Schriftelijke vraag betreffende de stand van de uitvoering van het programma Alliantie Wonen op het vlak van sociale en middelgrote woningen
- Indiener(s)
- Vincent De Wolf
- aan
- Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 36)
| Datum ontvangst: 12/11/2019 | Datum publicatie: 18/12/2019 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 18/12/2019 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 13/11/2019 | Ontvankelijk | p.m. | ||
| 18/12/2019 | Bijlage aan het antwoord | p.m. | Bijlage |
| Vraag | Het programma Alliantie Wonen dat eind 2013 van start is gegaan heeft tot doel in het Brussels Gewest 6.720 nieuwe sociale woningen, zowel huur- als koopwoningen, te produceren. De BGHM werd belast met de bouw van 4.000 huurwoningen, waarvan 3.000 sociale woningen, terwijl het Woningfonds en Citydev beide werden belast met de bouw van 1.000 koopwoningen, voor de eerste bescheiden woningen en voor de tweede middelgrote woningen. Tot slot waren de gemeenten verantwoordelijk voor de bouw van 600 wooneenheden via het stedelijk herwaarderingsbeleid (duurzame wijkcontracten). In juli 2019 heeft de monitoring van de openbarehuisvestingsprojecten - uitgevoerd onder de auspiciën van de Brusselse referent voor de huisvesting - een geactualiseerde evaluatie van de uitvoeringsgraad van het programma Alliantie Wonen opgesteld. Met een totaal van 835 woningen, opgeleverd op 1 maart 2019, heeft het programma slechts 12% van zijn oorspronkelijke doelstelling bereikt. In bovengenoemd rapport wordt melding gemaakt van slechts 42 opgeleverde woningen op de 3.000 sociale woningen als doelstelling voor de BGHM en haar maatschappijen. Dit is nauwelijks 1,4 procent van de doelstelling die de regering zes jaar geleden heeft vastgesteld. Het aantal bescheiden woningen dat wordt opgeleverd, ligt niet hoger, aangezien slechts 1% van de doelstelling van de regering lijkt te zijn bereikt. Wat ten slotte de middelgrote huur- of koopwoningen betreft, werden slechts 783 eenheden opgeleverd, wat 39% vertegenwoordigt van wat het programma Alliantie Wonen vooropstelt. Om mijn informatie over de uitvoering van het gewestelijk huisvestingsplan in termen van sociale en middelgrote woningbouwproductie aan te vullen, zou ik u de volgende vragen willen stellen: A. Wat betreft de doelstellingen die aan de BGHM en haar huisvestingsmaatschappijen zijn toevertrouwd: - Hoeveel sociale woningen zijn er opgeleverd op de datum van uw antwoord? - Hoeveel middelgrote woningen zijn er op dezelfde datum opgeleverd? - Voor deze twee categorieën: hoeveel eenheden vallen onder een lopend project, met name het aantal eenheden dat momenteel in aanbouw is? - Kunt u voor projecten die op een stedenbouwkundige vergunning wachten, voor elk van deze projecten de datum van indiening van de vergunningsaanvraag preciseren? - Kunt u voor projecten in de studiefase voor elk van deze projecten de datum van aanwijzing van het studiebureau door de BGHM en/of de OVM preciseren? - Voor hoeveel van de opgeleverde projecten was de BGHM door een huisvestingsmaatschappij als bouwheer aangesteld? - Voor hoeveel van de lopende projecten en voor hoeveel wooneenheden is de BGHM als bouwheer aangesteld? B. Wat betreft de doelstellingen die aan de gemeenten zijn opgelegd door middel van duurzame wijkcontracten: - Hoeveel eenheden zijn er opgeleverd op de datum van uw antwoord? - Wat is de verdeling, per gemeente, van de opgeleverde woningen? C. Wat betreft de doelstellingen die aan het Woningfonds zijn toevertrouwd: - Hoeveel bescheiden koopwoningen zijn er opgeleverd? - Hoeveel daarvan zijn er aangekocht? - Hoeveel eenheden vallen onder een lopend project, inclusief het aantal eenheden dat momenteel in aanbouw is? D. Wat betreft de doelstellingen die zijn toevertrouwd aan Citydev: - Hoeveel middelgrote koopwoningen zijn er opgeleverd? - Hoeveel daarvan zijn er aangekocht? - Hoeveel eenheden vallen onder een lopend project, inclusief het aantal eenheden dat momenteel in aanbouw is? |
| Antwoord | Met betrekking tot de doelstellingen die aan de BGHM en haar huisvestingsmaatschappijen zijn toevertrouwd: In bijlage 1 vindt u een tabel met het aantal sociale, middelgrote en bescheiden woningen die werden opgeleverd op 28/11/2019. In bijlage 2 vindt u het aantal woningen dat deel uitmaakt van een lopend project valt en het aantal woningen dat op 28/11/2019 in aanbouw is. In bijlage 3 vindt u een tabel met de projecten die wachten op een stedenbouwkundige vergunning en de datum van indiening van de vergunningsaanvraag. In bijlage 4 vindt u een tabel met de projecten die zich in de studiefase bevinden en tevens voor elk project de datum van aanstelling van het studiebureau. Het projectbeheer werd voor geen van de twee opgeleverde projecten gedelegeerd aan de BGHM. Bij: · Het project Modelwijk werd het projectbeheer immers gedelegeerd aan de OVM – De Lakense Haard; · Het project Park Residentie werd het projectbeheer immers gedelegeerd aan de OVM – LOJEGA. Wat betreft het delegeren van het projectbeheer aan de BGHM voor lopende projecten, vindt u in bijlage 5 een tabel met een overzicht van de projecten die door de BGHM worden uitgevoerd. Met betrekking tot de doelstellingen die aan de gemeenten zijn toevertrouwd door middel van duurzame wijkcontracten: Deze vragen vallen onder de bevoegdheid van de Minister-president, de heer Rudi Vervoort, belast met territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing. Met betrekking tot de doelstellingen die aan het Woningfonds zijn toevertrouwd: Hieronder vindt u een tabel met het aantal opgeleverde bescheiden koopwoningen, het aantal woningen waarop een lopend project betrekking heeft en het aantal woningen dat op 28/11/2019 in aanbouw was: xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Het Woningfonds heeft in het kader van het Programma Alliantie Wonen 1000 woningen toegewezen gekregen. Tot op heden moeten er nog 34 woningen worden ontwikkeld om de doelstelling van 1000 woningen te halen. Met betrekking tot de doelstellingen die zijn toevertrouwd aan Citydev: Deze vragen vallen onder de bevoegdheid van de Minister-president, de heer Rudi Vervoort, belast met territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing. |