Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het al dan niet voortbestaan van basketbalclub Brussel.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 74)

 
Datum ontvangst: 27/01/2020 Datum publicatie: 03/03/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 26/02/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/02/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In de pers trok Brussels Basketball Team aan de alarmbel met de boodschap dat het nog niet zeker is of de club ook volgend seizoen nog in de hoogste klasse kan aantreden. Een belangrijke reden daartoe is het aanslepende zaaldossier, waardoor meerdere sponsors afhaken of weigeren zich verder te engageren. De gemeentelijke sportzaal van Neder-over-Heembeek, waar de club nu haar thuiswedstrijden afwerkt, is immers een eersteklasser onwaardig, maar ondanks alle beloftes van de afgelopen jaren werd er nog steeds geen oplossing gevonden.

Een samenwerking met Paleis 12, beheerd door de vzw BME, behoort tot de mogelijkheden en wordt ook door de club zelf als meest aangewezen optie gezien, maar ook daar stuit men nog op problemen. De huurprijs zou er immers 45.000 euro per dag bedragen, een kost die de club niet kan dragen.

Voor de uitstraling van onze hoofdstad zou het echter een enorm spijtige zaak zijn indien Brussels Basketball Team – de enige vertegenwoordiger uit ons gewest – uit de hoogste klasse zou verdwijnen. Bovendien is basketbal een zeer populaire sport onder de Brusselse jongeren, waardoor de club een zekere voorbeeldfunctie vervult.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Hebt u reeds overleg gehad met de club met betrekking tot de problemen waarmee ze worstelen, zowel infrastructureel als financieel? Was de Stad Brussel, die ook een ondersteunende rol biedt of moet bieden, hierbij aanwezig? Zo ja, welke mogelijke oplossingen werden daarbij geopperd?

- Onderzoekt u op welke manier het Gewest de basketbalclub zou kunnen steunen om het hoofd boven water te kunnen houden? Zo ja, welke concrete pistes liggen daarbij reeds op tafel en welke stappen hebt u al gezet om een oplossing te vinden? Welke middelen zal u daartoe vrijmaken? Op welke manier kan u de club een begeleidingstraject aanbieden om te kijken hoe dergelijke problemen vermeden kunnen worden? Kan u een overzicht geven van de gewestelijke ondersteuning die de voorbije jaren aan de club werd verleend? Waarvoor werd deze steun aangewend?

- Onderzoekt u de mogelijkheden om verschillende Brusselse clubs onder te brengen in één gewestelijke indoorsportarena (zoals de Simonetzaal in Anderlecht, waar in de jaren ’70 op hoog niveau aan handbal en volleybal werd gedaan), of om verschillende Brusselse sportclubs nauwer te laten samenwerken (zoals men in Turkije en Spanje reeds regelmatig doet en waar clubs bijvoorbeeld een basketbal- en een voetbalafdeling hebben)?
 
 
Antwoord    Mijn voorganger, Guy VANHENGEL, is al in contact met deze club van toen deze nog Excelsior heette en in tweede afdeling van de basketcompetitie speelde.

De toenmalige bestuursploeg, voorzitter André De Kandelaer en trainer/manager Serge Crevecoeur, heeft aan de Stad en aan het Gewest een plan voorgelegd om, op een gezonde financiële basis, met de club gestaag te groeien tot een volwaardige eersteklasser en een voorbeeldclub voor het Brussels basket.

De Stad en het Gewest zijn daar in meegegaan en hebben de nodige financiële middelen uitgetrokken. En dat doen we nog steeds trouwens. Met succes: de ploeg heeft sportieve hoogtepunten gekend met playoff’s voor de landstitel en zelfs een ticket voor de Europese basketcompetities.

Het gaat dus niet om een gebrek of afbouw van publieke middelen. De club worstelt met één groot probleem: infrastructuur, een oud zeer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Het Gewest heeft geen infrastructuur. De Stad kan hen enkel een zaal in Neder-Over-Heembeek aanbieden, met een beperkte capaciteit, zowel naar toeschouwers als naar faciliteiten voor sponsorwerking. Het occasioneel gebruik van andere zalen ( zoals bv Paleis 12 ) is geen structurele oplossing en bovendien erg duur.

Voormalig Schepen Alain Courtois heeft verschillende pistes laten onderzoeken voor de bouw van een nieuwe zaal, op en rond de Heizelvlakte. Dit heeft jammer genoeg niet tot een concrete oplossing geleid.

Omwille van de beperkte mogelijkheden van sponsorwerking, haken grote privésponsors af. Serge Crevecoeur en zijn commerciële equipe zijn bij wijze van spreken verplicht om meer tijd te stoppen in een continue zoektocht naar grote en kleine private sponsoring dan in de ontwikkeling van hun team op sociaal en op sportief vlak. Men zou voor minder de moed verliezen.

Ik begrijp dus ten volle de overweging van de club om de lat niet artificieel hoog te blijven leggen en sportieve ambities in de eerste klasse te blijven etaleren, maar eerder af te zakken naar een lagere afdeling om zich van daaruit te concentreren op de jeugdopleiding. De bestuurders van de club zijn intelligent genoeg om de financiële basis van de club gezond te houden en geen zotte avonturen aan te gaan, wat tot de ondergang heeft geleid van heel wat overambitieuze eersteklassers in alle sporttakken.

De Regering bekijkt met deze en andere sportclubs de mogelijkheden van de bouw van een nieuwe infrastructuur, die onder meer Brussels Basket perspectief zou kunnen bieden op een sportieve toekomst aan de top van het Belgisch basket. Het is nog veel te vroeg om hierover grote aankondigingen te doen. Zelfs als de middelen worden gevonden, bijvoorbeeld in het kader van een publiek-private constructie, dan nog moet een periode in acht worden genomen tot de nodige vergunningen en de realisatie van de constructie zelf. Die periode zal sowieso door de club overbrugd moeten worden. Aan haar en haar dirigenten om uit te maken op welk niveau dat zal kunnen gebeuren.