Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de ontwikkeling van een peutersector bij de GGC.

Indiener(s)
Véronique Lefrancq
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 76)

 
Datum ontvangst: 02/03/2020 Datum publicatie: 04/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 29/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Verwijzing commissie Gezondheid en Bijstand aan personen p.m.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van de Verenigde vergadering
 
Vraag    Een ordonnantie die goedgekeurd werd tijdens de vorige regeerperiode en bekrachtigd op 23 maart 2017 bepaalt dat kinderdagverblijven in het Brussels Gewest die geen erkenning hebben van de Office de l’Enfance (ONE) of Kind&Gezin, voortaan een vergunningsaanvraag moeten indienen bij de GGC.
 
De basisidee achter deze ordonnantie is om erop toe te zien dat geen enkele kinderopvangstructuur in het tweetalige Brusselse Hoofdstedelijk Gewest actief is zonder erkenning, zodat elk kind in het gewest zeker opgevangen wordt onder minimale kwaliteitsvoorwaarden.

Zo moesten alle opvangvoorzieningen die ervoor gekozen hadden om Franstalig noch Nederlandstalig te zijn, een toelating hebben van het Verenigd College.
 
In de beleidsverklaring worden er, ook op basis van deze ordonnantie, nog andere doelstellingen in het vooruitzicht gesteld. De wens van het Verenigd College om peuteropvang te organiseren onder auspiciën van de GGC en met bijbehorende financiële middelen is duidelijk. Ik citeer: “De ordonnantie van de GGC inzake kinderopvang, alsook de rest van het wettelijke kader, de budgetten en het administratieve kader zullen worden aangepast om de erkenning en subsidiëring van crèches die niet strikt eentalig zijn (deze laatste vallen onder de erkenning door het ONE of Kind&Gezin) mogelijk te maken met respect voor de meertaligheid van de diensten. Dit staat de gewestelijke steun voor eentalige opvangstructuren niet in de weg. De meertalige crèches zullen ook van GECO’s gebruik kunnen maken, zoals dat het geval is voor de eentalige crèches, onder dezelfde voorwaarden als voor deze laatste.”
 
· Kunt u deze bepalingen uit het regeerakkoord preciseren? Wordt de oprichting van een eventuele peuteropvang binnen de GGC momenteel onderzocht? Zo ja, dan moeten drie openbare bestuursniveaus deze bevoegdheid beheren. Heeft u al bekeken hoe dit op de meest efficiënte en coherente manier kan gebeuren? Is er hiervoor in een budget voorzien? Hoe verlopen de contacten met de Franse en Vlaamse gemeenschap?
 
· Zijn alle kinderdagverblijven die niet erkend zijn door Kind&Gezin of de ONE intussen geregulariseerd of erkend door de GCC, zoals bepaald in de ordonnantie van 23 maart 2017?
 
 
Antwoord    De Gemeenschappelijke Algemene Beleidsverklaring van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en het Verenigd College van de GGC voorziet in de subsidiëring en erkenning van twee- of meertalige kinderdagverblijven.

We werken momenteel aan een wijziging van de ordonnantie van 2017 om de oprichting van nieuwe tweetalige kinderdagverblijven en -opvangcentra in het Brussels Gewest mogelijk te maken.

We zullen vervolgens een uitvoeringsbesluit moeten aanpassen.

We hopen medio 2021 over dit nieuw wettelijk kader te kunnen beschikken.

We gaan ook werk maken van het “uniek loket” om de toekomstige ouders centraal, volledig en tweetalig te informeren over de Brusselse kinderdagverblijven.

Dit zal niet alleen moeten worden gecoördineerd met het kabinet van de minister-president, maar ook met “ONE” en “Kind en Gezin”, de VGC en het “Observatoire de l’Enfance” van de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF).

Dit uniek loket bestaat al voor de Nederlandstalige diensten (kinderopvanginbrussel) en voor de ONE (site "Premiers pas").

Naast een uniek loket dat gemeenschappelijke informatie verstrekt, moet ook de mogelijkheid worden overwogen om een uniek loket te gebruiken voor de identificatie van personen die om een opvangplaats vragen, of zelfs, op lange termijn, voor de inschrijvingen in de opvangcentra en kinderdagverblijven.


