Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de strijd tegen tuberculose.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 40)

 
Datum ontvangst: 09/01/2020 Datum publicatie: 19/02/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 12/03/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/01/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Tuberculose (tbc) wordt algemeen beschouwd als een bijna ‘vergeten ziekte’, hoewel het op wereldschaal wel nog steeds de dodelijkste infectieziekte is. De ziekte komt steeds minder voor, maar in stedelijke omgevingen – waar armoede en sociale uitsluiting vaak een belangrijke oorzaak vormen – blijft de concentratie relatief groot. Zo zou maar liefst 28% van de Belgische personen met tbc in Brussel leven.
Bepaalde doelgroepen, zoals illegale vluchtelingen of transmigranten, hebben een hoger risico op besmetting wegens een gebrekkige gezondheidszorg. De aanwezigheid van mogelijke patiënten op publieke plaatsen zoals stations of parken zijn een groot gevaar voor de volksgezondheid. Deze patiënten moeten meteen geholpen en afgezonderd kunnen worden.
In het najaar van 2019 werd, met het oog op die strijd tegen tbc, in het UMC Sint-Pieter een gespecialiseerde tuberculoseafdeling (Centrum voor Respiratoire Geneeskunde, CRG) opgericht waar patiënten ook voor langere tijd gehospitaliseerd kunnen worden. Die afdeling werd mee opgericht door de Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding (VRGT) en haar Franstalige zusterorganisatie Fonds des affections respiratoires (FARES).
VRGT en FARES staan samen in voor het verzamelen, registreren en verwerken van gegevens over tuberculosepatiënten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en voor de coördinatie van de tuberculoseopsporing bij de risicogroepen, in samenwerking met de betrokken instanties op het terrein.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:
- Zijn er cijfers beschikbaar omtrent het totale aantal tuberculosepatiënten die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vandaag telt? Kan u deze cijfers afzetten tegen 2018 en 2019? Welke evolutie kan u duiden in deze cijfers? Hoe verschilt dit met andere hoofdsteden in Europa?
- Hebt u meer specifiek zicht op het aantal tuberculosepatiënten onder de verschillende risicogroepen, zoals de transmigranten uit de omgeving van het Maximiliaanpark? Op welke manier wordt deze risicogroepen gescreend op en behandeld voor tuberculose? Op welke manier wordt hiertoe samengewerkt en overlegd met vluchtelingenorganisaties of medische NGO’s zoals Dokter van de Wereld?
- Hoe evalueert u de werking van de gespecialiseerde tuberculoseafdeling die VRGT en FARES oprichtten in het UMC Sint-Pieter? Over hoeveel personeelsleden beschikt dit CRG? Plant u dit nog verder uit te breiden? Op welke manier vindt er structureel overleg plaats tussen de betrokken instanties? Op welke manier wordt er meer specifiek samengewerkt en overlegd met de verschillende Gemeenschappen en de federale overheid?
- Hoeveel tbc-patiënten werden er reeds behandeld in het CRG in het UMC Sint-Pieter? Op welke manier wordt er in de algemene werking ingezet op preventie van infectie onder risicogroepen? Welke specifieke doelstellingen werden hieromtrent gesteld? Welk budget wordt hiertoe voorzien?
 
 
Antwoord    Zijn er cijfers beschikbaar omtrent het totale aantal tuberculosepatiënten die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vandaag telt? Kan u deze cijfers afzetten tegen 2018 en 2019? Welke evolutie kan u duiden in deze cijfers? Hoe verschilt dit met andere hoofdsted en in Europa?

In het kader van de epidemiologie van tuberculose spreekt men in het algemeen over een incidentie, d.w.z. het aantal nieuwe gevallen in een jaar ten opzichte van de bevolking (meestal 100.000 inwoners) en niet naar de prevalentie (aantal tuberculosegevallen op een bepaald moment).
Onderstaande tabel geeft het aantal tuberculosegevallen en de incidentie tussen 2001 en 2018 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest weer (bron: FARES/VRGT):


Nombre de cas TBC

Aantal TBC-gevallen

Incidence (/100 000 habitants)

Incidentie (/100 000 inwoners)

