Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de lijst van de behoeften van ondernemers editie 2020.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 85)

 
Datum ontvangst: 02/03/2020 Datum publicatie: 19/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 18/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
04/03/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Al enkele jaren maakt hub.brussels ten behoeve van de Brusselse regering een lijst op van knelpunten die Brusselse ondernemers dagdagelijks meemaken in hun bedrijfsvoering op alle beleidsdomeinen. Daarnaast worden er ook aanbevelingen en oplossingen gesuggereerd.
Deze lijst wordt opgemaakt op basis van getuigenissen van ondernemers die bijvoorbeeld contact hebben gezocht met het uniek contactpunt van hub.brussels 1819.

De behoeften zijn ondergebracht in zes thema’s: ruimtelijke ordening en stedenbouw, milieu en mobiliteit, steun aan onderzoek en innovatie, andere steunmaatregelen, financiering, fiscaliteit en sociaal recht.

Vaak komen de behoeften of de verzuchtingen van de ondernemers terug in het rapport:
 
1. een ‘unieke’ vergunning, ook wel erfgoedvergunning, binnen een redelijke termijn voor geklasseerde gebouwen 
2. de link tussen de Europese en gewestelijke financiering voor onderzoek en vernieuwing vergemakkelijken
3. de steun voor economische expansie aanpassen bijvoorbeeld rond het gebrek aan efficiënte beroepsprocedure
4. een op fotovoltaïsche installaties afgestemde vermenigvuldigingscoëfficiënt voor groenestroomcertificaten
5. een kredietbemiddelaar voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
 
Hierover heb ik de volgende vragen:
1. Hebt u beslist of de opdracht gegeven aan hub.brussels om deze lijst op te maken? Zo ja, mag ik vernemen welke tijdslimiet u hebt opgedragen om deze lijst te ontvangen? Hebt u beslist dat deze lijst ook online beschikbaar moet worden? Wordt deze lijst opnieuw voorgelegd aan de hele Regering zoals in de vorige regering? 
2.  Hebt u al beslist hoe u uw collega's zal aanspreken en aansporen om werk te maken om de verzuchtingen daadwerkelijk aan te pakken: via welke methode zal er gewerkt worden? Hebt u beslist om te werken met "quick wins" of een prioriteitenlijst? 
3.  Heeft uw administratie onderzocht hoe deze regering bepaalde weerkerende vragen zal aanpakken: kunt u dit verder toelichten? Hebt u beslist hoe deze lijst zal gemonitord worden, bijvoorbeeld via een scorebord? 
4.  Hoe werkten de sociale partners mee aan de opmaak van vorige rapporten? Idem voor de beheersorganen van deze instelling? Blijft dit dezelfde aanpak? Hebben zij ook een inbreng bij de lijst van behoeften of mogen ze ook bepaalde knelpunten aanleveren voor de lijst, zowel in vorige als deze editie?
5. Mag ik vernemen wat de representativiteit is van de lijst van de behoeften: vanaf wanneer wordt een behoefte effectief ook opgenomen in de lijst? Wordt dit steeds gescreend of dit particuliere gevallen zijn of effectief een algemener probleem? Zijn er nog andere manieren hoe een verzuchting kan opgenomen worden? 
6.  Kunt u aangeven wat de samenwerking en de inbreng van BEW is in de opmaak van deze en vorige rapporten? Geeft BEW ook een juridische analyse van bepaalde voorstellen ? Wordt hiermee rekening gehouden?
7. Heeft hub.brussels sedert de nieuwe legislatuur al contact opgenomen per administratie om deze knelpunten toe te lichten? Kunnen de andere betrokken administraties dan ook reageren? Worden hun repliek ook opgenomen in het definitieve onderzoek?
8. Welke rol speelt dit rapport in de uitvoering van de Strategie2030?
9. Kunt u meedelen of BEW ondertussen beslist heeft een interne beroepsprocedure in te stellen? Zo ja, vanaf wanneer is dit in voege getreden? Hoeveel klachten zijn er reeds ingediend sedert het begin van deze procedure? Waar vindt de ondernemer meer informatie over de te volgen klachtenprocedure? Mag ik vernemen hoeveel klachten hierover zijn binnengekomen in 2018 en 2019?
10. Hebt u of hub.brussels contact opgenomen met uw bevoegde collega van Stedenbouw / urban.brussels inzake de problematische kwestie ivm unieke vergunningen bij geklasseerde gebouwen? Hebt u gegevens van wat de gemiddelde duurtijd is van de levering van dergelijke vergunningen, aangezien hiervoor de tussenkomsten vereist zijn van nog een aantal extra instanties (Directie Monumenten en Landschappen; Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen) en soms de dienst erfgoed van de gemeente)? Hoeveel klachten van ondernemers waren hierover in 2018 en 2019?
11. Heeft er overleg plaatsgevonden met DBDMH inzake hun advies bij de start van een economische activiteit en in het bijzonder ivm hun loodzware voorafgaandelijke eisen voor een bezoek? Hoe is er samengewerkt met hub.brussels om in de technische fiche alle voorwaarden en vragen na te trekken op hun opportuniteit en noodzaak en te streven naar een eenvoudiger taalgebruik ? Wat is de gemiddelde aflevertermijn in dagen) van dit advies? Hoe is dit geëvolueerd sedert 2018? Hoe is er gewerkt om de achterstand in te halen? Hoeveel klachten de voorbije twee jaren? 
 
