Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de gemeentelijke administratieve sancties in het kader van de openbare netheid.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 168)

 
Datum ontvangst: 28/02/2020 Datum publicatie: 23/04/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 20/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
02/03/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Ondanks de vele inspanningen en investeringen blijft netheid een grote uitdaging en helaas vaak ook een probleem in onze samenleving. Deze problematiek vraagt bijgevolg om een coherent en doorgezet beleid dat zowel inzet op preventie als op een goede werking van de ophaal- en reinigingsdiensten en op repressie.

In het kader van de repressie is het mogelijk dat de gemeenten de beambten van Net Brussel kunnen machtigen om op basis van de gemeentelijke administratieve sancties (GAS) pv’s op te stellen. Naar verluidt zouden echter niet alle gemeenten bij dit systeem aangesloten zijn.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u de procedure en de samenwerking tussen de gemeenten en Net Brussel toelichten?
- Wie mag de vaststellingen doen? Welke instructies of opleidingen krijgen de beambten van Net Brussel hiertoe? Zijn er regelmatig opleidingen voorzien voor nieuwe aangeworven beambten?
- Hoeveel gemeenten zijn aangesloten bij dit systeem? Kan u toelichten op basis van welke redenen de overige gemeenten zich hier niet bij aansloten?
- Beschikt u over bepaalde instrumenten om gemeenten (al dan niet hardhandig) aan te sporen om zich toch hierbij aan te sluiten?
- Hoeveel GAS-boetes werden in dit kader, opgesplitst per gemeente, in 2019 – of voor een deel van 2019 – opgelegd? Welk bedrag vertegenwoordigt dit (zowel globaal als per gemeente)?
- Wat is de evolutie hiervan in vergelijking met 2018? Wat is het verschil (procentueel)?
- Naar wie gaan die inkomsten? Alleen naar gemeenten of krijgt Net Brussel ook een deel van inkomsten?
- In welke mate worden de beambten van Net Brussel aangemoedigd om waakzamer en meer proactief te werk te gaan inzake GAS-boetes? Hebt u gepland deze inspanningen op te drijven?
 
 
Antwoord    1) Kan u de procedure en de samenwerking tussen de gemeenten en Net Brussel toelichten?

De samenwerking tussen de gemeenten en het Agentschap Net Brussel bestaat in een uitwisseling en bundeling van personeelsleden. In het kader van de wetgeving ‘Gemeentelijke Administratieve Sancties’ (GAS) kan het personeel van het Agentschap Net Brussel dat met het toezicht is belast, vaststellingen doen in geval van inbreuken op de netheid.

Zodra de gemeentelijke ambtenaren een verplichte opleiding hebben gevolgd en daartoe door de gemeenteraad zijn aangewezen, kan de sanctionerende gemeentelijke ambtenaar een boete opleggen.

Omgekeerd kan het gemeentepersoneel, daartoe aangewezen door het college van burgemeester en schepenen, processen-verbaal opstellen die worden doorgestuurd naar de leidende ambtenaar van het Agentschap, die vervolgens, na niet-vervolging door het Parket, een boete kan opleggen in het kader van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid van 25 maart 1999.


2) Wie mag de vaststellingen doen? Welke instructies of opleidingen krijgen de beambten van Net Brussel hiertoe? Zijn er regelmatig opleidingen voorzien voor nieuwe aangeworven beambten?

Overeenkomstig artikel 21, §1, van de GAS-wet worden inbreuken, die uitsluitend het voorwerp kunnen uitmaken van een administratieve sanctie, vastgesteld door gemeentelijke, provinciale of gewestelijke ambtenaren die door de gemeenteraad zijn aangewezen en die voldoen aan de door de Koning vastgestelde minimumvoorwaarden met betrekking tot selectie, aanwerving en opleiding.

In het Brussels Gewest wordt deze opleiding aangeboden door de Gewestelijke School voor Openbaar Bestuur (GSOB). Deze GSOB-opleiding ‘GAS-wetgeving en overlast’ is verplicht voor elke aanstelling door de gemeenteraad en wordt gevolgd door elke ambtenaar (gemeentelijk, gewestelijk, provinciaal) die met de vaststelling van inbreuken belast zal zijn.


3) Hoeveel gemeenten zijn aangesloten bij dit systeem? Kan u toelichten op basis van welke redenen de overige gemeenten zich hier niet bij aansloten?

Het Agentschap heeft de mogelijkheid om op basis van de GAS-wetgeving vaststellingen te doen op het grondgebied van 13 Brusselse gemeenten. Deze gemeenten hebben hiertoe ambtenaren van het Agentschap aangesteld.