% de cas résidant en RBC parmi tous les cas de TBC

% gevallen in het BHG in vergelijking met alle TBC-gevallen

2001

352

36,5

26,7%

2002

417

42,6

31,9%

2003

358

36,1

31,7%

2004

342

34,2

27,9%

2005

343

34,1

30%

2006

374

36,7

33,2%

2007

294

28,5

28,6%

2008

303

28,9

30,1%

2009

320

29,9

31,4%

2010

377

34,6

33,8%

2011

351

31,4

33,6%

2012

312

27,4

31,6%

2013

303

26,2

30,9%

2014

290

24,9

30,2%

2015

304

25,9

30,8%

2016

331

27,9

31,6%

2017

331

27,8

34%

2018

354

29,5

36,1%



De meest recente gegevens komen voort uit het toezicht op tuberculose via de verplichte aangifte (bron: Cel Gezondheidsinspectie - DVC GGC) met 397 aangegeven gevallen van tuberculose voor het hele jaar 2019. Deze statistiek is niet exhaustief en vertegenwoordigt over het algemeen een overschatting van het werkelijke aantal tuberculosegevallen in het Brussels Gewest door het bestaan van dubbele aangiftes. Ook wordt geen rekening gehouden met andere bestaande toezichtsnetwerken en de epidemiologische analyse van FARES en VRGT, die later beschikbaar zal worden gesteld.

Deze instellingen zijn verantwoordelijk voor het Belgische tuberculoseregister, waarvan de meest recente versie betrekking heeft op het jaar 2017. Uit de informatie uit dit laatste register blijkt het volgende (vrije vertaling): "in het Brussels Gewest ligt de incidentie sinds een twintigtal jaar tussen 30 en 40/100.000; ze is in 2007 voor het eerst onder de drempel van 30 gevallen/100.000 gedaald en is sindsdien op dit niveau gebleven, behalve in 2010 en 2011. In 2017 is de incidentie 27,8/100.000 in de hoofdstad.”.

In 2018 bedroeg de incidentie van tuberculose in België 8,6/100.000 inwoners. Sinds 2011 wordt ons land beschouwd als een land met een lage incidentie omdat deze onder de drempel van 10/100.000 valt. Net als in andere West-Europese landen is de incidentie van tuberculose lang geleden gedaald, maar is er de laatste jaren een tendens tot stagnatie waargenomen, vooral in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.



De veranderende epidemiologie van tuberculose die ook in andere Europese landen wordt aangetroffen, wordt gekenmerkt door de aanzienlijke concentratie van de ziekte bij bepaalde kwetsbare bevolkingsgroepen die over het algemeen in stedelijke gebieden leven. Als gevolg daarvan kunnen grote steden, zelfs in lage-incidentie landen, een incidentie hebben die meerdere malen hoger is dan deze die in kleine steden of plattelandsgebieden wordt waargenomen.

Zo is een derde van de aangegeven TBC-gevallen in België geconcentreerd in Brussel, waar de incidentie (29,5/100.000 in 2018) 3 tot 4 keer hoger ligt dan in de rest van het land.

In een artikel dat in 2014 werd gepubliceerd, wordt het aantal tuberculosegevallen in de grote Europese steden vergeleken op basis van gegevens uit 2009. Zoals uit onderstaande tabel blijkt, hadden alleen Londen en Birmingham op dat moment een hogere incidentie dan Brussel (30,5/100.000), dat dus in de top 3 van steden met het grootste risico op tuberculose in West-Europa stond.



Meer actuele gegevens (2019) zijn beschikbaar voor Londen en Rotterdam. Uit de onderstaande grafieken blijkt dat de incidentie daar aanzienlijk afneemt, wat niet het geval is in Brussel. Tien jaar later ligt de incidentie in Londen lager dan Brussel.



In 2018 bevond de incidentie zich in alle West-Europese landen onder de drempel van 10/100.000, behalve in Malta (11,6/100.000), Portugal (20,8/100.000) en Spanje (10/100.000). België heeft echter een hogere incidentie dan de buurlanden, aangezien Frankrijk, Duitsland en Luxemburg een incidentie hebben tussen 6,6 en 7,6/100 000 en Nederland een incidentie heeft van 4,7/100 000.

2 - Hebt u meer specifiek zicht op het aantal tuberculosepatiënten onder de verschillende risicogroepen, zoals de transmigranten uit de omgeving van het Maximiliaanpark? Op welke manier wordt deze risicogroepen gescreend op en behandeld voor tuberculose? Op welke manier wordt hiertoe samengewerkt en overlegd met vluchtelingenorganisaties of medische NGO’s zoals Dokter van de Wereld?

