Schriftelijke vraag betreffende de uitvoering van de acties 3 en 5 van het plan eenoudergezinnen.
- Indiener(s)
- Nicole Nketo Bomele
- aan
- Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 628)
| Datum ontvangst: 08/09/2022 | Datum publicatie: | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 11/10/2022 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 23/09/2022 | Mondelinge vraag omgevormd tot schriftelijke vraag | p.m. | ||
| 29/09/2022 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | Tot ieders tevredenheid heeft de gewestregering besloten om in haar beleid bijzondere aandacht te besteden aan eenoudergezinnen, via een transversaal eenouderplan dat wij bij de presentatie ervan op applaus hebben onthaald. Alleenstaand ouderschap is, zoals bekend, een genderspecifieke realiteit, aangezien het voor 86% vrouwen treft.
Het plan is op 19 oktober door verschillende ministers aan ons voorgesteld. Enkele van de genoemde acties omvatten termijnen voor 2021 en 2022. Ik denk met name aan de uitvoering van de opleiding in de gemeenten en de OCMW’s met betrekking tot het niet-opnemen van rechten (actie 5). Minister Ben Hamou heeft ons in februari 2022 laten weten dat de acties 31 en 5 deel uitmaken van een veel ruimer plan, getiteld “toegang tot rechten”. Het opleidingsorgaan voor lokale besturen is de Gewestelijke School voor Openbaar Bestuur (GSOB). Er hebben reeds verscheidene werkvergaderingen met deze school plaatsgevonden om na te denken over de uitvoering van deze opleiding en de inhoud ervan, en deze te definiëren. In dit verband werkt een subgroep van de werkgroep belast met toegang tot rechten aan de totstandbrenging van dit unieke informatie-instrument voor sociale en gezondheidsdiensten2. Van de betrokken actoren zullen de gemeenten, de OCMW’s en de andere leden van de werkgroep het instrument bepalen dat in de opleidingen zal worden gebruikt. Uw collega Ben Hamou vertelde ons dat de uitvoering van deze opleiding tegen eind 2022, zoals oorspronkelijk gepland, op schema ligt. Tot slot, wat betreft de ontwikkeling van een toolkit voor gemeenten, OCMW’s en eerstelijnsactoren om het publiek van eenoudergezinnen te bevatten, is het de bedoeling dat de instrumenten afkomstig zijn van deze subgroep die ik zojuist noemde. Dus dit zijn mijn vragen:
|
| Antwoord | Ik dank u voor uw vragen. Wat uw eerste vraag betreft, wordt bij actie 3 van het plan voorzien in de oprichting van twee werkgroepen in 2022, een die de gemeenten bijeenbrengt en de andere die de OCMW's bijeenbrengt. De werkgroep voor de gemeenten is al opgestart en ze wordt gestuurd door de cel Gelijke Kansen van Brussel Plaatselijke Besturen. Het doel van de werkgroep voor de OCMW’s is om de goede praktijken inzake de ondersteuning van eenoudergezinnen tussen de 19 OCMW’s van het Gewest uit te wisselen. Ze wordt momenteel geformaliseerd en op het niveau van de Federatie van OCMW’s georganiseerd. De opvolging gebeurt op het niveau van het kabinet. De werkgroep gaat normaal gezien in oktober van start. Het is de bedoeling dat de twee werkgroepen samenkomen om hun conclusies uit te wisselen op basis waarvan een toolkit zal worden ontwikkeld. De afwerking van de toolkit op basis van de werkzaamheden van de twee groepen wordt in het plan voorzien voor 2023. Een meertalige brochure is zeker mogelijk. De begeleiding bij het gebruik van de toolkit zal binnen deze twee werkgroepen worden besproken. Wat uw vraag over actie 5 van het plan betreft, zal de Gewestelijke School voor Openbaar Bestuur een opleiding voor de OCMW’s rond de non-take-up van rechten aanbieden. Die module is bijna klaar. De opleidingen zouden in maart 2023 van start moeten gaan. In dit stadium is het moeilijk om de huidige kostprijs van die twee maatregelen in te schatten. Een duidelijker beeld van de kosten zal in 2023 kunnen worden gegeven. |