Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de duurtijd van bezetting in Housing First projecten

Indiener(s)
Pepijn Kennis
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 756)

 
Datum ontvangst: 26/09/2023 Datum publicatie: 22/11/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 23/24 Datum antwoord: 26/10/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
29/09/2023 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van de Verenigde vergadering
26/10/2023 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    De Brusselse Burgerassemblee huisvesting vraagt om housing first te versterken als model om thuisloosheid structureel aan te pakken. Het biedt vooreerst een stabiele thuissituatie, waarna andere problemen aangepakt kunnen worden. Hoe lang bewoners in hun woning blijven lijkt een essentiele succesfactor om van een stabiele thuissituatie te kunnen spreken.

Kan u mij volgende gegevens bezorgen?

  • Wat was, voor de Housing First projecten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sinds 2018, de gemiddelde tijd van bewoning?

  • Welk aandeel van de bewoners woonde nog in hun woning één jaar, twee jaar, drie jaar of langer dan drie jaar na de start van de bewoning?

  • Welke redenen hebben geleid tot het einde van een bewoning in het kader van housing first? Hoe vaak werd de bewoning beëindigd of werd het contract opgezegd door de bewoner, door de eigenaar van de woning, of door een eventuele derde partij (SVK, onderhuurder , …)?

  • Heeft u zicht op de nieuwe huisvestingsperspectieven van uittredende bewoners? Hoeveel van hen vonden een sociale huurwoning, een woning in een sociaal verhuurkantoor, een woning op de privémarkt, of kwamen helaas terug in thuisloosheid terecht?

 
 
Antwoord    Ik dank u voor uw vragen, waarvoor u hieronder mijn antwoorden vindt.

1.
Om deze verschillende vragen te beantwoorden, heeft de administratie de zeven ‘Housing First’-operatoren van de daklozensector ondervraagd: de vzw's Initiatief Antonin Artaud (IAA), DoucheFLUX, DUNE, Straatverplegers, Santé Mentale & Exclusion Sociale (SMES), DIOGENES en New Samusocial (NSS).

Aangezien de ‘Housing First’-dienst van de vzw's
IAA en DoucheFLUX respectievelijk in april 2022 en januari 2023 is geopend, beschikken deze vzw’s niet over voldoende gegevens of ervaring om een relevant gemiddelde vast te stellen.

Voor het ‘Housing First’-project StepForward van de vzw
NSS bedraagt de gemiddelde huisvestingsduur twee jaar.

Sinds de start van het ‘Housing First’-project van de vzw
DIOGENES in 2016 werden 65 personen opgevolgd, met een gemiddelde huisvestingsduur van 21,5 maanden.

Tot slot heeft de vzw
SMES de volgende gegevens meegedeeld voor haar ‘Housing First’-project:
Jaar van intrek in de woning - Gemiddelde huisvestingsduur* (in maanden)
Vóór 2018 - 67
2018 - 57
2019 - 46
2020 - 35
2021 - 27
2022 - 14
* Deze cijfers zijn gemiddelden, rekening houdend met het feit dat personen het hele jaar door hun intrek nemen in een woning en dat personen verhuizen, met of zonder tijdelijk naar de straat terug te keren.

De vzw
DUNE heeft geen antwoordelementen meegedeeld, aangezien haar ‘Housing First’-centrum pas in 2023 is gestart, met een geleidelijke capaciteitsuitbreiding, waardoor het moeilijk is om een gemiddelde huisvestingsduur te bepalen.



2.
Van de twintig personen (onder wie vier minderjarigen) die geholpen werden door de ‘Housing First’-dienst van de vzw
IAA, wonen er achttien nog steeds in een woning (studio/appartement).

Het aandeel bewoners van het ‘Housing First’-project van de vzw
NSS dat één tot drie jaar na de aanvang van de huisvesting nog steeds in hun woning woont, is als volgt:
- 0 tot 1 jaar: 8 personen
- 1 jaar: 7 personen
- 2 jaar: 7 personen
- 3 jaar: 3 personen
- langer dan 3 jaar: 10 personen

Voor de vzw
DIOGENES werden sinds 2018 99 woningen gebruikt voor het ‘Housing First’-project, waarvan er vandaag nog 35 worden bewoond. De uitsplitsing van de huisvestingsduur van de huurders is opgenomen in tabel 1 in de bijlage.

De cijfers verzameld door de vzw
SMES worden ook weergegeven in de vorm van een tabel, met name tabel 2 in de bijlage.

3.
Voor de vzw
IAA zijn de aangevoerde redenen agressieproblemen en financiële problemen, waarna de betrokkene werd uitgezet door de eigenaar van het pand (Communa-Evercity), of, voor één persoon, een fysiek gezondheidsprobleem dat op palliatieve wijze is geëvolueerd (terminale fase).

