bestaande zwembaden. Ik wees daarbij op de zware overbelasting van de huidige zwembaden, waardoor vele Brusselaars de toegang tot zwemmen in feite ontzegd wordt. Mijn uitspraken en kritieken werden recent (januari 2024) bevestigd in een uitgebreide en interessante studie uitgevoerd door Perspective.1 In de conclusie van die studie wordt onder meer gewezen op de beperkte openingsuren, de verschillende tarieven, en de versnipperde bevoegdheden – waarbij het Gewest bevoegd is voor de financiering van sportinfrastructuur en de gemeenten voor het beheer.

De studie formuleert ook enkele aanbevelingen, zoals de oprichting van een beheerdersnetwerk, een uitbreiding van de openingsuren, een bundeling van beheerderstaken en -kosten voor meer budgettaire efficiëntie, en het gebruik van doeltreffende informatie- en communicatiesystemen voor de gebruikers. Een optimalisering van de werking van de zwembaden alleen volstaat volgens de onderzoekers evenwel niet om de achterstand weg te werken die Brussel in de loop der jaren heeft opgelopen. Het tweede luik beoogt daarom een doelstelling op langere termijn, namelijk een verbetering van het aanbod door de bouw van nieuwe zwembaden. Daarvoor wordt door de onderzoekers gekeken naar modellen waarbij er partnerschappen worden aangegaan met de privésector zodat de overheden, met name de gemeenten, niet de financiële lasten moeten dragen.

In uw eigen regeerakkoord wordt voorgesteld om een “bovengemeentelijke structuur” op te richten, o.a. om nieuwe openbare zweminfrastructuur te ontwikkelen. Deze regering zou gewestelijke beheersregels vastleggen voor de zwembaden die door de gemeenten aan deze bovengemeentelijke structuur worden toevertrouwd en zou daarbij bijzondere aandacht besteden aan de harmonisering van de tarieven en de niet-discriminatie tussen Brusselaars. Niets van dat alles is op vandaag gebeurd! Bij het aflopen van de legislatuur is er quasi geen enkele vooruitgang geboekt in dit dossier.

***

Ik heb hieromtrent de volgende vragen.

  1. Hebt u intussen de interessante studie van Perspective geanalyseerd? Welke concrete acties zal u verbinden aan de vaststellingen en aanbevelingen in deze studie?

  2. Wat is de stand van zaken van de oprichting van de bovengemeentelijke structuur voor zwembaden?

  3. Wat is de stand van zaken van het overleg tussen het Gewest en de gemeenten? Werd de gewestelijke harmonisering van de tarieven hier al besproken en beslist?

  4. Hoe vaak is de werkgroep met de vertegenwoordigers van gemeenten en gemeentelijke zwembaden reeds bijeengekomen? Welke resultaten kan deze werkgroep op vandaag voorleggen?

  5. Zijn de resultaten van de audit van de gemeentelijke zwembaden, onder andere wat de geschikte juridische bovengemeentelijke structuur betreft, intussen beschikbaar?

  6. Wat is ten slotte de stand van zaken van het Becobad-project, het project van het drijvend zwembad in het Kanaal? Wat is het standpunt van de Haven van Brussel hieromtrent?

1 https://perspective.brussels/sites/default/files/documents/piscine_rapport_nl_final.pdf