Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de inspecties en controles van rusthuizen.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 45)

 
Datum ontvangst: 27/01/2020 Datum publicatie: 16/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 15/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
04/02/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Tijdens een eerdere schriftelijke vraag peilde ik reeds naar het aantal inspecties in rusthuizen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daaruit bleek onder meer dat er in januari 2019 nog 114 niet-erkende instellingen (rusthuizen en service-residenties) waren. U bevestigde ook dat de wetgeving niet toelaat om alternatieve sancties op te leggen, waardoor een instelling in principe gesloten moet worden wanneer deze niet meer voldoet aan de normen. In 2019 werden echter geen dergelijke gevallen genoteerd. In 107 dossiers was de procedure nog aan de gang, waarbij 21 controlebezoeken nog tijdens 2019 ingepland waren. Daarbij dient bovendien nog de kanttekening gemaakt te worden dat 20 instellingen gecategoriseerd worden als ‘problematische instellingen die van nabij gevolgd worden sinds januari 2019’.
De normen waarop gecontroleerd wordt, zijn degene vastgelegd door de geldende wetgeving (zoals bijvoorbeeld het besluit van het Verenigd College van 3 december 2009 tot vaststelling van de erkenningsnormen waaraan de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen moeten voldoen alsmede tot nadere omschrijving van de groepering en de fusie en de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen).
Bij de overname van het ouderenbeleid door Iriscare – wat als nulmeting beschouwd kan worden gezien de gewijzigde verordening die daaraan voorafging en de inkanteling van rusthuizen die voordien door de Cocof beheerd werden – werd echter vastgesteld dat een groot aantal instellingen niet langer erkend waren. Als gevolg werd een stand van zaken opgesteld en een actieplan op poten gezet. Uw antwoord bevestigde dat dat actieplan drie pijlers zou bevatten:
· Een geïnformatiseerd beheer van de erkenningen om de procedure te verkorten, operationeel in 2020;
· Een planning van de controles in de instellingen, gespreid over verschillende jaren met als doel de achterstand van het verleden in te halen en de nieuwe aanvragen tot erkenning binnen de wettelijke termijnen af te handelen;
· Een betere opvolging van de instellingen en meer bepaald deze die als problematisch worden beschouwd wegens het niet naleven van één of meerdere erkenningsnormen.

In navolging van deze resultaten stel ik u graag volgende vragen:
- Op welke manier worden de erkenningsnormen uit 2009 afgetoetst aan de huidige verwachtingen binnen de maatschappij? Onderzoekt u hoe deze normen vernieuwd kunnen worden? Zullen relatief ‘nieuwe’ elementen, zoals de geestelijke gezondheid en de strijd tegen eenzaamheid, in acht genomen worden bij deze nieuwe maatregelen?
- Op welke manier pleegt u overleg met de andere Gemeenschappen? Plant u in het bijzonder overleg te plegen met de Vlaamse minister van Welzijn met het oog op de kwaliteitscharters en -acties die in de Vlaamse Gemeenschap reeds ontwikkeld werden?
- Welke maatregelen neemt u in het kader van de GGC omtrent de versterking van buurt- en thuiszorg, zodat ouderen ook langer thuis kunnen blijven wonen?
- Kan u schriftelijk een lijst overmaken van de instellingen die niet langer erkend werden sinds de overname van het ouderenbeleid door Iriscare? Hoeveel instellingen hiervan werden intussen opnieuw erkend?
- Op welke manier worden de 20 ‘problematische instellingen’ verder opgevolgd? Heeft men daar reeds de nodige verbeteringen kunnen vaststellen?
- Kan u bevestigen dat uw actieplan reeds in werking getreden is? Zo ja, welke taakverdeling werd daarbij gedefinieerd en welk budget werd daartoe voorzien?
 
 
Antwoord    Op welke manier worden de erkenningsnormen uit 2009 afgetoetst aan de huidige verwachtingen binnen de maatschappij? Onderzoekt u hoe deze normen vernieuwd kunnen worden? Zullen relatief ‘nieuwe’ elementen, zoals de geestelijke gezondheid en de strijd tegen eenzaamheid, in acht genomen worden bij deze nieuwe maatregelen?
Het voormelde besluit van het Verenigd College van 3 december 2009 tot vaststelling van de erkenningsnormen is inderdaad verouderd en aan herziening toe. Het doel is naast een vereenvoudiging van de administratieve procedures ook te komen tot een geheel van normen voor de bestaande instellingen die aangepast is aan de huidige samenleving. Ook zal ernaar gestreefd worden dat alternatieven voor de huidige rusthuizen (bijvoorbeeld de Abbeyfield projecten, gemeenschapscentra, …) kunnen erkend worden.