Voor de vzw
DoucheFLUX was de enige opzegging van de huisvesting sinds januari 2023 gerechtvaardigd door overlast in verband met de entourage van de begunstigde huurder (burenhinder, herhaaldelijke schade aan het gebouw).

Voor de vzw
NSS is de verzamelde informatie weergegeven in tabel 3.
* Van de veertien personen die na een uitzetting naar de straat zijn teruggekeerd, staan er zes nog altijd in contact met de diensten van de daklozenrondes van de vzw en wordt één persoon opgevolgd door het straathoekwerkteam van een andere vzw.

De vzw
DIOGENES geeft de volgende redenen op voor het opzeggen van de huisvesting:
- de dreiging van uitzetting (60%);
- de wens om te verhuizen (26,7%);
- een combinatie van de twee (13,3%).

De vzw heeft ook de moeilijkheden onderzocht die de huurders in 2022 ondervonden in hun woning. De voornaamste vermelde problemen waren problemen met de buren, de wanbetaling van de huur en het slechte onderhoud van de woning.


De gegevens die de vzw
Straatverplegers heeft verzameld, worden weergegeven in tabel 4.

De door de vzw
SMES aangevoerde redenen die een opzegging van de huisvesting rechtvaardigen, hebben betrekking op problemen met de betaling van de huur, maar ook op het niet naleven van het huishoudelijk reglement of zelfs op een klacht van buren.
De vzw SMES heeft de administratie laten weten dat de huisvesting tien keer werd opgezegd door de bewoner (nooit door de eigenaar van het pand) en 27 keer door een derde (SVK, OVM, OCMW, Woningfonds of beherende vzw).
Die opzeggingen werden meestal gevolgd door een herhuisvesting in het kader van het ‘Housing First’-project. Sommige opzeggingen door een derde of door de bewoner gebeurden in overleg met de teams van het ‘Housing First’-project en de begunstigde, met het oog op het vinden van andere, meer geschikte huisvesting. 
Verhuizen kan immers deel uitmaken van de ‘Housing First’-methodologie en betekent niet dat er sprake is van een mislukking. Het kan een bron van lering zijn en een nieuwe start naar geschiktere huisvesting of naar betere omstandigheden (inkomen, betaling, buren, wijk, enz.).

4.
De vzw
IAA heeft de persoon met agressie- en financiële problemen doorverwezen naar een psychiatrische afdeling van een ziekenhuis alvorens hem door te verwijzen naar opvangcentra (op een wachtlijst). In afwachting van een plaats in een opvangcentrum werd een beroep gedaan op de noodopvangcentra van de vzw NSS. Aangezien het OCMW nog geen beslissing heeft genomen over het al dan niet toekennen van financiële steun, kan deze persoon geen huisvesting, huur of waarborg betalen.

De vzw
DoucheFLUX heeft de huisvesting van een begunstigde opgezegd maar blijft deze persoon, die momenteel dakloos is, opvolgen. Het team van de vzw werkt met hem samen aan een nieuwe herhuisvesting.

De twintig personen die niet langer worden opgevolgd via het ‘Housing First’-project StepForward van de vzw
NSS (elf vanwege ‘einde van de samenwerking wegens zelfredzaamheid’ en negen vanwege ‘verhuizing uit Brussel’) zijn allemaal gehuisvest via privé-eigenaars (in Brussel of daarbuiten).

De huurders die opgevolgd worden via het ‘Housing First’-project van de vzw
DIOGENES slagen er over het algemeen in hun situatie te stabiliseren zodra ze het ‘Housing First’-project hebben verlaten. De gegevens in de derde kolom van de tabel als antwoord op vraag 2 laten een relatief hoge residentiële stabiliteit zien, aangezien de overgrote meerderheid langer dan een jaar blijft, wat ook aantoont dat de stabiliteit in kleine stapjes wordt bereikt, met opeenvolgend verlies van huisvesting, alvorens erin te slagen stabiliteit te bereiken. De overgrote meerderheid van deze personen wordt gehuisvest via OVM's of SVK's, of via de projecten ISSUE (1) of MODULO (1). Naast deze cijfers deelt de vzw DIOIGENES mee dat zes personen in oktober 2023 naar de straat zijn teruggekeerd.

In overeenstemming met de ‘Housing First’-methodologie die door de vzw
SMES wordt gevolgd, worden de personen die hun huisvesting verliezen, geherhuisvest in het kader van het project. Het kan gaan om woningen van SVK’s, OVM’s, het Woningfonds, vzw's, OCMW's of gemeenten.
Bij wijze van uitzondering* hebben de volgende gevallen niet geleid tot herhuisvesting: 
- één persoon leeft op straat en wil geen nieuwe huisvesting;
- één persoon leeft op straat en er kon tot op heden geen woning worden gevonden;
- vier personen hebben de begeleiding stopgezet (de vzw is hun spoor bijster);
- één persoon heeft de begeleiding stopgezet na zijn herstel en woont in een privéwoning. 
*Overleden personen worden niet meegeteld.