Schriftelijke vraag betreffende de verhoging van het aantal aanvragen bij de voedselbanken.
- Indiener(s)
- Céline Fremault
- aan
- Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 634)
| Datum ontvangst: 14/07/2022 | Datum publicatie: | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 03/11/2022 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 17/10/2022 | Mondelinge vraag omgevormd tot schriftelijke vraag | Céline Fremault | ||
| 17/10/2022 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | De Belgische Federatie van Voedselbanken (BFV) draagt bij tot de strijd tegen honger door gratis voedsel te verstrekken aan mensen in nood. We moeten ook denken aan het bewonderenswaardige vrijwilligerswerk van de vele burgers en plaatselijke verenigingen die veel tijd en energie steken in het helpen van mensen in nood.
In de eerste vijf maanden van 2022 werden via de aangesloten verenigingen gemiddeld 204.000 mensen geholpen. In vergelijking met vorig jaar is het aantal hulpvragen in Brussel met bijna 15,5% gestegen. Aan deze verhoogde vraag zou kunnen worden voldaan als de donaties waren gestegen. Helaas is het tegenovergestelde waar. De federatie stelt dat de voedseldonaties met 6,5%, of 607 ton, zijn gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2021. Dit is vooral zorgwekkend in het Brussels Gewest, en we kunnen verwachten dat de situatie deze winter zeer problematisch zal blijven. De vraag neemt toe en de voedselbanken vinden dat de budgetten ontoereikend zijn. De BFV maakt deel uit van het Europees Fonds voor Hulp aan de Meest Behoeftigen (FEAD). De begroting van dit fonds is in 2022 met 6 miljoen euro gestegen ten opzichte van 2021. Maar deze stijging wordt als onvoldoende, en zelfs als kritiek, beschouwd om aan de vraag te voldoen, aangezien het grootste deel van het budget wordt opgeslokt door de stijgende energie- en voedselprijzen. Bovendien is voor 2024 een verlaging met 45% gepland van het budget dat het Europees fonds toekent aan de voedselbanken. Daarom wil ik u de volgende vragen stellen:
|
| Antwoord | De cijfers waarover u het heeft, zijn zoals u benadrukt afkomstig van de Federatie van Voedselbanken, op basis van een enquête die ze heeft gehouden onder haar aangesloten verenigingen. Op ons kabinet zijn we op de hoogte van die cijfers. Wat de toename van de vraag betreft, trekken wij het werk van de Federatie niet in twijfel, maar wij menen dat de cijfers een onderschatting zijn, om de eenvoudige reden dat niet alle verenigingen die voedselhulpactiviteiten verrichten noodzakelijkerwijs bij een voedselbank aangesloten zijn. Die cijfers houden dus geen rekening met alle aspecten van het verschijnsel. De Fédération des Services Sociaux schat dat 600 000 mensen gebruik hebben gemaakt van voedselhulp in België, waarvan 70 000 in het Brussels Gewest. Wat de daling van het aantal donaties betreft, vermeldt u niet precies om welke donaties het gaat: onverkocht voedsel van supermarkten, donaties van particulieren of donaties van de landbouwindustrie? Dat onderscheid is echter van fundamenteel belang om u een nauwkeurig antwoord te kunnen geven. Verder klopt het dat de FEAD-dotatie in 2024 verlaagd zal worden. We hebben contact opgenomen met onze Waalse collega’s om met name onze actiehefbomen en mogelijke samenwerkingsverbanden op dat gebied te identificeren en te evalueren. Wat ten slotte de gerichte en structurele maatregelen betreft die we in het Brussels Gewest nemen om de plaatselijke verenigingen te steunen, zou ik deze vraag willen beantwoorden door allereerst te zeggen dat het echte probleem niet de discrepantie is tussen het aanbod van voedselhulp en de vraag ernaar. En door te denken dat de toegenomen vraag naar voedselhulp opgevangen zou kunnen worden door de donaties te verhogen, zoals u in uw inleiding suggereert, rechtvaardigt en beaamt u de instandhouding van een lapmiddel dat de oorzaken van het probleem absoluut niet aanpakt. Voedselhulp is nooit een vorm van armoedebestrijding geweest, maar het heeft op zijn minst een verzachtend effect. Daar is vandaag absoluut nood aan, maar we mogen niet vergeten dat de explosie van het aantal aanvragen aantoont dat wat onze burgers tegen armoede beschermt, vandaag niet langer volstaat en/of niet voor iedereen toegankelijk is. Daarom werken we op drie niveaus: - Financiële steun voor verenigingen die actief zijn in de voedselhulpsector. Sinds 2020/2021 hebben we het beschikbare budget voor voedselhulp steeds verhoogd. Als we de covidmaatregelen buiten beschouwing laten, zijn de middelen gestegen van 166 000 euro in 2020 naar 627 000 euro in 2022. Daarnaast werd in 2022 20 miljoen euro uitgetrokken voor de Brusselse OCMW's. 10 miljoen euro van dat bedrag was bedoeld om de projecten voort te zetten die gefinancierd werden via de subsidie van 30 miljoen euro in 2020. Voedselhulp was een van de thema’s die aan de projecten werd gekoppeld. - De ontwikkeling van een echt beleid voor duurzame toegang tot kwaliteitsvoeding voor iedereen. Via de Good Food-strategie zijn we daarmee begonnen. - De ondersteuning van initiatieven en verenigingen die strijden tegen de non-take-up en die de burgers helpen om toegang te krijgen tot hun rechten, om hen zo goed mogelijk te beschermen tegen armoede. |