Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de veralgemening van gender budgeting.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 79)

 
Datum ontvangst: 27/02/2020 Datum publicatie: 24/03/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 23/03/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/02/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De ordonnantie betreffende de integratie van de genderdimensie (29/03/12) verplicht de Brusselse regering om de gelijkheid tussen vrouwen en mannen te bevorderen door de genderdimensie te integreren in de gewestelijke beleidsstructuren. . Want ons inzetten voor gendergelijkheid mag geen vrijblijvend engagement zijn.

Een essentieel onderdeel van het juridisch kader gender mainstreaming, is gender budgeting. Dat wordt geregeld in het Besluit van het BHR inzake de invoering rond een methode om een genderdimensie te integreren in de begrotingscyclus (14/07/16).

Gender budgeting is een analyse vanuit genderperspectief van alle vormen van overheidsuitgaven en -inkomsten en geeft een overzicht van de directe en indirecte gevolgen ervan op de respectieve situatie van vrouwen en mannen. Zo een gendergevoelige begroting staat overheden toe om te begrijpen hoe begrotingsinkomsten en -uitgaven een verschillende impact kunnen hebben op mannen en vrouwen. Het maakt het ook makkelijker om doelstellingen voor het versterken van gendergelijkheid te formuleren door de middelen anders te verdelen en die doelstellingen goed op te volgen. Als het goed gebruik wordt, kan gender budgeting veel meer zijn dan een theoretische instrument, maar echt het potentieel hebben om de gendergelijkheid te verbeteren. Daar zijn door de vorige regering eerste stappen toe gezet. En hoewel deze regering ook vooruitgang maakt, is er nog steeds verbetering mogelijk.

Mijn vragen aan de minister:

1. Bij gender budgeting moet men in alle fase van de begrotingsopmaak en zowel bij de inkomsten als de uitgaven aandacht geven aan de gelijkheid van vrouwen en mannen en aan het versterken van deze gelijkheid. Hoe wordt gender budgeting vandaag geïntegreerd in de Brusselse begrotingsopmaak? Is de coördinatie sedert de nieuwe legislatuur nog steeds bij de minister van Begroting? Welke bijstand wordt verleend door equal.brussels? Welke belangrijkste knelpunten treden hierbij op? Hoeveel % van het gewestelijk budget is reeds "gendergebudgetteerd"? Tot welke wijzigingen of aanpassingen heeft dit geleid? Kunt u hier concrete voorbeelden van geven? 

2. Welke stappen neemt u, samen met de staatssecretaris voor Gelijke Kansen, om een coherentere en integrale aanpak van gender budgeting voor te stellen aan uw collega's en te streven naar een veralgemening van dit principe in het gewestelijk budget? Verbindt u zich hiertoe als Minister van Begroting werk van te maken? Tegen wanneer wil u genderbudgeting volledig ingevoerd hebben voor de begrotingsopmaak?
 
 
Antwoord    Hoe wordt gender budgeting vandaag geïntegreerd in de Brusselse begrotingsopmaak?

Op dit moment wordt gender budgeting op twee manieren geïntegreerd in de begroting van het Brussel Hoofdstedelijk gewest. Enerzijds wordt op het niveau van de basisallocatie een gendercategorie toegekend. Categorie 1 aan de basisallocaties die enkel kredieten bevatten met betrekking tot de dossiers zonder genderdimensie, categorie 2 aan basisallocaties die kredieten bevatten met betrekking tot de dossiers die specifiek de gelijkheid van vrouwen en mannen beogen te bevorderen en categorie 3 aan de basisallocaties die kredieten bevatten met betrekking tot de dossiers met een mogelijke genderdimensie, dit wil zeggen alle overige basisallocaties. Een tweede manier waarop gender budgeting wordt geïntegreerd, is een genderanalyse van de basisallocaties met categorie 3.


Is de coördinatie sedert de nieuwe legislatuur nog steeds bij de minister van Begroting?

Zoals artikel 5 §7 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot invoering van een methode om de genderdimensie te integreren in de begrotingscyclus van 14 juli 2016 stelt: De Minister bevoegd voor Begroting en de Minister bevoegd voor Gelijkekansenbeleid bepalen het model van de gendernota alsook alle andere modaliteiten, met inbegrip van de planning van de invoering van de categorisering van de basisallocaties en van de verantwoordingsfiches voor de basisallocaties van categorie 3. Dit artikel is nog steeds geldend: de modaliteiten van gender budgeting, alsook het model van de gendernota vallen onder de gedeelde bevoegdheid van de minister van begroting en de minister verantwoordelijk voor gelijke kansen.


Welke bijstand wordt verleend door equal.brussels?

equal.brussels staat in voor de inhoudelijke ondersteuning van de administraties en de instellingen bij de categorisatie en analyse van de basisallocaties. Zij hebben voor beide processen pilootprojecten uitgerold, eerst voor de categorisering, daarna voor de genderanalyse. Deze projecten werden eerst door de administraties doorlopen, het daaropvolgende jaar door de instellingen. De projecten omvatten zowel opleiding van de verschillende actoren als ondersteuning tijdens het proces van genderbudgeting. Daarnaast leveren zij de genderanalyses aan die in de Gendernota worden opgenomen. De Gendernota is een jaarlijkse bijlage van de toelichting van de initiële begroting. De redactie van deze nota evenals het opnemen van alle basisallocaties van categorie 2 in de nota valt onder de verantwoordelijkheid van de Dienst Begroting, Begrotingscontrole en Beheerscontrole.


