Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het beleid omtrent de steun voor de LGBTQI-gemeenschap in ontwikkelingslanden en in het bijzonder in de partnerlanden.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 79)

 
Datum ontvangst: 03/02/2020 Datum publicatie: 10/03/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 06/03/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
04/02/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Sinds het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een eigen beleid voor ontwikkelingssamenwerking op poten heeft gezet, werd daar een grote rol weggelegd voor de ‘gelijke kansen voor iedereen’ in het Brussels internationaal beleid – zowel in de projectoproepen als in de partnerakkoorden. Gelijke Kansen betrof zowel vrouwenrechten en personen met een beperking, als de LGTBQI-gemeenschap.
We merken echter vaak dat er zich in ontwikkelingslanden nog vaak problemen voordoen rond het respecteren van ieders seksuele geaardheid. Zo weten we dat in 32 van de in totaal 54 Afrikaanse landen seksuele betrekkingen tussen mensen van hetzelfde geslacht als strafbaar feit beschouwd wordt. In Mauritanië, Soedan, Noord-Nigeria en Somalië staat op homoseksualiteit bovendien zelfs de doodstraf.
Het Gewest heeft op het eigen grondgebied al veel initiatieven ondernomen om discriminatie op vlak van seksuele geaardheid zoveel mogelijk uit te bannen. Ik zou dus oproepen om hier in de komende jaren ook de nodige aandacht aan te besteden in het internationaal beleid.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:
- Kan u een overzicht geven van de initiatieven die u hebt ondernomen sinds de start van de legislatuur om de strijd tegen de discriminatie naar de LGTBQI-gemeenschap in onze partnerlanden te ondersteunen of aan te kaarten in uw ontmoetingen? Ondersteunt u verenigingen of het maatschappelijk middenveld die hierrond werken in onze Brusselse partnerregio's? Hebt u al contact of overleg gehad met organisaties als Cavaria, Belgian Pride en dergelijke meer om een internationale werking en soort netwerk om de LGTBQI-gemeenschap te beschermen uit te bouwen? Hoeveel middelen wil u hiervoor vrijmaken? Pleegt u ook overleg met de federale overheid of de ambassades omtrent deze problematiek? Hebt u bijvoorbeeld onderzocht of men delegaties uit onze partnerlanden kan uitnodigen voor een ontvangst tijdens de Pride?
- Verbindt u zich ertoe dat u jaarlijks in de projectoproepen aandacht zal geven aan de non-discriminatie van deze groep?
- Kaart u dit aspect aan tijdens de ontmoetingen met bewindslieden in de handelsmissies in landen waar zich mogelijks problemen voordoen? Zo ja, tijdens welke missies? Vraagt u in deze gesprekken dat homoseksualiteit uit het strafrecht wordt gehaald en dat de universele mensenrechten voor allen zullen gelden?
 
 
Antwoord    Aan het begin van mijn mandaat zijn we eerst nagegaan wat de behoeften zijn van onze partnerregio’s en van het middenveld en vervolgens hebben we beslist om ons tijdens deze legislatuur te focussen op stedelijke weerbaarheid voor onze acties in het Zuiden. We beperken ons niet uitsluitend tot stedenbouw, deze aanpak houdt ook rekening met menselijke problemen die verband houden met verstedelijking en het stadsleven. De kwestie van seksuele en genderidentiteit – en de discriminatie die er spijtig genoeg mee samenhangt – zal vanzelfsprekend ook aan bod komen, gezien het belang ervan in de grootsteden.


Rekening houdend met de doelstelling van
inclusieve duurzame ontwikkeling en het respect voor mensenrechten zoals bepaald in de kaderordonnantie betreffende de ontwikkelingssamenwerking, zal de projectoproep Zuid 2020 projecten ondersteunen die een duurzame impact hebben op de lokale economie en die tegemoetkomen aan de minderbedeelde/gemarginaliseerde groepen in de bevolking. Net als bij de voorgaande editie zal de LGBTQI-gemeenschap kunnen worden ondersteund en ik zou verheugd zijn als het middenveld projectvoorstellen indient die op deze doelgroep gericht zijn.

Momenteel ondersteunen we al een project ter bestrijding van negatief mannelijk gedrag van de ngo
Le monde selon les femmes in Kinshasa. In december 2019 kenden we ook een nieuwe subsidie toe aan de vzw Le huitième jour opdat het haar sensibiliseringswerkzaamheden in de regio Rabat-Salé-Kénitra inzake de situatie van personen met een handicap kan voortzetten en meer bepaald m.b.t. hun recht op een seksuele en affectieve beleving, zonder stereotypering in verband met hun handicap of gender.

Ik juich de deelname van delegaties afkomstig uit onze partnerregio’s aan evenementen als de Pride toe. Ik zal hen zeker en vast sensibiliseren voor dit soort initiatieven telkens ik daartoe de gelegenheid krijg.
Tijdens mijn missies in onze partnerregio’s word ik onder andere over de situatie van de LGBTQI-gemeenschap op de hoogte gehouden via de analyses van de Belgische diplomatieke diensten ter plaatse.

In de geest van het Brussels beleid inzake ontwikkelingssamenwerking en de internationale aanbevelingen zoals de Verklaring van Parijs zal de verdeling van de toegekende middelen plaatsvinden op basis van de behoeften die onze partners in het Zuiden en het Belgische en Brusselse middenveld te kennen geven. Mijn beleidsbrief weerspiegelt de behoeften die werden meegedeeld tijdens de raadpleging aan het begin van de legislatuur. Mijn volgende beleidsbrieven zullen worden bijgewerkt op grond van de toekomstige geplande raadplegingen. Als onze Brusselse partners en onze partners in het Zuiden tijdens deze raadplegingen aangeven dat er een behoefte en een wens bestaat om specifieke budgettaire middelen voor dit thema uit te trekken, dan zal ik vanzelfsprekend naar hen luisteren, zoals dat gebruikelijk is in ontwikkelingsaangelegenheden.

Ik heb trouwens de recente toetreding ondersteund van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot het Europese netwerk van lokale overheden die actief zijn op het vlak van ontwikkelingssamenwerking PLATFORMA. In dit netwerk is een bronpersoon ‘gender’ actief die de leden moet stimuleren met dit onderwerp rekening te houden in hun acties.

Ten slotte heb ik inzake buitenlandse handel een volwaardige doelstelling vooropgesteld, die moet zorgen dat er meer aandacht gaat naar sociale en milieuaspecten bij de keuze van acties in het buitenland, met een bijzondere aandacht voor het respect van de mensenrechten in landen waar economische missies plaatsvinden.



Ik kan u dus bevestigen dat ik een vurige verdediger ben van mensenrechten in Brussel en elders en ook in het kader van mijn internationale bevoegdheden, namelijk ontwikkelingssamenwerking, externe- en handelsbetrekkingen. Uiteraard zal ik tijdens mijn missies systematisch aandacht besteden aan de LGBQTI-uitdagingen.