FARES en de DVC van de GGC (Cel Gezondheidsinspectie) beschikken over nauwkeurige gegevens over de tuberculosegevallen in deze risico-bevolkingsgroep. Vanaf 9 mei 2019, werden in het laatste verslag van de Gezondheidsinspectie over de gezondheidsproblemen in het Maximiliaanpark en het Communicatiecentrum Noord de volgende cijfers vermeld:
- Aantal gediagnosticeerde gevallen sinds juli 2017: 45
- Tussen juli 2017 en augustus 2018: 18
- Tussen september 2018 en december 2018: 14
- Tussen januari 2019 en mei 2019: 13

Daarom is er geen sprake van een stijging als men de laatste 4 maanden van 2018 vergelijkt met de eerste 4 maanden van 2019.

Volgens de nationaliteit :
- 28 Eritreeërs
- 8 Soedanezen
- 5 Ethiopiërs
- 1 Mauritaniër
- 3 onbekende nationaliteiten

Op basis van geslacht:
- 40 mannen
- 5 vrouwen

5 van deze gevallen werden geregistreerd in het Waalse Gewest en 1 in het Vlaamse Gewest, maar ze waren allemaal op doorreis door het Maximiliaanpark en zijn omgeving. De meeste van hen werden gediagnosticeerd in het Brussels Gewest en verlieten vervolgens de hoofdstad.

Van de 13 gediagnosticeerde gevallen sinds begin 2019:
- waren er 9 bronchopulmonale gevallen met 7 positieve directe onderzoeken (ED+)
- 5 actieve opsporingen (doorverwezen door de Hub)
- 6 passieve opsporingen (meestal meegebracht door gastheren)
- 2 gediagnosticeerd in het buitenland

FARES organiseert sinds augustus 2018 straathoekwerken met twee verpleegkundigen en een vertaler. Het doel is om zoveel mogelijk mensen op te sporen en snel te behandelen via een checklist. Sinds februari 2019 beginnen de straathoekwerken in het station Noord waar de verpleegkundigen de symptomen monitoren en informatie verstrekken over het bestaan van de Humanitaire Hub (gecoördineerd door ngo's zoals Médecins du Monde). De Damiaanactie komt tussenbeide als de patiënt besluit in België te blijven. Daarnaast wordt de continuïteit van de zorg met Engeland gewaarborgd als de patiënt daar aankomt.


3 - Hoe evalueert u de werking van de gespecialiseerde tuberculoseafdeling die VRGT en FARES oprichtten in het UMC Sint-Pieter? Over hoeveel personeelsleden beschikt dit CRG? Plant u dit nog verder uit te breiden? Op welke manier vindt er structureel overleg plaats tussen de betrokken instanties? Op welke manier wordt er meer specifiek samengewerkt en overlegd met de verschillende gemeenschappen en de federale overheid?

De samenwerking tussen FARES en VRGT verloopt vlot. Er bestaat een voortdurende uitwisseling tussen de betrokken instellingen, met name FARES, VRGT en de Cel Gezondheidsinspectie van de DVC. Er zijn maandelijkse bijeenkomsten gepland om gevallen van tuberculose te bespreken waarvan het beheer gecompliceerd is en om te zorgen voor de best mogelijke follow-up van deze patiënten. De instellingen nemen ook deel aan het "Gezondheidsnetwerk voor danklozen" (voorheen het "Gezondheidsplatform - Daklozen"), waar het probleem van tuberculose in een meer globale context wordt aangepakt. Bovendien vinden er frequente uitwisselingen plaats tussen de gefedereerde entiteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op besmettelijke ziekten, op dezelfde manier als voor andere meldingsplichtige ziekten. Op federaal niveau werd in het kader van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid tijdens de vorige legislatuur een werkgroep voor tuberculose opgericht, maar deze is niet meer bijeengekomen sinds de federale regering in lopende zaken is.

Binnen het Centrum voor Tuberculosepreventie (CTP) van het CHU Saint-Pierre zijn er :
- Voor FARES: 4,9 VTE verpleegkundigen en 0,5 VTE maatschappelijk werker;
- Voor VRGT: 2,3 VTE verpleegkundigen.
De personeelskosten worden gedekt door de GGC, de Nationale Loterij en de VGC.

Vier keer per week worden een pneumoloog en een kinderarts (op verzoek) toegevoegd aan het team om medische consultaties in het CTP aan te bieden.