Dit betekent dat artikel 21, §1, 2°, van de GAS-wet wordt toegepast:

Art. 21. §1. De inbreuken die uitsluitend het voorwerp kunnen uitmaken van administratieve sancties kunnen eveneens worden vastgesteld door de volgende personen:

1° de gemeenteambtenaren die voldoen aan de door de Koning vastgelegde minimumvoorwaarden, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad inzake de selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid, en die daartoe door de gemeenteraad worden aangewezen. In geval van een meergemeentepolitiezone, kunnen deze gemeenteambtenaren-vaststellers vaststellingen verrichten op het grondgebied van alle gemeenten die deel uitmaken van deze politiezone, en desgevallend, van de gemeenten van een of meer andere zones, op voorwaarde dat er een voorafgaande overeenkomst daartoe werd gesloten tussen de betrokken gemeenten van de politiezone van oorsprong van de ambtenaar en, in voorkomend geval, de gemeente die tot een andere politiezone behoort; 

2° de provinciale of gewestelijke ambtenaren, de personeelsleden van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en autonome gemeentebedrijven die hiertoe binnen het raam van hun bevoegdheden door de gemeenteraad worden aangewezen.

De ANB-ambtenaren kunnen dus inbreuken vaststellen in zaken die rechtstreeks verband houden met de openbare netheid, ook al gaat het strikt genomen niet om afval (bijv. urineren op de openbare weg, hondenpoep, enz.).  Elke gemeente moet in haar aanwijzingsbeslissing een lijst opnemen van de artikelen die als basis voor de vaststelling kunnen dienen.

Sommige gemeenten hebben zich dus niet aangesloten bij dit systeem. In dit stadium is het Agentschap niet in staat uit te leggen waarom de andere gemeenten niet zijn toegetreden.

Dit zou kunnen worden verklaard door het feit dat sommige gemeenten niet het systeem van de GAS-boetes toepassen, maar dat van de ‘gemeentebelasting’ voor vervuiling.


4) Beschikt u over bepaalde instrumenten om gemeenten (al dan niet hardhandig) aan te sporen om zich toch hierbij aan te sluiten?

In de loop van dit jaar zal een strategie voor stedelijke netheid worden gelanceerd die samen met de andere spelers inzake stedelijke netheid in het Brussels Gewest is opgesteld. Er zullen werkgroepen worden opgericht over verschillende thema's, waarvan een betrekking zal hebben op het repressieve aspect. De bedragen en methoden van verbalisatie zouden onderwerpen kunnen zijn die in het kader van deze strategie moeten worden uitgewerkt. Opgemerkt moet worden dat de GSOB op 12 en 13 december 2019 een sessie heeft georganiseerd over ‘de controle en de vervolging van vervuiling en de eraan verbonden milieuhinder’. Het lijkt erop dat er een gemeenschappelijke communicatiestrategie tegen overlast zou kunnen worden gelanceerd. Tijdens deze legislatuur willen we een participatieve, positieve en co-constructieve dynamiek tot stand brengen zodat elke netheidsactor in het Brussels Gewest zich dit project kan toe-eigenen om de netheidspraktijken in het Brussels Gewest coherenter te maken.


5) Hoeveel GAS-boetes werden in dit kader, opgesplitst per gemeente, in 2019 – of voor een deel van 2019 – opgelegd? Welk bedrag vertegenwoordigt dit (zowel globaal als per gemeente)? Wat is de evolutie hiervan in vergelijking met 2018? Wat is het verschil (procentueel)?

De informatie die u opvraagt, is niet bekend binnen het Agentschap Net Brussel.
Desalniettemin zou de informatie kunnen worden gebundeld in het kader van deze strategie.

Dit zou een algemeen beeld van de situatie opleveren, maar zou het ook mogelijk maken om bij de verschillende actoren de bewustmakings- en verbalisatiecampagnes te verspreiden die een positief effect hebben gehad op de verandering van het gedrag van de doelgroepen.


6) Naar wie gaan die inkomsten? Alleen naar gemeenten of krijgt Net Brussel ook een deel van inkomsten?

De inkomsten uit GAS-boetes komen toe aan de actor die ze oplegt. Het Agentschap Net Brussel ontvangt geen enkel deel van de inkomsten van de Brusselse gemeenten. Deze komen volledig toe aan de gemeenten.


7) In welke mate worden de beambten van Net Brussel aangemoedigd om waakzamer en meer proactief te werk te gaan inzake GAS-boetes? Hebt u gepland deze inspanningen op te drijven?

Om proactiever te werken, moedigt de dienst voor onderzoek en verbalisatie van het Agentschap samenwerkingen aan tussen de verschillende factoren die GAS-boetes kunnen uitschrijven.

Het Agentschap stimuleert acties tussen de politiezones, de gemeenten en de ANB-ambtenaren om hen te laten wennen aan de samenwerking op dit gebied. Deze methodologie heeft onlangs haar vruchten afgeworpen in de gemeente Elsene en het Agentschap werkt aan de toepassing ervan in het hele Brusselse Gewest.

Bij wijze van voorbeeld: binnen het Agentschap wordt een opleiding in verband met verbalisatie georganiseerd voor gemeentelijke agenten. De opleiding omvat een theoretisch onderdeel met leerstof over de gerechtelijke structuur van het land en de methode om een proces-verbaal op te stellen en de procedures die daaruit voortvloeien. Tot slot is er een praktische component op het terrein, die de gemeenteambtenaren in staat stelt het werk van de ANB-ambtenaren te volgen.