Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de elektrische auto's in Europa

Indiener(s)
Jonathan de Patoul
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 268)

 
Datum ontvangst: 24/02/2020 Datum publicatie: 28/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 23/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/02/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In het Brussels Gewest is het verbod op wagens met een verbrandingsmotor gepland voor 2035. Het aantrekkelijkste alternatief is de elektrische auto. Er rijzen evenwel nog steeds vragen over dat type motorisatie.

Vandaag is de beschikbaarheid van de laadpalen een van de grootste obstakels voor de aankoop van een elektrische auto. In Europa zijn er slechts 185.000 openbare laadpalen. Volgens een onderzoek van de Federatie “Transport & Environment” zullen er tegen 2030 drie miljoen laadpalen nodig zijn om te voldoen aan de Europese vraag, namelijk bijna vijftien keer meer dan het huidige aantal!

Gezien de toenemende populariteit van elektrische of hybride auto's aarzelen de beheerders van het oplaadnetwerk bovendien niet om hun tarieven te wijzigen. Zo is het Europese netwerk van ultrasnelle laadpalen Ionity overgegaan van een forfaitair tarief van 8 euro naar 0,79 euro per kilowattuur. Een rit van honderd kilometer met een auto die vergelijkbaar is met een Renault Clio, kost bijvoorbeeld 15,80 euro aan elektriciteit, terwijl dezelfde rit in een wagen met een verbrandingsmotor minder dan 10 euro kost.

Dat brengt me bij de volgende vragen:

- Is de oplaadcapaciteit op Europees niveau gegarandeerd? Met andere woorden, hebt u contact met de andere Europese landen om de Brusselse burgers te garanderen dat ze hun wagen in heel Europa kunnen opladen, bijvoorbeeld wanneer ze op vakantie gaan?
- Hebt u ook contacten met de verschillende Europese partners over de prijs van een volledige oplaadbeurt die in de verschillende landen zal worden gevraagd?
 
 
Antwoord    Met betrekking tot de oplaadcapaciteit in de andere Europese landen kan ik u meedelen dat iedere lidstaat de richtlijn Clean Power for Transport (CPT) – waarvan de nieuwe naam Alternative Fuels Infrastructure (AFI) is – moet omzetten. Deze richtlijn omvat een luik over de ontwikkeling van een netwerk van oplaadpalen die voor het publiek toegankelijk zijn.

Voor België, de omzetting van deze richtlijn hoofdzakelijk bestond uit het opmaken van een ‘national policy framework’ (NPF), waarbij de verschillende gewesten en de federale overheid afzonderlijk doelstellingen en maatregelen hebben opgenomen omtrent de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen en elektriciteit. Dit document is publiek beschikbaar op
http://document.environnement.brussels/opac_css/elecfile/2016.11.16_NPF_alternative_fuels_infrastructure_-_BELGIUM.PDF.

Verder werd ook het progress report van dit NPF opgesteld en ingediend op 18.11.2019 bij de EC. Dit document is publiek beschikbaar op
http://document.environnement.brussels/opac_css/elecfile/2019.11.14_national_progress_report_AFI_Belgium_-_final.pdf.

Op Europees niveau is de prijs van een volledige oplaadbeurt die door de leveranciers wordt aangerekend gebaseerd op het economische principe van de wet van vraag en aanbod zoals wij die kennen in onze vrije markt.

Met betrekking tot de ontwikkeling van oplaadinfrastructuur in de nabijheid van autosnelwegen, kan ik u meedelen dat het Gewest deelneemt aan het Europese project Benefic (benefic.eu) in het kader van het programma Connecting Europe Facility (CEF) van de Europese Commissie. Het programma omvat het uitrusten van het BHG, Vlaanderen en Nederland met een dergelijk netwerk van oplaadpalen.