Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de gemiddelde wachttijd voor stedenbouwkundige aanvragen op gemeentelijk en gewestelijk niveau.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 18)

 
Datum ontvangst: 29/10/2019 Datum publicatie: 03/12/2019
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 03/12/2019
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
04/11/2019 Ontvankelijk p.m.
03/12/2019 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Bij een interpellatie in de gemeenteraad in de Stad Brussel werd nogmaals duidelijk dat de stad een enorme en historische achterstand heeft op vlak van stedenbouwkundige vergunningen. Er staan bijvoorbeeld nog maar liefst 143 dossiers open die onder het oude BWRO (Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening) vallen en dus onder de termijn van 30 dagen vallen voor het volledig verklaren van een vergunningsaanvraag.

Sinds 1 september 2019 is het nieuwe BWRO in werking, waarin een verplichte termijn van 45 dagen wordt gesteld voor de behandeling van de stedenbouwkundige vergunningen door de gemeenten. Wanneer die wordt overschreden, hevelt het dossier automatisch over naar het gewest. Het gewest krijgt op zijn beurt ook weer 45 dagen de tijd om het dossier te behandelen. Indien de gewestelijk gemachtigde ambtenaar daar niet binnen de 45 dagen een beslissing neemt, wordt de betreffende vergunningsaanvraag automatisch geweigerd.

Dit is voor mensen die verbouwingen hebben gepland natuurlijk bitter nieuws: omdat de overheid niet kan volgen in de behandeling van stedenbouwkundige dossiers, worden de burgers gestraft. In Vlaanderen geldt daarom het omgekeerde principe bij kleine werken (waar slechts een meldingsplicht geldt): als de overheid geen antwoord verschaft binnen de door haar gestelde termijnen, is het advies automatisch positief.

Daarom leg ik u graag volgende vragen voor:

- Kunt u per gemeente meedelen hoeveel stedenbouwkundige vergunningen nog onder het oude BWRO vallen en hoeveel er onder het nieuwe wetboek al zijn ingediend?

- Indien u niet beschikt over deze cijfers op gemeentelijk niveau; wanneer zal er een kadaster worden ingevoerd zodat het Gewest hier een accuraat beeld krijgt en eventueel maatregelen kan nemen om de wachttijden te laten verminderen?

- Welke maatregelen neemt u om de gemeenten te sensibiliseren om zich te voegen naar de nieuwe wettelijke termijnen? Hoe zijn de gemeenten geïnformeerd geweest over de nieuwe BWRO?

- Hebt u stappen genomen om een soort mobiel/vliegend team vanuit het Gewest op te richten die naar gemeenten kunnen worden gestuurd in het geval dat de wachttijden te lang zouden duren?

- Hoeveel dossiers zijn er momenteel al in behandeling op gewestelijk niveau? Naar welke termijn streeft u voor de gemiddelde wachttijd voor de behandeling van een dossier op gewestelijk niveau?

- Hoeveel extra aanwervingen worden er voorzien binnen de gewestelijke dienst om de wachttijden te kunnen verminderen? Welk budget hebt u vrijgemaakt om de gemeenten te helpen om personeel aan te werven in hun dienst stedenbouw?

- Hebt u al stappen genomen om de aanvragen voor vergunningen verder te digitaliseren? Zal u hiervoor budget vrijmaken?

- Welke oplossingen stelt u voor om te vermijden dat de burgers gesanctioneerd worden indien de vertragingen te ver gaan? Welke beleidsvisie hebt u hieromtrent ontwikkeld?
 
 
Antwoord    -De directie Stedenbouw heeft een interactief rapport uitgewerkt op een BI-platform waar een aantal gegevens beschikbaar zijn over de aanvragen tot gemeentelijke en gewestelijke vergunningen. Dit rapport wordt rechtstreeks aangevuld met informatie uit NOVA en dagelijks geüpdatet.
Via dit rapport kan wel een raming gegeven worden van het aantal dossiers dat via automatische aanhangigmaking behandeld zal moeten behandelen.
Wat de dossiers betreft die onder het nieuwe BWRO ingediend worden, wordt, zodra een gemeente haar termijn overschrijdt, via NOVA een bericht verstuurd naar de dossierbeheerders van het Gewest. Het dossier wordt geanalyseerd en daarna wordt definitief bevestigd dat het dossier aanhangig gemaakt werd bij de gemachtigde ambtenaar.

