Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de opvolging door Actiris van werkzoekenden na hun inschakkelingsbetrekking (Art60§7).

Indiener(s)
Khadija Zamouri
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 100)

 
Datum ontvangst: 28/01/2020 Datum publicatie: 26/02/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 26/02/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
29/01/2020 Ontvankelijk p.m.
26/02/2020 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Er bestaat al sinds 2015 een goede afspraak tussen Actiris en de 19 OCMW’s over de opvolging van werkzoekenden na afloop van hun inschakelingsbetrekking, beter bekend als “contract Artikel 60”. Het gewest zet terecht veel in op deze beleidsmaatregel. De OCMW’s worden aangemoedigd om hun aantal inschakelingsbetrekkingen jaarlijks te verhogen. Dit is voor vele OCMW-steuntrekkers een echte stap naar de arbeidsmarkt. De dienst LINK van Actiris volgt na afloop van de inschakelingsbetrekking die werknemers op die niet onmiddellijk een nieuwe job hebben gevonden. Voor de socio-professionele inschakelingsdiensten van de OCMW’s is dit een zeer goede zaak en een goede taakverdeling.

Maar daartegenover staat dat de OCMW’s wel het overzicht verliezen over de doeltreffendheid van de inschakelingsbetrekkingen in het traject van de werkzoekenden. Zij weten wel hoeveel mensen die via hen een inschakelingsbetrekking hebben gehad effectief een job vinden na afloop, maar niet hoeveel in de komende maanden of jaren, bijvoorbeeld na intensieve begeleiding door LINK of een bijkomende aanvullende opleiding, een job vinden.

1. Beschikt Actiris/LINK over deze gegevens?
2. Volgt Actiris deze resultaten op en vult ze die aan met de resultaten waarover de OCMW’s beschikken m.b.t. de onmiddellijke tewerkstelling na afloop van het contract artikel 60?
3. Kan u een overzicht geven per gemeente van het aantal werkzoekenden die na een inschakelingsbetrekking een nieuwe job vinden (na een maand, na 6 maand, na een jaar)?
 
 
Antwoord    View.brussels evalueert de positieve uitstroom van de doelgroep die door LINK wordt begeleid, alsook de volledige doelgroep die door Actiris wordt opgevolgd.

Voor alle werknemers die een overeenkomst artikel 60 hebben afgerond en die zich bij Actiris hebben ingeschreven, heeft View.brussels de eerste cohorten bestudeerd waarvan het Gewest sinds de regionalisering een totaalbeeld had, dat wil zeggen de personen die in 2016 en 2017 een overeenkomst artikel 60 hebben afgerond.

2017 is het meest recente jaar waarvoor statistieken kunnen worden gegenereerd. De evaluatie van de positieve uitstroom van de “uitstromers 2018” zal pas in juli 2020 kunnen plaatsvinden, gezien de termijn voor de positieve uitstroom na 12 maanden en de termijnen voor de methodologische verwerking.

27,6% van de in 2017 uitgestroomde werknemers artikel 60 die geen matching van LINK hebben genoten, heeft na 12 maanden een job gevonden. Dat uitstroompercentage naar werk loopt op tot 35,6% voor de personen die in de 3 maanden na hun uitstroom een matchingdienstverlening van LINK hebben gekregen.

Hoewel uw vraag specifiek betrekking heeft op de hertewerkstelling, moet eraan herinnerd worden dat personen die een overeenkomst artikel 60 genieten, tegelijk vaak blijk geven van gebrekkige beroepskwalificaties, problemen van sociale aard, gebrekkige taalbeheersing en een groot gebrek aan beroepservaring.

Voor een deel van het publiek is de maatregel artikel 60 slechts één stap in de richting van hertewerkstelling. Om die reden wil ik mijn antwoord aanvullen met het percentage “positieve uitstroom” (hertewerkstelling, opleiding of stage) over een periode van 12 maanden. Dat positieve-uitstroompercentage bedraagt 38,2% voor de uitstromers 2017 die geen LINK-matching hebben genoten, en 51,2% voor hen die wel zo’n begeleiding hebben gehad.

Als we de positieve-uitstroompercentages van de uitstromers artikel 60 met en zonder LINK-begeleiding met elkaar vergelijken voor de twee jaren waarvoor het Gewest over statistieken beschikt (2016 en 2017), dan merken we een algemeen verschil op van 12,5%. Voor bepaalde categorieën is dat verschil “met of zonder LINK-matching” bijzonder groot. Zo bedraagt het +18,5% voor de categorie van de vrouwen en +22,6% voor de leeftijdscategorie “jonger dan 25 jaar”.

Deze cijfers moeten worden toegelicht, want ze betreffen een onderschatting van de hertewerkstelling die de maatregel artikel 60 oplevert. De statistieken van Actiris houden namelijk geen rekening met de werknemers artikel 60 die zich na afloop van de overeenkomst niet bij Actiris komen inschrijven.

In de tabel in de bijlage vindt u de cijfers per gemeente. We merken op dat de positieve-uitstroompercentages voor deze maatregel doorgaans op 12 maanden worden geëvalueerd, en niet op 1 en op 6 maanden.

Er dient op te worden gewezen dat deze cijfers met grote behoedzaamheid moeten worden geïnterpreteerd: enerzijds moet rekening worden gehouden met het beperkte aantal personeelsleden in sommige gemeenten, anderzijds met de variatie in de kenmerken van het publiek (leeftijd, opleidingsniveau, enz.) naargelang van de gemeente. Het is dan ook niet relevant om conclusies te trekken op basis van de gemeentelijke verschillen.

Daarom is View.brussels van mening dat conclusies in verband met de verschillen tussen de gemeenten niet relevant zijn.