Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het beleid en de doelstellingen omtrent cohousing.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 83)

 
Datum ontvangst: 23/01/2020 Datum publicatie: 03/03/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 03/03/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/01/2020 Ontvankelijk p.m.
03/03/2020 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    De afgelopen jaren zit gemeenschappelijk wonen, het zogenaamde cohousing, duidelijk in de lift. Afhankelijk van het concrete project worden verschillende ruimtes binnen het pand – zoals bijvoorbeeld een tuin, leefruimte met uitgeruste keuken, wasplaats of fietsenstalling – gemeenschappelijk gemaakt, naast de persoonlijke vertrekken waarover men beschikt. Vaak gaan groepen potentiële cohousers op voorhand op zoek naar een geschikt pand en geschikte locatie, om zo de noden van iedereen op elkaar te kunnen afstemmen. Een goede samenhang, respect voor elkaars individuele waarden en algemene optimale verstandhouding vormen daarbij onmisbare elementen.

Onder meer in Schaarbeek (aan de voormalige Spaanse ambassade, goed voor 17 appartementen) en Vorst (aan de Deltastraat, goed voor 36 woningen) zijn dergelijke cohousingpanden in volle opbouw. Verschillende organisaties richten zich dan ook op het begeleiden van mensen en groepen die zich in dergelijke cohousingprojecten willen inschrijven.

Hoewel cohousing op zich een interessant concept vormt in het stedelijk huisvestingsbeleid, valt hierover echter niets concreet te lezen in zowel het regeerakkoord als de recentste beleids- en oriëntatienota’s. Bovendien stoten geïnteresseerde groepen tegenwoordig nog vaak op praktische of juridische problemen en beslommeringen wanneer ze effectief tot een project omtrent cohousing willen overgaan.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:
- Op welke manier promoot en stimuleert u de verschillende cohousinginitiatieven die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ondernomen worden? Welke concrete doelstellingen stelt u daarbij voorop en welke middelen worden hiertoe voorzien?
- Hebt u zicht op het totale aantal cohousingprojecten die momenteel lopende of gepland zijn op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Zo ja, hoe zijn deze projecten verspreid over de verschillende gemeenten? Hoe verhouden deze cijfers zich tegenover de reeds bestaande cohousingprojecten? Kan u het totale aantal wooneenheden (zowel gepland als reeds gerealiseerd) meegeven?
- Onderzoekt u of hebt u stappen gezet naar een overkoepelende structuur, om dit zo in het gewestelijk beleid te kunnen verankeren? Zo ja, welke timing en welke middelen voorziet u hiertoe?

 
 
Antwoord    Cohousing kan diverse voordelen bieden voor de gebruikers ervan en voor de gemeenschap. We denken bijvoorbeeld aan de voordelen op het vlak van sociale cohesie, betaalbaarheid en compact ruimtegebruik.

De voorbije jaren leverde het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aanzienlijke inspanningen om cohousing te stimuleren:

· Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest tekende als eerste Gewest een juridisch kader uit voor cohousing. We verwijzen in het bijzonder naar de regeling op het vlak van medehuur, die op 1 januari 2018 in werking trad, en meer zekerheid biedt aan medehuurders;
· Sociale verhuurkantoren ontvangen een subsidie voor de verhuring van ‘solidaire woningen’;
· Voor sociale huisvesting werd een doelstelling van 5% ‘innovatieve’ woningen (oftewel 200 woningen), gedefinieerd als gemeenschappelijke of intergenerationele woningen, opgenomen in het kader van de Alliantie Wonen. Er worden momenteel verschillende projecten uitgevoerd;
· Het intergenerationele cohousingproject ‘CALICO’ werd door Brussel Huisvesting voorgesteld en bekroond in het kader van het Europese “Urban Innovative Actions” programma;
· Steun bij de oprichting van een “Pôle ressources bruxellois” door de vzw Habitat & Participation;
· In 2015 en 2017 werden twee projectoproepen inzake “intergenerationele woningen” gelanceerd. Alle Verenigingen voor Integratie via Huisvesting, sociale verhuurkantoren, gemeenten en OCMW's werden uitgenodigd om een project in te dienen met betrekking tot de ontwikkeling van intergenerationele huisvesting in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In dit kader werden 21 projecten weerhouden die momenteel worden verwezenlijkt.

Hoewel gemeenschappelijk wonen diverse voordelen biedt, mogen we ook niet blind blijven voor de risico’s.

Volgens de laatste enquête 2018 over de huurprijzen wordt 11% van de Brusselse woningen gedeeld gehuurd. Bij woningen die de afgelopen drie jaar zijn gehuurd, loopt dit aandeel op tot 18%.

Voor dezelfde grootte wordt een woning in medehuur tegen een aanzienlijk hogere prijs verhuurd dan een woning voor één gezin (mediane huurprijs van 800 euro voor woningen in medehuur in vergelijking met 700 euro voor het geheel der woningen). We moeten er dus voor zorgen dat de opmars van medehuur niet ten koste gaat van klassieke gezinnen –die uit de markt dreigen te worden geprijsd. Dat is een evenwicht dat we moeten bewaken.

Daarom gaven we aan de Referent Huisvesting de opdracht om, samen met de betrokken actoren, een denkproces op te starten met betrekking tot wooncoöperaties.

Wooncoöperaties zijn coöperatieve vennootschappen die ernaar streven hun leden de best mogelijke huisvestingsomstandigheden te bieden tegen de laagst mogelijke prijs.

Dergelijke wooncoöperaties zijn potentiële dragers van (onder andere) cohousing initiatieven, maar dan zonder de prijsopdrijvende effecten die op de private markt dreigen op te treden. Op die manier krijgen ze een meer duurzaam en (financieel) toegankelijk karakter.

De reflectie hierover is pas opgestart. Een eerste bijeenkomst is gepland op 10 maart 2020.

Afgezien van de projecten die in het kader van de oproep tot het indienen van projecten die u in bijlage vindt ondersteund worden, beschikt Brussel Huisvesting niet over specifieke informatie over het register van cohousingprojecten en de daarmee verband houdende statistische gegevens.

In het kader van het onderzoekproject Résibru, dat gefinancierd werd door Innoviris, telden onderzoekers van de Université Saint-Louis Bruxelles en de ULB (IGEAT) 49 recente cohousing projecten met bijna 1000 woningen. Het merendeel hiervan ligt in het noordwestelijk deel van de kanaalzon.

Deze studie is beschikbaar via
https://journals.openedition.org/brussels/4231.