Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de onderzoeksopdrachten vanuit de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die werden uitgevoerd door hogeronderwijsinstellingen in Brussel.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 54)

 
Datum ontvangst: 20/12/2019 Datum publicatie: 05/02/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 05/02/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/01/2020 Ontvankelijk p.m.
10/02/2020 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    De leden van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering doen geregeld beroep op onderzoeksinstellingen of hogeronderwijsinstellingen om bepaalde onderzoeksopdrachten uit te voeren en te leiden. Ook de instellingen van het hoger onderwijs in Brussel schrijven zich hiervoor in.

Om een overzicht van deze onderzoeksopdrachten te kunnen bekomen, stel ik graag volgende vragen aan u en uw collega-Ministers (die elk hun versie van deze vraag toegestuurd kregen):
- Kan u wat betreft elk van uw eigen beleidsdomeinen een overzicht geven van de verschillende onderzoeksopdrachten (met onderwerp van het onderzoek, mogelijke andere partners, hoogte van de bedragen e.d.) die in het afgelopen jaar toegekend werden aan of besteld werden bij de verschillende hogeronderwijsinstellingen, zowel gevestigd in Brussel als buiten Brussel (opgedeeld per instelling)? Kan u ook de totaalsom geven die per bevoegdheid is uitgegeven aan onderzoeksopdrachten? Hoe is dit geëvolueerd tegenover vorig jaar?
- Kunt u aangeven hoeveel onderzoeken werden toegekend aan Nederlandstalige/ Franstalige/anderstalige instellingen (zowel in absolute als relatieve cijfers)? Kunt u dezelfde oefening maken op basis van de vestiging van deze instelling (Brussels/niet-Brussels)? Hoe evalueert u de verdeling van het aantal opdrachten dat werd toegekend aan de Brusselse onderzoeksinstellingen?
- Welke conclusies en beleidssuggesties kwamen er voort uit elk van de opgeleverde onderzoeken? Welke initiatieven of beslissingen zijn daar effectief uit voortgevloeid?
- Welke onderzoeken, die dit jaar zijn besteld, zijn nog lopende (met vermelding van titel, instelling, bedrag en datum van oplevering)?
- Kan u per onderzoeksopdracht aangeven welke andere instellingen kandidaat waren om de desbetreffende opdracht binnen te halen?
- Welke onderzoeken per bevoegdheid staan er gepland of werden er reeds beslist voor 2020? Kan u hier een helder overzicht van geven? Welk budget vertegenwoordigen die onderzoeken? Wanneer worden de aanbesteding gelanceerd? Wanneer wordt de oplevering van elk beslist toekomstige onderzoek verwacht?
 
 
Antwoord    Voor Equal.Brussels:

Voor het beleidsdomein gelijke kansen werden er het afgelopen jaar geen onderzoeksopdrachten toegekend aan of besteld bij hogeronderwijsinstellingen.

Met betrekking tot dit jaar, kan ik u meedelen dat er op dit ogenblik nog geen onderzoeken besteld noch voorzien zijn bij hogeronderwijsinstellingen.


Voor Brussel Huisvesting :

Allereerst werd bij de onderzoeksopdrachten vanuit de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die in 2019 werden uitgevoerd, de derde fase van de "Mystery shopping"-proeven in het kader van de studie over discriminatie bij huisvesting toevertrouwd aan een instelling voor hoger onderwijs.

Ter herinnering: de Brusselse regering wou dat er een "Mystery shopping"-teststudie op nooit eerder geziene schaal werd uitgewerkt omtrent het discriminerend gedrag van de Brusselse vastgoedkantoren op de Brusselse huurwoningmarkt.

Volgende criteria werden getoetst: etnische afkomst, geslacht, herkomst van het inkomen, leeftijd, gezinssamenstelling en handicap.

Na de eerste twee testfasen, die respectievelijk in 2017 en 2018 plaatsvonden, werd een onderzoeksopdracht opgestart om enerzijds de tweede testfase af te ronden en zo de impact van de sensibiliserings-, communicatie- en opleidingsmaatregelen die in 2017-2018 werden uitgevoerd, te kunnen beoordelen en om anderzijds een vademecum op te stellen zodat Brussel Huisvesting deze discriminatietesten kan toepassen.

De aanbesteding voor deze fase van de studie werd naar de volgende 3 potentiële inschrijvers gestuurd: VUB, SONECOM, UCL (School). Enkel de Vrije Universiteit Brussel (VUB) heeft een offerte ingediend.

Deze derde fase van de studie, uitgevoerd in het Frans en het Nederlands, kostte in totaal €98.726,74 incl. BTW (€81.592,35 excl. BTW).

De studie over discriminatie bij de toegang tot huisvesting, die werd uitgevoerd om te kijken of er sprake is van discriminerende praktijken op het Brusselse grondgebied, heeft globaal gezien aanleiding gegeven tot een breed opgezet actieplan bestaande uit verschillende luiken: een afficherings- en bewustmakingscampagne omtrent gelijke toegang tot huisvesting, een opleiding voor vastgoedmakelaars in samenwerking met het BIV, het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen en UNIA, en de wens om de instrumenten en actiemiddelen van de Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie te versterken om discriminerende praktijken vast te stellen door middel van discriminatietests (ordonnantie discriminatie bij de toegang tot huisvesting van 21 december 2018).

