Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het aantal verstrekte hypothecaire leningen door de sociale kredietvennootschappen.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 69)

 
Datum ontvangst: 15/01/2020 Datum publicatie: 02/03/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 02/03/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
24/01/2020 Ontvankelijk p.m.
02/03/2020 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    De verschillende sociale kredietvennootschappen vervullen een specifieke rol in de Brusselse huisvestingsmarkt. Hoewel ze in se privémaatschappijen zijn, leunt hun opdracht ook bij de openbare dienstverlening na: zoveel mogelijk mensen de kans op een fatsoenlijke woning bieden.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest staat in voor de zogenaamde waarborg van honorering opdat deze maatschappijen hypothecaire kredieten tegen een verlaagd tarief kunnen toestaan aan mensen die zonder zo’n lening geen woning op de privémarkt kunnen kopen. De basisvoorwaarde voor de toekenning van een sociaal krediet is dat de gewenste koopwoning als ‘sociaal’ beschouwd wordt en aan bepaalde criteria met betrekking tot de handelswaarde beantwoordt.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:
- Hoeveel leningen werden er in 2018 en 2019 (in de mate dat deze cijfers reeds beschikbaar zijn) verstrekt door de erkende sociale kredietvennootschappen? Kan u deze cijfers opsplitsen per sociaal kredietvennootschap? Wat was de gemiddelde geldelijke waarde van deze leningen (zowel globaal als per sociaal kredietvennootschap)?
- Hoeveel aanvragen tot hypothecaire leningen liepen er in diezelfde periode in totaal binnen? Kan u deze cijfers opsplitsen per sociaal kredietvennootschap? Welk aandeel daarvan werd uiteindelijk niet verstrekt? Omwille van welke redenen werd die hypothecaire lening geweigerd? Hoe verklaart u de verschillen in toekenningspercentages tussen de verschillende sociale kredietvennootschappen?
- Op welke manier wordt er werk gemaakt van harmonisering tussen de tarieven en toekenningsvoorwaarden die deze sociale kredietvennootschappen hanteren en hun algemene werking?
 
 
Antwoord    Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen:

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn dit de erkende Sociale Kredietmaatschappijen:

· Crédit Immobilier Ouvrier SA;
· Krediet voor sociale woningen NV;
· Le Petit Propriétaire de Bruxelles SA ;
· Socodix – Le Foyer SRCL;
· Gewestelijke Maatschappij voor Huisvestingskrediet NV;

Samen met het Woningfonds zijn dit de enige operatoren die actief zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de sector van de hypotheekleningen met een sociaal doel.

Na de renteval die nu al meerdere jaren aanhoudt, is de sociale kredietsector kwetsbaar gebleken. De activiteit van de sociale kredietinstellingen staat nu al een aantal jaren op een zeer laag pitje. Ze bedroeg in 2017 0,3% van de hele hypotheekmarkt.



U vindt de antwoorden op uw vragen betreffende het aantal ontvangen, aanvaarde en geweigerde leningaanvragen in de bijgevoegde tabellen.


De sociale kredietinstellingen wijzen op meerdere redenen die aan de basis liggen van de weigering van een hypotheeklening.


Het gaat meer bepaald om:
- onvoldoende inkomsten, een overschrijding van de ratio mensualiteit/in aanmerking komend inkomen (>33%);
- een ontoereikend saldo om in het levensonderhoud te voorzien;
- een niet gewaarborgde solvabiliteit (bijvoorbeeld: een alleenstaande werkloze die samenwonend wordt ingevolge de aankoop en hierdoor zijn of haar toelage fors verlaagd ziet) ;
- Een te beperkte inkomensstabiliteit (bijv. inkomsten als zelfstandige sinds minder dan een jaar).

Een andere hoofdreden is onvoldoende eigen middelen. Leningen worden immers beperkt tot maximaal 100% van de expertisewaarde van het goed of de aankoopprijs indien deze lager is, omdat de notaris- en registratiekosten door de ontleners betaald dienen te worden. Op grond van die laatste voorwaarde komt er soms geen vervolg op aanvragen per telefoon of per e-mail zodat zelfs geen dossier wordt samengesteld.


Heel zelden worden dossiers geweigerd omwille van een probleem of risico dat verband houdt met de stedenbouwkundige conformiteit of door niet overtuigende of uitblijvende verantwoordingsstukken.

Wat de rentevoet betreft, bepaalt elke sociale kredietmaatschappij het percentage dat zij een ontlener toestaat in functie van verscheidene « klassieke » perimeters: de terugbetalingsduur, de blootstelling aan risico (bijvoorbeeld: ontleende kwotiteit ten opzichte van de verkoopwaarde van het goed), …












Een ander criterium dat een weerslag heeft op de rentevoet is de gemiddelde onderliggende funding die elke sociale kredietinstelling heeft verkregen bij bankinstellingen en die dus van de ene tot de andere maatschappij verschilt. Uitgaand van dit percentage dient elke sociale kredietmaatschappij immers een operationele marge te kunnen verwezenlijken.