Schriftelijke vraag betreffende het tekort aan maatschappelijk werkers bij de Brusselse OCMW’s
- Indiener(s)
- Bianca Debaets
- aan
- Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 602)
Datum ontvangst: 07/07/2022 | Datum publicatie: 11/10/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 22/09/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
18/08/2022 | Ontvankelijk |
Vraag | Eind juni trok de Federatie van Brusselse OCMWs aan de alarmbel omtrent het tekort aan maatschappelijk werkers. Naast het algemene tekort wijzen ze erop dat amper nog mensen de job willen uitoefenen. Zij vragen dan ook om een verbetering van de opleiding van maatschappelijk werker met een bredere integratie van OCMW-onderwerpen in het algemene curriculum, alsook om een betere verloning. Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:
|
Antwoord | Ik dank u voor uw vragen. Ik beschik niet over objectieve informatie over het aantal niet-ingevulde betrekkingen in de 19 Brusselse OCMW’s. We hebben aan de Federatie van Brusselse OCMW’s gevraagd om ons die informatie te verstrekken. Het is echter duidelijk dat dit fenomeen alle OCMW’s in Brussel, Wallonië en Vlaanderen treft. Het is ook belangrijk op te merken dat het tekort aan maatschappelijk werkers zich niet alleen binnen de OCMW’s voordoet, maar in de hele welzijnssector. In de komende dagen zullen wij een werkvergadering houden met de minister van Maatschappelijke Integratie. Het doel van die vergadering is het probleem te objectiveren en alle mogelijkheden te overwegen om het op te lossen. Aangezien de oorsprong van het fenomeen meervoudig is, moeten de antwoorden onvermijdelijk ook meervoudig zijn. Onder de oorzaken kunnen we de volgende noemen: - de aanzienlijke toename van de aan de OCMW’s toevertrouwde taken en bijgevolg de massale creatie van nieuwe betrekkingen; - de noodzakelijke beheersing van het Frans en het Nederlands om een functie in een OCMW uit te oefenen; - de onaantrekkelijkheid van een functie bij een OCMW in termen van loon, werklast en administratieve rompslomp; - de vermindering van het aantal studenten dat zich inschrijft voor de opleiding die tot een kwalificatie van maatschappelijk werker leidt. Er moet dus op verschillende niveaus naar verbeteringen worden gezocht, in nauwe samenwerking met de betrokken ministers en instanties: - De opleiding moet aantrekkelijker worden en de hogescholen moeten meer middelen krijgen om studenten maatschappelijk werk te begeleiden. - De functie moet aantrekkelijker worden gemaakt door het aantal controles en de administratieve rompslomp waarmee burgers (en bijgevolg maatschappelijk werkers) te maken krijgen bij de toegang tot de verschillende soorten hulp, te beperken. In dat verband zou een administratieve vereenvoudiging en/of de automatisering van zoveel mogelijk hulpmiddelen ongetwijfeld de werklast van maatschappelijk werkers verminderen en de functie dus veel aantrekkelijker maken. - Om nieuwe werknemers die de hogescholen verlaten te helpen sneller operationeel te zijn, hebben wij in samenwerking met de GSOB een opleiding opgezet. - Wat de loonvoorwaarden betreft, zullen alle personeelsleden van de Brusselse OCMW’s vanaf juli 2023 een herwaardering krijgen. Die herwaardering zal het huidige verschil tussen Brusselse werknemers en Waalse en Vlaamse werknemers compenseren. Wat de samenwerking met Actiris betreft, worden tot op heden alle vacatures in de OCMW’s door Actiris doorgegeven. Het is niet de bedoeling, en het lijkt ook niet haalbaar, om naast de bestaande opleidingen van de hogescholen specifieke opleidingen te creëren. Een laatste weg die volgens mij moet worden verkend is die van de gelijkwaardigheid van diploma’s voor mensen met een gelijkwaardig diploma (en soms een lange ervaring in maatschappelijk werk), behaald in het buitenland. Ten slotte onderzoeken wij momenteel samen met de Federatie van OCMW’s welke dringende maatregelen kunnen worden genomen, met name door een verhoogde samenwerking tussen de OCMW’s. |