Het toegekende budget voor de eerste twee fasen van de studie bedroeg: 101.306,00€ incl. BTW (83.724,00€ excl. BTW) voor de eerste in 2017, en 25.449,31 € incl. BTW (21.032,49 € excl. BTW) voor de tweede in 2018.

Vervolgens werd in 2019 een andere studie besteld voor de Adviesraad voor Huisvesting (ARH). Deze werd gezamenlijk uitgevoerd door Nicolas Bernard voor de Université Saint-Louis en Edoardo Traversa voor de Université UCLouvain.

Geen enkele andere universiteit heeft een offerte ingediend, behalve ISIS Consult, een onafhankelijk studiebureau.

Het thema is "de aankoop of het huren van een onroerend goed fiscaal te vergemakkelijken in het kader van het sociale huisvestingsbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest".

De uitgaven komen overeen met een bedrag van 9.559€ incl. BTW dat werd aangerekend op begrotingsallocatie 25.001.08.09.1211.

De resultaten van de studie werden in oktober 2019 overgemaakt. Ze worden momenteel geanalyseerd door de ARH, dat hierover een initiatiefadvies opstelt. Dit advies zal binnenkort aan ons worden meegedeeld.

De afgelopen jaren heeft de ARH geen enkele opdracht bij een universiteit besteld en in deze fase staat er niets gepland.

Ten slotte is de Vrije Universiteit Brussel (VUB) in het kader van het Europese project CALICO (https://huisvesting.brussels/nl/nieuws/calico-een-brussels-innovatief-cohousingproject-bekroond-door-europa?set_language=nl) één van de partners van Brussel Huisvesting.

Het budget van de VUB bedraagt 400.675,00€ voor een periode van 3 jaar (van 01/11/2018 tot 31/10/2021), waarvan 80% (= 320.540,00€) via het Brussels Gewest wordt gesubsidieerd door de Europese Unie (in het kader van het initiatief "Urban Innovative Actions" van de Europese Unie). De overige 20%, d.w.z. € 80.135,00, wordt door de VUB zelf betaald. Het Brussels Gewest ontvangt dus Europese subsidies die het aan de VUB overmaakt, maar het financiert de werken van de VUB met betrekking tot dit project niet.

Onderzoekers van de VUB zullen, in samenwerking met alle partners, de sociale impact van het project opvolgen, evalueren en meten.

Ze zullen dit doen in 4 fases:

- In een eerste fase wordt een overzicht opgemaakt van de (toekomstige) uitdagingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op het vlak van huisvesting en “care”. Dit overzicht zal enerzijds gebaseerd zijn op een analyse van de literatuur en anderzijds op de ervaringen van de projectpartners. In de eerste fase worden de verwachtingen, verschillende procedures en mogelijke valkuilen van alle projectpartners schriftelijk vastgelegd in een model van participatieve sociale actie;

- De tweede fase zal zich richten op de basisevaluatie van het project, en omvat dus ook de werving van onderzoeksstalen en de eerste gegevensverzameling. Deze eerste gegevensverzameling zal gebeuren op basis van kwantitatieve (gesprekken en discussiegroepen) en kwalitatieve (enquête) gegevens. Deze eerste resultaten zullen worden vastgelegd in een tussentijds verslag;

- De derde fase omvat de tweede gegevensinzameling (ook kwalitatief en kwantitatief), vergelijkbaar met de basisevaluatie;

- Tijdens de afsluitende fase zal een geïntegreerd eindverslag worden geschreven. Hierin zullen de resultaten van de gegevensverzameling op lange termijn en een evaluatie door de partners en belanghebbenden van het project worden opgenomen.

De opvolging door de VUB en de betrokkenheid van perspective.brussels (één van de partners in het CALICO-project) heeft tot doel de uitdagingen in termen van repliceerbaarheid van het model in perspectief te plaatsen, aanbevelingen te doen voor het beleid en de gang van zaken op het gebied van huisvesting en “care”, en de resultaten te delen.

In totaal namen bijgevolg één Nederlandstalige Brusselse universiteit, de VUB, één Franstalige niet-Brusselse universiteit, de UCL en een Franstalige Brusselse universiteit, de Universiteit van Sint-Louis, deel aan de onderzoeksopdrachten van Brussel Huisvesting.


Met betrekking tot de BGHM:

In 2019 werd alleen de studie in verband met het observatiecentrum van de huurprijzen uitgevoerd met één universiteit, de UCL (Franstalige en niet de Brusselse UCL).

In 2020 werd deze opdracht overgedragen aan Brussel Huisvesting.

