Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de Toestand van de riolering in het Brussels Gewest

Indiener(s)
Ibrahim Dönmez
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 66)

 
Datum ontvangst: 13/11/2019 Datum publicatie: 20/12/2019
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 20/12/2019
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
22/11/2019 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In een recent interview met de krant Le Soir schat de directeur Studies en Investeringen van Vivaqua, Olivier Broers, dat 25 tot 30% van de riolen van de hoofdstad in slechte staat verkeren.
Directrice-generaal Laurence Bovy preciseert dat de helft van de riolen nog niet werd gecontroleerd en dat onderzoek nodig is om de mate van veroudering van de riolen vast te stellen. Ze voegt eraan toe dat het 18 jaar heeft geduurd om 55% van de infrastructuur te controleren en dat ze ernaar streeft om 100% te controleren tegen 2024.
De riolering telt 2000 km rioolbuizen. Als in het meest optimistische scenario 25% daarvan moet worden gerenoveerd, dan maakt dat 500 km rioolbuizen. Met een snelheid van 20 km per jaar en tegen een kostprijs van 20 miljoen euro kunnen we daaruit concluderen dat er 25 jaar en 500 miljoen euro nodig zijn.
Daarover wens ik u de volgende vragen te stellen:
- Bestaat er een geloofwaardige begrotingstraject voor de financiering van deze renovatie, ten minste van de renovatie die tijdens deze zittingsperiode is gepland?
- Hebt u, gezien het grote risico op verzakkingen, beslist om de controle van de rioolbuizen te versnellen, teneinde een nauwkeurig beeld te krijgen van de situatie, met name van de rioolbuizen die een hoog risico vertonen?
- De schaaldelen die nodig zijn om de buizen te renoveren, zullen worden geproduceerd door een fabriek van Vivaqua. Deze fabriek, die begin 2020 operationeel zou moeten zijn, zal slechts 7 tot 8 km schaaldelen per jaar produceren. De directrice-generaal schat de totale behoeften evenwel op 100 km. Hebt u beslist de capaciteit van de fabriek te verhogen om een ambitieuzer renovatietempo te kunnen halen?
 
 
Antwoord    1) Bestaat er een geloofwaardig begrotingstraject voor de financiering van deze renovaties, althans deze voorzien tijdens de huidige legislatuur?
Met de investeringsbudgetten die momenteel voor de renovatie van de rioleringen worden uitgetrokken, kan ongeveer 25 strekkende kilometer per jaar worden behandeld, waarbij het budget voor de renovatie van één strekkende meter riolering 1.000 euro bedraagt.
Oorspronkelijk schatte VIVAQUA de gemiddelde renovatiekosten op 3000 euro per strekkende meter, met dien verstande dat de werken ook de renovatie van de private aansluitingen omvatten. Voor 500 kilometer, werden de kosten dus geraamd op 1,5 miljard euro. Het investeringsbudget voor saneringen bedroeg gedurende enkele jaren 75 miljoen euro per jaar.

Sindsdien, heeft een betere kennis van het rioleringsnet - dankzij de permanente opstelling van aanvullende inventarisaties tussen 2010 en 2019 - de vaststelling bevestigd dat meer dan 25 procent van het rioleringsnet verouderd is. De omvang van de jaarlijkse technische renovatiebehoeften is dus identiek, maar de invoering van concurrentie op een markt die oorspronkelijk niet erg goed werd bevoorraad door gespecialiseerde onderaannemers, en de ontwikkeling van sleufloze technieken maken het mogelijk het jaarlijks benodigde budget te verminderen. Bovendien omvat het investeringsbudget voor "saneringen" investeringen voor de bouw van regenwaterbekkens, die essentieel zijn voor de overstromingsbeheersing. Sinds 2010 werkt VIVAQUA aan een intensief programma voor de bouw van regenwaterbekkens dat nu bijna is afgerond.
Zo heeft een gemiddeld bedrag van 60 miljoen euro per jaar (voor de geplande investeringen in het rioleringsnet en de investeringen in de regenwaterbekkens) het dus mogelijk gemaakt om gedurende twee jaar de vooropgestelde doelstellingen te bereiken, waarbij ook rekening wordt gehouden met de capaciteit van de Brusselse bevolking en het gewestelijk grondgebied om deze voor de mobiliteit bijzonder ingrijpende werken op te vangen. VIVAQUA heeft in het kader van haar Meerjareninvesteringsplan een vergelijkbaar bedrag voorzien voor de komende jaren. Er dient te worden opgemerkt dat, gezien de grote verschillen in de omvang van de beheerde netten, gaande van private aansluitingen tot de spuiën van de Zenne die vergelijkbaar zijn met wegtunnels, het mogelijk is dat, afhankelijk van de geplande werken, het ene jaar meer van het budget opslokt dan het andere.
2) Heeft u, gezien het grote risico op verzakkingen, beslist het onderzoek van deze leidingen te bespoedigen om een nauwkeurig beeld te krijgen van de situatie en met name deze van de rioleringen met een hoog risico op verzakkingen?
VIVAnext, het strategisch plan (2019-2024) van VIVAQUA, wijst op de noodzaak aan een globaal beeld over de toestand van het rioleringsnet tegen 2025. Op 18 jaar tijd, werd ongeveer 50% van het rioleringsnet geïnspecteerd. VIVAQUA verbindt zich ertoe om tegen het einde van het Plan een volledige inventarisatie (100%) te hebben uitgevoerd, met name door het gebruik van nieuwe inspectietechnieken (zoals de Hydrozoom).
3) De rompen die nodig zijn voor de renovatie van de leidingen zullen worden geproduceerd door een fébriek van Vivaqua. Deze fabriek, die begin 2020 operationeel zou moeten zijn, zal echter slechts 7 tot 8 km rompen per jaar kunnen produceren. De directeur-generaal schat de totale behoefte echter op 100 km. Heeft u beslist om de capaciteit van deze fabriek te verhogen om een ambitieuzer renovatietempo te kunnen nastreven?
Het orderboek van deze VIVAQUA-fabriek is voor meer dan 10 jaar gevuld. Er werd reeds vastgesteld dat er voor meer dan 100 kilometer aan rompen nodig is. De capaciteit van de fabriek zal - onder genormaliseerde productieomstandigheden - 7 tot 8 km per jaar bedragen, wat overeenkomt met ongeveer een derde van de 25 km die elk jaar moet worden behandeld. De overige werkzaamheden om tot 25 kilometer per jaar te komen worden voornamelijk uitgevoerd via andere zogenaamde sleufloze technieken, zoals het “guniteren” (spuitbeton) en het bekleden door de plaatsing van leidingen met een polymeriserende werking.