 
Antwoord    De lijst met behoeften werd ingesteld in het besluit van de Brusselse hoofdstedelijke regering van 28 november 2002 houdende oprichting van de Raad voor Economische Coördinatie en meer in het bijzonder in artikel 3, dat als volgt luidt: "Op basis van de suggesties van zijn leden, debatteert en beslist de Raad over concrete en gecoördineerde oplossingen die het mogelijk maken om te reageren op de moeilijkheden die bedrijven ondervinden om zich te vestigen, om te blijven of om zich uit te breiden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze oplossingen kunnen zowel de bedrijven in het bijzonder betreffen als de algemene problematiek. Om bij te dragen tot de gesprekken, vertrouwt de Raad het Brussels Agentschap voor Ondernemingen de taak toe hem de lijst met de voornaamste moeilijkheden met dewelke de ondernemingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest regelmatig mee te kampen krijgen, jaarlijks voor te stellen. Eens de lijst ter kennis wordt gebracht van de leden van de Raad, kan de Minister deze lijst aan de Regering overhandigen. Het Brussels Agentschap voor Ondernemingen wordt bovendien belast de Minister, met als bevoegdheid Economie, regelmatig in te lichten over de opvolging van de beslissingen van de Raad en de dossiers die door hem worden behandeld."

Tot nu toe werd deze lijst jaarlijks voorgelegd aan de leden van de Raad voor Economische Coördinatie (REC) en aan de regering doorgegeven door de minister van Economische Zaken. Elk lid van de REC en elke minister van zijn kant werd gevraagd ervoor te zorgen dat zijn administraties rekening houden met de hinderpalen waarmee ondernemers worden geconfronteerd.

De laatste lijst met als titel 'Behoeften van de Brusselse ondernemers voor 2019' werd samengesteld op basis van getuigenissen die in 2018 door Hub.brussels werden verzameld. Ze werd in juli 2019 aan de regering bezorgd.

De volgende lijst moet uiterlijk aan het einde van de tweede helft van 2021 zijn afgerond en zal hierna aan de regering worden voorgelegd.

Met betrekking tot uw technische vraag, namelijk vanaf wanneer een geformuleerde behoefte in de lijst wordt opgenomen, kan ik u zeggen dat tot nu toe, en met name in de laatste lijst, wordt vermeld hoe vaak elke behoefte in het afgelopen jaar werd genoemd: van 1 tot 5 keer, van 6 tot 12 keer, twee keer per maand, elke week. De behoeften worden in de lijst opgenomen vanaf het moment dat minstens twee bedrijven in de loop van het jaar met de genoemde moeilijkheid te kampen hebben gehad.

Wat de betrokkenheid van BEW betreft, wordt een eerste versie van de lijst voorgelegd aan BEW als lid van de REC, waardoor BEW een reactie kan formuleren op de behoeften op die lijst en behoeften kan voorstellen die niet op de lijst staan. De feedback van BEW en andere leden van de REC wordt als bijlage bij de lijst met behoeften naar de regering gestuurd. BEW biedt in dit kader een juridische analyse in verband met bepaalde behoeften.

De lijst met behoeften is ook een van de instrumenten die kunnen worden ingezet in het kader van de Go4Brussel 2030-strategie - Naar een economische, maatschappelijke en milieutransitie voor Brussel, die op 16 januari 2020 is goedgekeurd, en met name op het vlak van:

- Doelstelling 1.1: De voorwaarden creëren voor de economische transitie om bij te dragen tot de gewestelijke klimaatdoelstellingen en meer in het bijzonder Beleidswerf 1.1.2 De economische transitie naar een koolstofvrije, circulaire en regeneratieve economie programmeren en ten uitvoer brengen, waar we het volgende kunnen lezen: …
Deze strategie [van economische transitie] dient specifieke aandacht te besteden aan de begeleiding van al de actoren die bij de transitie een rol vervullen en toe te zien op de voortzetting van de inspanningen voor administratieve vereenvoudiging.