Ter herinnering: in 2004 werd de BGHM belast met het beheer van de werken van het Gewestelijk Observatiecentrum voor de huisvesting. Dit Observatiecentrum beoogt de ontwikkeling van een objectieve en diepgaande kennis van de huisvestingskwesties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Sinds 2004 voert het Gewestelijk Observatiecentrum voor de huisvesting jaarlijks studies uit met betrekking tot de evolutie van de huurprijzen op de particuliere huurwoningmarkt.

In bijlage vindt u een tabel met informatie betreffende het bedrag dat door de overheid wordt besteed aan de onderzoeksopdrachten voor de jaren 2018 en 2019.

Deze studies hebben met name de omvang van de sociale vraag naar huisvesting in het Gewest aangetoond, d.w.z. het aantal gezinnen dat een tussenkomst van de overheid nodig heeft om het recht op fatsoenlijke huisvesting tegen een betaalbare prijs concreet te kunnen uitoefenen. Al deze studies zijn beschikbaar op de website van de BGHM:
http://www.slrb.be/nl/particulier/publicaties/observatiecentrum-van-de-huurprijzen-2018.

Deze studies zijn meestal gebaseerd op een enquête met een steekproef uitgevoerd op 3.000 huurwoningen (met uitzondering van de enquête van 2005, waarvoor de steekproef 1.800 woningen omvatte, en de enquête van 2006, waarvoor de steekproef 2.700 woningen omvatte) uit de particuliere sector, verspreid over het hele gewestelijke grondgebied.

Sinds 2016 heeft het Gewestelijk Observatiecentrum voor de huisvesting de steekproef uitgebreid tot 5000 enquêtes.

Tot op heden staat er geen andere enquête gepland.

Aangezien de opdracht bestond uit een jaarlijkse actualisering, voor de methodologische continuïteit en de vergelijkbaarheid van de resultaten, werd deze opdracht alleen aan de UCL toevertrouwd.

Het ging immers om een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking voor deze opdracht.

Artikel 26 van de wet van 15 juni 2006 beschrijft in het tweede lid, 2°, de beperkende gevallen waarin de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking kan worden gebruikt in het geval van een overheidsopdracht voor werken, leveringen of diensten. Een van deze gevallen is de situatie die zich hier voordoet, namelijk "indien de werken, leveringen of diensten omwille van hun technische of artistieke specificiteit of omwille van de bescherming van alleenrechten slechts aan één bepaalde aannemer, leverancier of dienstverlener kunnen worden toevertrouwd".

Deze eerste opdracht valt binnen deze overwegingen, rekening houdend met het feit dat de hier beoogde dienstverlener de enige is die dit soort studies tot nu toe in België heeft uitgevoerd.

Hij beschikt over de ervaring en de methodologische deskundigheid die in de loop der jaren zijn opgebouwd en die het mogelijk moeten maken om de voor het Gewest verzamelde informatie snel te verwerken.

Ten slotte zijn de technische bijzonderheden die door deze operator zijn ontwikkeld van dien aard dat zij een belangrijke doelstelling van deze studies garanderen, namelijk de vergelijkbaarheid van de enquêteresultaten mogelijk maken in de loop der jaren en gaandeweg de studies.

Wat betreft de consultant die de opdracht begeleidt, kan iedereen zich inschrijven, aangezien het gaat om een open procedure die werd gepubliceerd op het “e-procurement”-platform. De opdracht werd toegekend aan Sonecom.

Er staan geen andere studies met een universiteit gepland.


Met betrekking tot het Woningfonds:

Het Woningfonds heeft nooit onderzoeksopdrachten besteld bij instellingen voor hoger onderwijs en in deze fase staat er geen enquête gepland.

Met betrekking tot alle instanties die onder toezicht staan, wordt hieronder vermeld hoeveel onderzoeksopdrachten in absolute en relatieve cijfers aan Nederlandstalige of Franstalige instellingen zijn toegewezen:

In absolute cijfers werden 2 onderzoeksopdrachten toegewezen aan een Nederlandstalige universiteit (de VUB) en 2 onderzoeksopdrachten aan Franstalige universiteiten (de UCL enerzijds en de Universiteit van Saint-Louis samen met de UCL anderzijds).

In relatieve cijfers werd 50% van de onderzoeksopdrachten toegewezen aan een Nederlandstalige universiteit en 50% aan Franstalige universiteiten.

Ten slotte hieronder het aantal onderzoeksopdrachten dat werd toegekend aan instellingen die in Brussel of buiten Brussel gevestigd zijn, in absolute en relatieve cijfers:

In absolute cijfers werden 3 onderzoeksopdrachten toegekend aan de Brusselse universiteiten (de VUB voor 2 onderzoeksopdrachten enerzijds en de Universiteit van Saint-Louis in samenwerking met de UCL anderzijds) en 2 onderzoeksopdrachten werden toegekend aan een Waalse universiteit (de UCL enerzijds en de UCL in samenwerking met de Universiteit van Saint-Louis anderzijds).

In relatieve cijfers werd 60% van de onderzoeksopdrachten toegewezen aan de Brusselse universiteiten; 40% van de onderzoeksopdrachten werd toegewezen aan een Waalse universiteit.