In 2018 werden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 354 gevallen van tuberculose gemeld. Hiervan hebben 336 (95%) een door de FARES/VRGT-teams uitgevoerde conformiteitsbeoordeling genoten. Degenen die geacht werden het risico te lopen niet aan de voorschriften te voldoen, genoten dus een gepersonaliseerde begeleiding, waaronder huisbezoeken, de installatie van een pillendoos, telefoongesprekken, bezoeken aan het CTP, enz.

In 2018 hebben de FARES en VRGT-verpleegkundigen dus 178 nieuwe patiënten begeleid, zonder rekening te houden met de patiënten die in 2017 en soms zelfs in 2016 werden gescreend en die nog in behandeling zijn. Bovendien werden onder de 3.562 mensen die op gevallen van besmettelijke tbc werden onderzocht, 19 gevallen van tuberculose ontdekt. De detectiegraad onder de contacten, 533/100.000, is dus bijzonder hoog.

Bovendien wordt de minister ondervraagd over zijn bedoelingen en niet over zijn handelen. Het is aan het kabinet om te beslissen of dit deel van de vraag wordt beantwoord.

4 - Hoeveel tbc-patiënten werden er reeds behandeld in het CRG in het UMC Sint-Pieter? Op welke manier wordt er in de algemene werking ingezet op preventie van infectie onder risicogroepen? Welke specifieke doelstellingen werden hieromtrent gesteld? Welk budget wordt hiertoevoorzien?

De doelstellingen zijn identiek aan die van de WGO: "België wordt beschouwd als een land met een lage incidentie. Onder deze drempel blijven is een doelstelling die in de toekomst moet worden gehandhaafd, maar de WGO gaat verder en beveelt aan dat elk land zijn bestrijdingsstrategie aanpast om geleidelijk de pre-eliminatiefase (< 10 gevallen/miljoen) en vervolgens de eliminatie (< 1 geval/miljoen) van tuberculose te bereiken. Volgens de ramingen zou België zijn incidentie met gemiddeld 20% per jaar moeten verminderen om tegen 2035 tot eliminatie te komen en met 12,0% als de termijn wordt verlengd tot 2050. Dit is een uiterst ambitieuze en onrealistische doelstelling, vooral omdat tuberculose in ons land sinds 2012 stagneert.

Voor 2019 is in het kader van de strijd tegen tuberculose een bedrag van € 94.000 toegezegd aan de Belta Foundation (de overkoepelende stichting van FARES en VRGT). Voor 2020 wordt opnieuw 97.000 euro gevraagd voor het toezicht op tuberculose en de coördinatie van de opsporing bij risicogroepen. De Cocof financiert ook de acties van FARES op het gebied van tuberculosepreventie op basis van een strategisch meerjarenplan (bedrag: 445.000 euro/jaar).

De preventie is gebaseerd op 3 basisprincipes:
o Vroegtijdige opsporing van tuberculosepatiënten en passende behandeling zodat patiënten zo snel mogelijk niet-besmettelijk worden (preventie van overdracht) ;

o De opsporing bij de entourage, wat momenteel de meest "kostenefficiënte" opsporingsmethode is;
o Proactieve opsporing bij bepaalde risicogroepen volgens strategieën die gezamenlijk door FARES/VRGT en de partnerinstellingen zijn vastgesteld:

ü Osporing bij asielzoekers: röntgenfoto's bij binnenkomst of tuberculinetest bij personen waarvoor röntgenfoto's zijn gecontra-indiceerd;
ü Opsporing bij gevangenen: röntgen- of tuberculinetest bij binnenkomst in de gevangenis en jaarlijkse screening;
ü Opsporing bij risico-werknemers: uitgevoerd door de arbeidsgeneesheer, afhankelijk van de geïdentificeerde risico's;
ü Opsporing bij daklozen/migranten/kansarmen: actieve samenwerking met partners op het werkveld, doorverwijzing van bepaalde opvangcentra voor röntgenfoto's bij binnenkomst, informatie via straathoekwerkers voor migranten in het Maximiliaanpark, etc.;

FARES en de VRGT zorgen ervoor dat er uitgebreide zorg wordt verleend aan elke patiënt met tuberculose. Dit omvat een eerste beoordeling van de conformiteit, een gepersonaliseerde follow-up in geval van moeilijkheden en sociale stappen om eventuele administratieve, economische of culturele belemmeringen voor de patiënt te overwinnen.