Inzake uw andere vragen over de inspecties van de kinderopvangcentra

Sinds 1 juni 2019, is Iriscare verantwoordelijk voor het controleren van signalementen van niet-erkende opvangcentra.

Er werd een samenwerkingsakkoord gesloten met het oog op de organisatie van de uitwisseling van informatie tussen de GGC, de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap over niet-erkende opvangcentra.

Dit akkoord regelt de samenwerking tussen de drie partijen voor inspecties van deze niet erkende opvangcentra.

Om deze informatie-uitwisseling te organiseren heeft Iriscare een informaticatool ontwikkeld.

Er werden ook veel vergaderingen georganiseerd tussen de verschillende organisaties die een rol spelen in de kinderopvang in Brussel.

Het betreft hier “Kind & Gezin”, “ONE”, de Zorginspectie, de Diensten van het Verenigd College en Iriscare.

Als er geen vergunningsaanvraag in behandeling is, organiseert Iriscare een gezamenlijke inspectie.

De inspecteur van de Dienst Toezicht van de Diensten van het Verenigd College wordt begeleid door een inspecteur van ONE of de Zorginspectie die Kind en Gezin vertegenwoordigt.

Na elke inspectie wordt beslist welke gefedereerde entiteit bevoegd is in functie van de organisatietaal van de opvangcentrum.

Het is de
bevoegde instantie die het kinderdagverblijf sluit of overgaat tot de ingebrekestelling tot indiening van een vergunningsaanvraag.

Wat uw laatste vraag betreft, heeft Iriscare in eerste instantie een inventarisatie ontvangen van de tot nu toe in Brussel gemelde niet-erkende kinderopvangcentra.

Deze lijst werd destijds opgesteld op basis van informatie van Kind & Gezin, ONE en de gemeenten.

Na verificatie is gebleken dat enkele van de in deze inventarisatie opgenomen kinderdagverblijven al gesloten waren.

In de week van 9 september werd de inspectie van 17 niet-erkende kinderdagverblijven aangevat.

Er bleken 12 kinderdagverblijven te zijn gesloten en 5 te werken zonder vergunning.

In overleg met ONE, is besloten één van deze vijf kinderdagverblijven onmiddellijk te sluiten vanwege ernstige overtredingen en het gevaar voor de veiligheid van kinderen.

Het sluitingsbevel werd op 30 september 2019 door de burgemeester ten uitvoer gelegd.

De organisator van een andere van de vijf kinderopvangcentra op de lijst heeft zelf besloten zijn activiteiten te staken op 26 september 2019.

Voor de drie resterende kinderdagverblijven werd in oktober een ingebrekestelling verstuurd tot indiening van een erkenningsaanvraag door ONE.

Een van de drie kinderdagverblijven werd eind oktober gesloten.

Het tweede kinderdagverblijf heeft geen vergunningsaanvraag ingediend.

ONE stuurde begin januari een sluitingsbevel naar de organisator en de burgemeester van de gemeente.

Eind januari stuurde de burgemeester een sluitingsbevel met het verzoek aan de organisator om zijn activiteiten binnen 30 dagen te staken.

Het laatste kinderdagverblijf dat een ingebrekestelling heeft ontvangen, heeft een vergunningsaanvraag ingediend.

Eind februari ontving de organisator een voorlopige weigering.

Dit dossier zal op de agenda worden geplaatst van het ONE-comité van 27/04/2020.

Om een vergunningsaanvraag bij de GGC te kunnen indienen, mag het kinderdagverblijf niet strikt eentalig zijn.

Daarom dienen niet alle geïnspecteerde kinderdagverblijven automatisch een vergunningsaanvraag in bij de GGC.

Ik herinner u eraan dat het GGC-reglement een combinatie is van het reglement van de Vlaamse en Franse gemeenschap.

Sommige normen zijn strenger en dus moeilijker te bereiken binnen de GGC dan binnen de andere twee entiteiten.

De aanvraagprocedure is ook ingewikkelder vanwege de vele documenten die moeten worden ingediend.

Tot nu toe werd Iriscare gecontacteerd door verschillende personen die een vergunningsaanvraag wilden indienen.