Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de stand van zaken omtrent de zelfrijdende busjes op de VUB-campus in Jette.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 66)

 
Datum ontvangst: 05/02/2020 Datum publicatie: 28/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 27/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
07/02/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In augustus 2019 startten onderzoekers van de VUB en de ULB met proefritten van een zelfrijdend busje op de VUB-campus in Jette. Het busje is het resultaat van de samenwerking tussen VUB-onderzoeksgroepen MOBI en SMIT en ULB-onderzoeksgroep LOUISE, en wordt ondersteund door Innoviris. In een eerste fase reed het busje tussen de koten en de lesgebouwen op de campus. Vanaf november rijdt het voertuig ook richting tramhalte en ziekenhuis en begeeft het zich dus ook op de openbare weg.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:
- Kan u meedelen hoeveel proefritten er hebben plaatsgevonden in de periode van augustus tot nu? Hoe lang duurde deze proefperiode? Zal deze worden verlengd? Heeft de nieuwe fase, waarbij de busjes ook op de openbare weg rijden, effectief plaatsgevonden?
- Wanneer zal er een evaluatie worden gehouden? Hebt u reeds zicht op deze evaluatie van dit project? Is deze positief of negatief? Aan de hand van welke criteria en indicatoren werd het project gemonitord? Kan u aangeven of en hoe het verkeersreglement bijgevolg aangepast zal moeten worden?
- Hoe werden deze proefritten getest en hoe ging dit concreet in zijn werk? Op welke manier werd dit gecontroleerd? Hoeveel incidenten hebben er plaatsgevonden? Bij hoeveel van deze incidenten was sprake van materiële schade of fysieke letsels? Hoe werd er voor gezorgd dat dit dan werd vermeden naar toekomstige situaties toe?
- Bestond of bestaat er hieromtrent een opvolgings- of een wetenschappelijk comité? Zo ja, uit welke diensten (in bijzonder van de Brusselse administratie) bestond die? Hoeveel keer is deze bijeengekomen? Wat waren hun bevindingen?
- Welke andere actoren worden bij deze evaluatie betrokken?
- Hoeveel gebruikers hebben tot dusver reeds gebruik gemaakt van dit zelfrijdend busje op de VUB-campus? Worden hun ervaringen meegenomen in de evaluatie?
- Wordt er onderzocht waar er elders dergelijke tests met zelfrijdende busjes zouden kunnen plaatsvinden? Zo ja, welke locaties of trajecten komen daarvoor in aanmerking? Wanneer zullen deze opgestart worden? Hoeveel middelen worden hiervoor vrijgemaakt, zowel vanuit privé-initiatieven als vanuit de overheid?
- Staat u omtrent de evaluatie van dit proefproject ook in overleg met MIVB om te bekijken of en hoe zij zich de komende jaren willen toeleggen op geautomatiseerd openbaar vervoer (in navolging van de eerdere plannen omtrent de geautomatiseerde metro)?
- Kan u een overzicht geven van welke andere mobiliteitsprojecten deze onderzoeksgroepen van ULB en VUB (zowel gemeenschappelijk als apart) vorig jaar en eventueel dit jaar dit hebben binnengehaald vanuit Innoviris (met naam van het project, een korte doelstelling, duurtijd en evaluatie en de mogelijke voortgang van deze projecten)?
 
 
Antwoord    Hieronder vindt u de antwoorden op uw vragen over dit project dat wordt uitgevoerd in samenwerking met de academische wereld en Innoviris.

Het project
“Automated Shuttle Service for Universitair Ziekenhuis Brussel” ging van start in januari 2019 en loopt over een termijn van twee jaar. Tijdens het eerste jaar werd een eerste experimentele fase afgerond welke aanvatte in de zomer van 2019. Met de betrokkenheid van een beperkte gebruikersgroep werd toen de technologie op privéterrein getest zodoende een systeemcontrole voor een veilige, vlotte en succesvolle inzet van de shuttledienst uit te voeren.

De tweede fase vatte in januari aan en loopt nog tot en met april 2020. Hier richt men zich op het uitrollen van de technologie met de betrokkenheid van een groter aantal gebruikers (patiënten en bezoekers), en op het testen op de openbare weg. Tot januari werden al meer dan 780 testritten uitgevoerd. Voor gedetailleerde vragen aangaande de lopende experimenten verwijzen wij het geachte lid van de regering graag door naar de projectdragers, zijnde de VUB onderzoeksgroepen MOBI (Mobility, Logistics and Automotive Technology Research Centre) en SMIT (Studies on media, information and telecommunication) en de ULB onderzoeksgroep LoUIsE - Laboratory on Urbanism, Infrastructures and Ecologies.