Op welke manier pleegt u overleg met de andere gemeenschappen? Plant u in het bijzonder overleg te plegen met de Vlaamse minister van Welzijn met het oog op de kwaliteitscharters en -acties die in de Vlaamse Gemeenschap reeds ontwikkeld werden?
Een aantal leden van de aangepaste Commissie Bejaarden binnen Iriscare zijn eveneens lid van adviescommissies van andere gemeenschappen waardoor er een communicatieflow is. Bij het opstellen van de nieuwe normen zal er natuurlijk ook gekeken worden naar wat er reeds bestaat aan regelgeving in de andere gemeenschappen, met een bijzondere aandacht voor het te voeren kwaliteitsbeleid in de rusthuizen, waar Vlaanderen inderdaad een voorloper is.
Welke maatregelen neemt u in het kader van de GGC omtrent de versterking van buurt- en thuiszorg, zodat ouderen ook langer thuis kunnen blijven wonen?
Iriscare gaat een denkoefening opstarten over de uitrol van een geïntegreerd buurtgericht hulp- en zorgmodel voortkomend uit de analyse van de drie pilootprojecten georganiseerd door het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van Brussel-Hoofdstad die gebruik maken van wijkaanspreekpunten en die eventueel veralgemeend kunnen worden.
Kan u schriftelijk een lijst overmaken van de instellingen die niet langer erkend werden sinds de overname van het ouderenbeleid door Iriscare? Hoeveel instellingen hiervan werden intussen opnieuw erkend?
Er dient opgemerkt dat ingevolge artikel 15, § 2, van het besluit van het Verenigd College van 4 juni 2009 tot vaststelling van de procedures, de bestaande erkenning voorlopig wordt verlengd tot de ministers een beslissing om al dan niet te erkennen genomen hebben. Hiertoe dient de instelling wel een geldige aanvraag tot verlenging van de erkenning ingediend te hebben. De facto worden dus al de verstreken erkenningen stilzwijgend verlengd.
In de door de Diensten van het Verenigd College opgestelde planning van de uit te voeren inspecties in 2020 zullen er 27 inspectiecontroles uitgevoerd worden bij instellingen waarvan de erkenningstermijn verstreken is.
Sinds januari 2019 tot op heden werden er ongeveer 80 rusthuizen erkend.
Op welke manier worden de 20 ‘problematische instellingen’ verder opgevolgd? Heeft men daar reeds de nodige verbeteringen kunnen vaststellen?
Aan de instellingen die één of meerdere erkenningsnormen niet naleven wordt gevraagd binnen een bepaalde termijn een actieplan in te dienen. De actieplannen worden nauw opgevolgd door Iriscare. Vaak worden er ook vergaderingen met deze instellingen en Iriscare georganiseerd en worden er meer inspectiebezoeken uitgevoerd.
Een instelling besloot vrijwillig te sluiten en er werd ook een procedure van intrekking van de erkenning van een problematische instelling opgestart.
Kan u bevestigen dat uw actieplan reeds in werking getreden is? Zo ja, welke taakverdeling werd daarbij gedefinieerd en welk budget werd daartoe voorzien?
Het geïnformatiseerd beheer van de erkenningen met het oog op het verkorten van de procedure bevindt zich in de testfase en zal volledig operationeel zijn in juni 2020.
Een planning van de controles van de instellingen werd opgesteld met als doel de achterstand van het verleden in te halen en de nieuwe aanvragen tot erkenning binnen de wettelijke termijnen af te handelen. De planning wordt regelmatig herzien en geëvalueerd op de tweewekelijkse vergaderingen met Iriscare en de Dienst Controle van de Diensten van het Verenigd College van de GGC.
Wat de taakverdeling betreft, bepaalt artikel 4 van de ordonnantie
van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag dat "de voorbereiding en de opvolging van de erkenningen en de inspectie- en controleopdrachten kunnen worden toevertrouwd aan de diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, die in dat kader optreden voor de Dienst. Een protocol legt de nadere regels van de krachtens deze ordonnantie ingestelde samenwerking vast".
Ingevolge dit artikel werd er op 1 januari 2019 een protocolakkoord gesloten tussen Iriscare en de diensten van het Verenigd College betreffende de gedeelde diensten in het kader van de administratieve en financiële controles. De diensten van het Verenigd College voeren dus de controles uit voor Iriscare in de instellingen voor bejaarde personen.
Er werd een budget voorzien voor het geïnformatiseerd beheer van de erkenningen van de rusthuizen (Cermit genaamd) en er werd voorzien in nieuwe aanwervingen om de dienst van het beheer van de rusthuizen te versterken. De nieuwe aanwervingen moeten ons toelaten om de rusthuizen nog meer van nabij op te volgen en om de ingediende actieplannen beter te kunnen controleren.