Lopende vergunningsaanvragen onder het oude BWRO:
De verdeling van deze nog lopende dossiers per gemeente bevindt zich in bijlage (bijlage 1).
Van de +/- 18.000 dossiers die de gemeenten in 2016, 2017 en 2018 ingevoerd hebben, werden er in de software +/- 3.000 niet afgesloten. Bepaalde van deze dossiers zullen nooit afgesloten worden omwille van technische redenen.

Lopende vergunningsaanvragen onder het nieuwe BWRO:
Tussen 1 september 2019 en 7 november 2019 zijn iets meer dan 1.000 dossiers in NOVA ingevoerd door de 19 gemeenten. De verdeling (in %) per gemeente, na correctie, bevindt zich in de bijlage (bijlage 1).
Ook deze cijfers moeten voorzichtig benaderd worden. Tijdens de eerste twee maanden zijn er al tussen 50 en 100 dossiers ingediend die omwille van technische redenen niet afgesloten zullen worden.
-Mijn administratie (Urban) heeft verschillende instrumenten ingevoerd om de gemeenten op de hoogte te houden van de wijzigingen aan het BWRO en aan de desbetreffende uitvoeringsbesluiten.

In dit kader:

- werden de gemeenten systematisch geïnformeerd over de laatste besluiten die in het Staatsblad gepubliceerd werden en over hun eventuele bijlagen;
- werden gecoördineerde versies van het BWRO gemaakt door Urban, die op de website van Urban beschikbaar zijn voor de gemeenten;
- werden opleidingen georganiseerd over het nieuwe BWRO, waarop de gemeenten uitgenodigd werden, enerzijds met de GSOB (er zijn 8 sessies over de vergunningen) en, anderzijds, met een gespecialiseerd advocatenkantoor;
- werden de Powerpointpresentaties van de verschillende georganiseerde opleidingen aan de gemeenten bezorgd;
- werd online een platform 'Infocobat' (question time) opgericht, waarop op eigen initiatief of op vraag berichten of antwoorden geplaatst worden over de nieuwe procedures;
- biedt het overleg tussen de gemeentelijke en de gewestelijke medewerkers, met name tijdens de overlegcommissies en de NOVA-stuurcomités, eveneens de mogelijkheid om informatie uit te wisselen;
- stelt Urban referentiedocumenten ter beschikking, zoals schema's van de behandelingsprocedures van de vergunningsaanvragen en hun respectievelijke termijnen.


-Neen. Dit is niet voorzien binnen de hervorming van het BWRO, zoals uitgewerkt en goedgekeurd door de vorige regering. Zoals hierboven aangegeven is, zijn er wel inspanningen geleverd om de gemeenten te begeleiden en te informeren over de doorgevoerde hervormingen.

-De directie Stedenbouw en de directie Cultureel Erfgoed hebben bijna 800 nog lopende dossiers (dossiers ingediend van 2017 tot nu).
Een honderdtal van deze dossiers werd onder het nieuwe BWRO ingediend en tot op vandaag werden deze allemaal behandeld binnen de termijnen die in het nieuwe BWRO voorzien werden.

-Wij beogen de naleving van de ingevoerde verplichte termijnen.

-Het regeerakkoord bepaalt dat de regering de middelen zal voorzien die vereist zijn voor een correcte uitvoering van de BWRO-hervorming.

Uit het personeelsplan van Urban 2019, dat de Regering nog moet goedkeuren, blijkt een bijkomende behoefte aan 30 VTE's (voltijdse equivalenten) om de implementering van de bepalingen van het nieuwe BWRO te garanderen.

-De Regering heeft hiertoe geen budget vrijgemaakt. Het behoort aan de gemeentelijke autonomie om te bepalen op welke manier zij de dienstverlening aan haar burgers organiseert en garandeert.

-Er werd een concreet stappenplan voor de digitalisering van de vergunningsprocedure uitgewerkt. Het is de bedoeling dat de aanvragen, de opvolging ervan en hun behandeling gedigitaliseerd worden voor de burgers, de besturen en de adviesverlenende instanties. Alle actoren zullen betrokken worden.

Voor het budget wordt beroep gedaan op twee basisallocaties: 33.001.11.03 (privé-sector) en 33.001.08.07 (CIBG).

-Het lijkt mij voorbarig om reeds oplossingen voor te stellen drie maanden na de inwerkingtreding van de nieuwe procedure. De hervorming van het BWRO zal geëvalueerd worden binnen het jaar, zoals ook voorzien is in het regeerakkoord. Dan zullen we kunnen vaststellen of er problemen en vertragingen zijn die te wijten zijn aan de nieuwe bepalingen dan wel aan de ontoereikende middelen. Ik ben in iedere geval bereid om de regelgeving indien nodig aan te passen.