- Of nog in Doelstelling 1.2: De zko’s en kmo’s ondersteunen, met inbegrip van de industrie, de ambachten, de buurtwinkels en het sociaal en democratisch ondernemerschap:
Een ondernemersvriendelijke omgeving tot stand brengen, en dan in de eerste plaats voor het transitieondernemerschap, voor alle fasen van het ondernemerschap tot de transitie, ongeacht zijn businessmodel (oprichting, stabilisering, overdracht, omschakeling naar economisch voorbeeldige modellen, ondernemingen in moeilijkheden). In samenhang met doelstelling 1.1 dienen meer bepaald begeleidings- en financieringsmechanismen van ondernemingen versterkt te worden tot economische modellen die kunnen gelden als voorbeeld op sociaal en milieuvlak. Dat houdt ook in dat de door de overheid opgeworpen juridisch-administratieve barrières uit de weg worden geruimd op basis van duidelijke prioriteiten zodat een vernieuwende en scheppingsvriendelijke omgeving kan ontstaan die het ondernemerschap bevordert in dienst van de transitie (naar het model van CIREDE).

U vraagt mij of Brussel Economie en Werkgelegenheid een systeem heeft opgezet om beroep aan te tekenen tegen zijn beslissingen. Voor steun aan ondernemingen is niet voorzien in een interne beroepsmogelijkheid, omdat de beslissingen tot weigering van de steun reeds voldoende gemotiveerd zijn (verwijzingen naar de betrokken ordonnanties en besluiten).

Wat de kwestie van het bestaan van een interne beroepsprocedure bij BEW betreft, is bij de verordening van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie een dergelijke procedure ingevoerd in het kader van besluiten inzake inhouding, terugvordering of niet-vereffening van subsidies voor werkgelegenheid en economie, met name het recht van de begunstigde om een bezwaarschrift in te dienen bij de directeur-generaal van BEW. Merk op dat het begrip 'subsidies' ruim van aard is en van toepassing is op vergoedingen of toelagen, van welke aard en benaming en in welke vorm dan ook. Bovendien moet, opdat deze regeling van toepassing zou zijn, in de regelgeving die in een subsidieregeling voorziet, worden verwezen naar de ordonnantie van 8 oktober 2015.

Deze procedure betreffende het recht op een bezwaarschrift is dus vastgelegd en uitgevoerd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 april 2016 houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie en is van kracht geworden op 1 juni 2016.

In dit verband wordt in artikel 4 van de ordonnantie en in artikel 6 van het besluit bepaald dat de beslissing betreffende de inhouding, terugvordering en niet-vereffening van subsidies met redenen is omkleed en melding maakt van de mogelijkheden en voorwaarden om een bezwaarschrift in te dienen, evenals van de in acht te nemen vormen en termijnen. Bijgevolg wordt alle informatie die nodig is voor de indiening van een bezwaarschrift altijd vermeld in de beslissing zelf die aan de begunstigde wordt meegedeeld.

Sinds de inwerkingtreding van dit interne beroep zijn 56 bezwaarschriften ingediend bij de directeur-generaal, waarvan 15 in 2018 en 30 in 2019.

Wat urban.brussels betreft in het kader van de stedenbouwkundige vergunningen voor beschermde gebouwen, is die instantie als lid van de REC op de hoogte gebracht van dit probleem, dat al enkele jaren op de lijst staat. Hub.brussels kreeg echter geen preciezere feedback van urban.brussels over dit onderwerp en in het bijzonder over de afgiftetermijnen. Ik stel voor dat u staatssecretaris Pascal Smet ondervraagt om dieper op dit onderwerp in te gaan.

Hoewel Hub.brussels geen lid is van de REC, heeft Hub.brussels verschillende contacten gehad met de DBDMH in een poging om de termijn die nodig is voor de afgifte van adviesaanvragen en bezoeken ter plaatse en het gebruikte jargon te verbeteren. Sinds enkele maanden is er een nieuwe website beschikbaar en zijn er nieuwe voorbeeldformulieren opgesteld om het leven van ondernemers te vereenvoudigen, hoewel het onderwerp op zijn zachtst gezegd technisch blijft. Ik stel voor dat u staatssecretaris Pascal Smet ondervraagt om dieper op dit onderwerp in te gaan.