Zoals alle projecten die door Innoviris worden gefinancierd, omvat de projectopvolging een proces van evaluatie van de uitgevoerde activiteiten. Het tussentijds wetenschappelijk rapport werd recent door Innoviris ontvangen en aan een analyse onderworpen. Dit leidde tot een gunstige evaluatie. De opvolgingscriteria voor dit project zijn dezelfde als de selectiecriteria: wetenschappelijke kwaliteit van het voorstel, methodologie, impact, experimentering in real-life condities.

Op de vraag over de nood aan een eventuele wijziging van het verkeersreglement kan Innovirisechter geen antwoord meedelen. Voor alle uitgevoerde testen (eerst op privéterrein en vervolgens op de openbare weg) werden alle noodzakelijke preventieve en reglementaire maatregelen (zoals markering, signalisatie, aangepaste strategieën en communicatiemiddelen) gedefinieerd en uitgevoerd in overleg met de lokale (de verschillende ziekenhuisdiensten, de faculteit, de hogeschool, de gymzaal, de gemeente Jette) en regionale en federale (Brussel Mobiliteit, FOD Mobiliteit, de Politie) actoren.Het project voorziet daar alvast de nodige beleids- en regelgevingsaanbevelingen, die zullen volgen uit de ervaringen op het openbare terrein.

Voor het project werd inderdaad een extern opvolgingscomité voorzien. Daar maken onder meer Brussel Mobiliteit, MIVB, De Lijn en FOD Mobiliteit deel van uit. Tot op heden kwam dit comité, waarop alle belanghebbenden van het project aanwezig zijn, negen keer samen. Dit proces leidde tot het in stand brengen van een continue positieve dialoog en bijsturing waar nodig.Desalniettemin zullen externe experts wel bij de toekomstige evaluatie worden betrokken.

Tot januari zijn al meer dan 500 personen betrokken geweest. Hun ervaringen maken deel uit van de experimenteringsfase onder de professionele begeleiding van het projectteam en het opvolgingscomité en worden niet alsdusdanig geëvalueerd.

Tijdens de toenmalige validatie van dit dossier door de Regering werd aan Innoviris meegedeeld dat MIVB (die ook deel uitmaakt van het opvolgingscomité) een gelijkaardig experiment voorzag op nog niet nader gedefinieerde locatie. Wij hebben hierover geen verdere informatie ter beschikking. Wij verwijzen u naar de minister die verantwoordelijk is voor de mobiliteit voor meer informatie.

Bovendien werd door andere nationale en internationale actoren interesse getoond in het project en nemen de projectdagers de nodige stappen in de prospectie van bijkomende testopportuniteiten voor de toekomst.

In 2019 heeft Innoviris een heel wat onderzoeksprojecten gefinancierd binnen uiteenlopende mobiliteit-gelieerde onderzoeksthema’s zoals maritieme navigatie, MAAS benaderingen, logistiek, enz. In drie projecten (buiten dit project) werd één van de bovenvermelde onderzoeksgroepen, namelijk MOBI, gefinancierd:

· Het project
BCCC - Brussels Construction Consolidation Centre, opgestart in 2018, loopt over een periode van 3 jaar. Via het project, eveneens binnen het Experimental Platforms programma, willen de partners de Brusselse bouwwerven voorzien van een nieuw (digitaal) en intelligent samenwerkingsinstrument voor het verbeteren van mobiliteit en stedelijke logistiek van constructiematerialen. Onderzoeksgroep MOBI krijgt in dit kader een subsidie van 100.709 €. Het totale subsidiebudget voor het project bedraagt 1.187.828 EUR. De deelnemende partners, naast VUB, zijn het WTCB, Shipit Multimodal Logistics en Urbantz.

· Het project
BC-klet richt zich op het testen van innovatieve fietsleveringsmethoden voor lichte goederen via intelligente containerisering. De MOBI onderzoeksgroep wordt in het kader van het Experimental Platforms programma gesubsidieerd voor een bedrag van 58.123 EUR. Het totale subsidiebudget voor het project bedraagt 701 276 EUR. De deelnemende partners, naast VUB, zijn Université Saint-Louis Bruxelles, Febecoop, Smartcoop en Urbike. Innoviris verleende ook een beperkte financiële steun van 9.960 EUR aan MOBI voor de projectvoorbereiding van een Europees project dat de ontwikkeling van slimme maritieme navigatieoplossingen beoogt.

Al deze projecten kregen een gunstige tussentijdse evaluatie.