Schriftelijke vraag betreffende steun voor de uitbreiding van de jeugdzorgplaatsen in Brussel
- Indiener(s)
- Sadik Köksal
- aan
- Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 684)
Datum ontvangst: 15/02/2023 | Datum publicatie: 20/03/2023 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 22/23 | Datum antwoord: 09/03/2023 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
16/02/2023 | Ontvankelijk |
Vraag | U hebt vast de open brieven gelezen van de jeugdzorgwerkers die klagen dat zij minderjarigen in nood niet de gepaste hulp kunnen bieden wegens het plaatsgebrek in de opvangstructuren, pleeggezinnen en gezinsondersteunende diensten.
|
Antwoord | Ik dank u voor uw vraag. Ik heb inderdaad kennisgenomen van de verschillende verzoeken om hulp van professionals uit de jeugdhulp, en met name van de jeugdrechters, over de ontoereikendheid van de antwoorden voor minderjarigen in gevaar. Zoals u weet is de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie niet bevoegd voor die doelgroep, die onder de Federatie Wallonië-Brussel (de Franse Gemeenschap) en de Vlaamse Gemeenschap valt. Wat de toegang tot gebouwen betreft om de ontwikkeling van opvangstructuren voor die minderjarige doelgroep mogelijk te maken, valt die, zoals u weet, niet onder de welzijns- en gezondheidsbevoegdheden, maar onder de gewestelijke bevoegdheden. Ik nodig u uit mijn collega’s meneer Vervoort en mevrouw Ben Hamou daaromtrent te ondervragen. Wat mijn contact met mevrouw Glatigny betreft, ben ik daaromtrent niet geïnterpelleerd. Daarentegen hebben we constructieve uitwisselingen in het kader van de samenwerking tussen de entiteiten voor de zorg voor jongeren op de kruising van de sector van de jeugdhulp, geestelijke gezondheid en de gehandicaptensector. |