Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de ondersteuning van de antiekwijk aan de Grote Zavel.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 168)

 
Datum ontvangst: 10/02/2020 Datum publicatie: 19/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 14/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Verwijzing commissie Economische zaken en Tewerkstelling p.m.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    De antiekwijk aan de Grote Zavel, op een steenworp van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, is om vele redenen één van de vele pareltjes in ons gewest. Nergens anders ter wereld concentreert de handel in antiquiteiten zich zo op één plaats of wijk, en bovendien lokt dit ook veel buitenlandse toeristen naar onze hoofdstad – naast de vele levendige bars en andere horeca-aangelegenheden die de buurt telt. Bovendien vormt de Antiekmarkt van de Zavel, een wekelijkse traditie die uit de jaren 60 van de vorige eeuw stamt, één van de oudste markten van Brussel. Het belang van Brussel als centrum voor antiek wordt ook steeds groter, wat bewezen wordt door het succes van beurzen als Brafa, Affordable Art Fair en dergelijke meer.

Ook voor andere evenementen, zoals bij uitstek de Ommegang of de jaarlijkse Sint-Verhaegenstoet, speelt de Zavel een belangrijke rol, zoals u ongetwijfeld weet.

De wijk had het echter al enkele jaren moeilijker, onder andere wegens de aanslagen (in het Joods Museum), maar deze buurt en de handelaars die de kern vormen van deze levendige wijk verdienen alle ondersteuning van het Gewest.

Daarom is het dus interessant dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering op deze kwestie inspeelt en haar schouders zet onder het project om Brussel op dat vlak nog meer op de kaart te zetten als internationaal knooppunt van antiek.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Bevestigt u het belang van deze wijk als belangrijk economisch en toeristisch centrum voor (het centrum van) Brussel?

- Hebt u zicht op het aantal handelszaken in de wijk? Hoeveel waren er 5 en 10 jaar geleden? Is er een gunstige of ongunstige evolutie?

- Hebt u zicht op de bezoekerscijfers in deze wijk? Zo ja, welke evolutie kan u duiden in deze cijfers?

- Op welke manier schenkt hub.brussels, die als doel heeft de Brusselse ondernemingen te promoten, aandacht aan de Brusselse antiekscène? Wordt antiek bijvoorbeeld mee opgenomen als element in de internationale handelsmissies die hub.brussels onderneemt? Kunnen antiquairs gebruik maken van subsidies van het Gewest om aanwezig te zijn op belangrijke antiekbeurzen in de wereld? Zo ja, hoeveel aanvragen zijn er binnengekomen? Zo neen, waarom niet? Zo neen, wordt dit opgenomen als een werkpunt? Maakt u budget vrij om belangrijke andere antieksteden te lokken naar grote (internationale) beurzen in Brussel?

- In hoeverre bestaat er structureel overleg tussen hub.brussels en het handelaarscomité, zoals ‘Brussels Art Square’? Ondersteunt en faciliteert u initiatieven die de wijk onderneemt om klanten te lokken? Welk budget maakt u hiertoe vrij (opgesplitst per project)?

- Op welke manier Visit.brussels ondersteunt de antiquairs van de Zavel in termen van zichtbaarheid op zijn verschillende media (brochures, website, enz.)?

- Wat is de huidige stand van zaken wat betreft de heraanleg van het Zavelplein? Bestaan er plannen om van de Zavelwijk een autovrije zone te maken?

- Op welke manier past deze heraanleg in de bredere valorisatie van de buurt? Bent u hieromtrent in overleg met de Minister van Openbare Werken en met de buurt(bewoners)?
 
 
Antwoord    Vist.Brussels neemt geen specifieke initiatieven met het oog op de zichtbaarheid van de antiquairs omdat het niet gaat om actieve krachten van het toerisme maar in de eerste plaats om handelaars.

Ik laat het over aan de vrouw Brabara Trachte, die als staatssecretaris bevoegd is voor Economische Transitie, om deze vraag te beantwoorden. Deze aangelegenheid valt immers vooral onder haar bevoegdheid.