Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de evolutie van het aantal achtergelaten dieren in 2018 en tijdens de vakantieperiode van 2019

Indiener(s)
Ariane de Lobkowicz
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 22)

 
Datum ontvangst: 08/10/2019 Datum publicatie: 04/11/2019
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 04/11/2019
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
10/10/2019 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Helaas is er tijdens de vakantieperiode elk jaar een toename van het aantal dieren dat wordt achtergelaten.

Uw voorganger als minister van Dierenwelzijn werd hierover regelmatig ondervraagd door de parlementsleden die ons zijn voorgegaan, maar de situatie is niet echt veranderd.

Daarom lijkt het me interessant om, nu de vakantie voorbij is, u voor het eerst hierover te ondervragen.

Tot voor kort beschikte het bestuur niet over precieze en specifieke cijfers voor de vakantieperiode. Uw voorganger had het Parlement echter beloofd (schriftelijke vraag nr. 188 van 9 augustus 2016) te beginnen met een gedifferentieerde telling voor deze twee maanden van het jaar. Mijn vraag heeft dus zowel betrekking op het afgelopen jaar als op de vakantieperiode die zojuist voorbij is.

Kunt u in de eerste plaats bevestigen dat uw bestuur de beloften die in 2016 aan het Parlement zijn gemaakt, is nagekomen?

1. Hoeveel dieren zijn er in 2018 achtergelaten in asielen?
2. Hoeveel in de periode eind juni/juli/augustus 2019?
3. Ziet u voor elk van deze twee periodes een stijging of daling van het aantal achterlatingen van jaar tot jaar?
4. Wat is de verdeling tussen honden, katten en nieuwe gezelschapsdieren?
5. Wat katten betreft, worden meer volwassen katten achtergelaten, zoals in voorgaande jaren, of merkt u een toename van achtergelaten kittens, wat zou betekenen dat het nodig is om de sterilisatieacties van alle katten te versterken?
6. Tot slot, welk percentage van de in 2018 achtergelaten dieren kon worden geadopteerd?
Wat zijn de richtsnoeren die u bij het lezen van deze informatie hebt besloten te geven aan uw beleid op dit gebied?
 
 
Antwoord    Ik heb de eer u de volgende antwoorden te geven op uw vragen:

-
Vraag 1 :
Momenteel hebben de dierenopvangcentra geen enkele wettelijke verplichting om zo’n gedetailleerde statistieken mee te delen. Het Departement Dierenwelzijn van Leefmilieu Brussel heeft het initiatief genomen om de bij de dierenopvangcentra zo gedetailleerd mogelijke statistieken op te vragen. Zo zijn er enkel cijfers van 2018 beschikbaar per maand.

We kunnen het volgende opmerken:
- er werden duidelijk meer katjes achtergelaten in juli-augustus.
- er werden meer volwassen honden achtergelaten in juni-augustus.
- in juli is er een hoogtepunt van knaagdieren die achtergelaten worden terwijl vogels voornamelijk in de periode juli-augustus achtergelaten worden.
-
Vraag 2 :

We tellen 1.862 dieren die in 2018 door hun eigenaars naar erkende dierenopvangcentra in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gebracht werden. Het aantal achtergelaten en gevonden dieren bedraagt 2.816. Het totale aantal opgevangen dieren bedraagt 6.363.

-
Vraag 3 :

Aangezien de cijfers van de dierenopvangcentra van een jaar het volgende jaar aan Leefmilieu Brussel overhandigd worden, beschikken we nog niet over de gevraagde cijfers.

-
Vraag 4 :
Op basis van de beschikbare jaarcijfers, werd er sinds 2015 een belangrijke en doorlopende daling van het aantal achtergelaten volwassen honden vastgesteld. Na een daling met meer dan
50 % van 2015 tot 2016 stagneert het aantal achtergelaten pups.

De cijfers van voor 2018 zijn jammer genoeg niet beschikbaar per maand.

-
Vraag 5 :
In 2018 merken we op dat de katten die in negen van de tien in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erkende dierenopvangcentra opgevangen worden, 67 % uitmaken van de dieren die in deze instellingen aankomen. Het percentage honden bedraagt 20 %. Voor fretten, reptielen, vissen, amfibieën en konijnen bedraagt het percentage voor elk van deze diersoorten minder dan 1 %. Het bedraagt daarentegen respectievelijk 1% en 11% voor de knaagdieren en de vogels.

Het percentage achtergelaten dieren bedraagt 83 % voor katten en 12 % voor honden. Voor de andere hierboven vermelde dieren is dit percentage minder dan 1 procent, behalve voor knaagdieren en vogels waarvoor het respectievelijk 1 % en 3 % bedraagt.

-
Vraag 6 :
De percentages van het aantal achtergelaten individuele dieren in verhouding tot het totale aantal opgevangen dieren in 2018 bedragen 54% voor de katjes en 55 % voor volwassen katten.

-
Vraag 7 :

Momenteel vermelden de cijfers waarover de administratie beschikt het aandeel van de achtergelaten geadopteerde dieren niet. De aantallen geadopteerde en achtergelaten dieren zijn dus absoluut. We merken echter wel op dat voor katten en honden, zowel jonge als volwassen dieren, evenals voor fretten en vogels, het aantal geadopteerde individuele dieren hoger ligt dan het aantal achtergelaten dieren, wat vooral voor honden het geval is.
-
Vraag 8 :
Om het aantal achtergelaten katjes te verminderen, wordt de verplichting om deze te steriliseren regelmatig door de inspecteurs van Leefmilieu Brussel gecontroleerd. In 2018 werd er een brochure over de sterilisatie, identificatie en registratie van katten gepubliceerd door het Departement Dierenwelzijn van Leefmilieu Brussel, een document dat regelmatig verdeeld wordt, met name op evenementen die met dierenwelzijn te maken hebben, door de gemeenten georganiseerd worden en door Leefmilieu Brussel ondersteund worden.