Welke belangrijkste knelpunten treden hierbij op?

Enkele moeilijkheden hebben zich doorheen het proces van gender budgeting gemanifesteerd, vaak kunnen we deze herleiding tot moeilijkheden betreffende de workload van de genderanalyses en de sensibilisering van sommige administraties en instellingen. In dit licht werden recent verschillende vergaderingen georganiseerd met als doel de werkwijzen van gender budgeting te optimaliseren, alle administraties en instellingen werden hiervoor aangeschreven en uitgenodigd. Spoedig zullen de aanbevelingen die uit deze gesprekken werden gedestilleerd worden voorgelegd aan de kabinetten Begroting en Gelijke kansen om na te gaan in hoeverre de te volgen strategie moet worden bijgestuurd.


Hoeveel % van het gewestelijk budget is reeds “gendergebudgetteerd”?

Dit percentage kunnen we op twee manieren benaderen. Enerzijds vanuit het standpunt van de gendercategorie, anderzijds vanuit het standpunt van de gender analyse.

Als we kijken voor de gendercategorie, kunnen we stellen dat aan het begin van maart 80% van de basisallocaties een gendercategorie heeft gekregen. Van deze overblijvende 20%, wordt meer dan de helft niet gebudgetteerd. Dat resulteert in 10% van actieve basisallocaties waaraan begin maart nog geen gendercategorie is toegekend. Echter werd zeer recent aan alle instellingen en administraties de vraag gesteld de overige, actieve en niet-actieve, basisallocaties alsnog te categoriseren. Ook werd hen een lijst meegestuurd waarin de voor hen relevante basisallocaties meteen werden meegedeeld. Het is de bedoeling dat deze gendercategorieën worden opgenomen in de eerste aanpassing van begroting 2020.

Als we kijken vanuit de invalshoek van de genderanalyses, deze betreffen enkel de basisallocaties die werden gecategoriseerd onder gendercategorie 3, merken we dat we hierin nog niet dezelfde stappen hebben gezet als bij de categorisering. Dit is te verklaren omdat de analyse veel meer tijd in beslag neemt dan de categorisatie en dat de analyse ook pas een jaar na de categorisatie is opgestart. Naar aanleiding van het pilootproject genderanalyses hebben de administraties in 2018 elk een basisallocatie van gendercategorie 3 geanalyseerd, het resultaat waren 6 analyses. In 2019 kon de GOB in totaal 37 analyses voorleggen. De instellingen die het pilootproject in 2019 volgden hebben samen 13 analyses verricht.


Tot welke wijzigingen of aanpassingen heeft dit geleid? Kunt u hier concrete voorbeelden van geven? 

Met de implementatie van gender budgeting trachten we administraties en instellingen stil te doen staan bij de manier waarop subsidies en andere financiële middelen worden besteed om hun beleid in te vullen en zijn er verschillende aanbevelingen geformuleerd om de basisallocaties gendervriendelijker te maken. Zo tracht Gender budgeting een reflex te creëren die een cultuur van gelijkheid ondersteunt waarin men vanuit de noden van de verschillende genders beleid ontwikkelt, alvorens budgettaire beslissingen te nemen. Het is een realitycheck die toelaat om na te gaan of budgettaire beslissingen zowel vrouwen als mannen ten goede komen.


Welke stappen neemt u, samen met de staatssecretaris voor Gelijke Kansen, om een coherentere en integrale aanpak van gender budgeting voor te stellen aan uw collega’s en te streven naar een veralgemening van dit principe in het gewestelijk budget?

Op dit moment wordt de huidige manier van werken geëvalueerd. Deze evaluatie gebeurt indachtig een integrale en coherente aanpak die de kwaliteit, kwantiteit en de bruikbaarheid van de output van het proces van gender budgeting wil optimaliseren, en tegelijk concrete resultaten wil teweegbrengen in de beleidsvoering en bij toekenning van de financiële ondersteuning van dat beleid.


Zo ja, verbindt u zich hiertoe als Minister van Begroting werk van te maken? Tegen wanneer wil u gender budgeting volledig ingevoerd hebben voor de begrotingsopmaak?

In de initiële planning van equal.brussels zou de categorisering en de analyse van de gehele begroting aanvankelijk afgerond zijn aan het einde van de legislatuur. Op dit moment wordt deze planning geëvalueerd. Mogelijk vraagt de analyse van alle basisallocaties van categorie 3 meer tijd dan de initiële planning, zeker als we hierin de kwaliteit en bruikbaarheid van de analyses optimaal willen bewaken. Ook tijdens de vorige legislatuur werd door de betrokken ministers en staatssecretarissen gepleit voor een realistische en haalbare planning.