Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de oprichting van een "Villa Tinto" in het kader van het gewestelijke prostitutiebeleid.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 198)

 
Datum ontvangst: 19/02/2020 Datum publicatie: 25/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 19/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Sekswerkers verdienen, net als iedereen, de nodige bescherming bij het uitoefenen van hun beroep. De slechte (en soms illegale) omstandigheden waarin de 4.000 tot 5.000 sekswerkers in ons gewest moeten werken, zijn dringend aan verbetering toe. Prostitutie is in ons land inmiddels al meer dan 70 jaar geen misdrijf meer, maar we slagen er hier jammer genoeg niet in om het nodige gewestelijke kader te voorzien. Midden december klaagden sekswerkers de stigmatisering en het geweld en onrecht tegenover hun persoon nog aan via een mars doorheen de Brusselse straten. Nochtans zou zo’n gewestelijk kader er wel degelijk voor kunnen zorgen dat verschillende problemen – zoals de overlast, de veiligheid en de illegaliteit – degelijk aangepakt kunnen worden.

Als we erin slagen zo’n gewestelijk kader op te zetten, rekenen we namelijk af met de 19 verschillende gemeentelijke reglementen die nu van kracht zijn. Toen de burgemeester van de Stad Brussel twee jaar terug een verbod oplegde op straatprostitutie, gingen de sekswerkers simpelweg twee of drie straten verder staan. Een probleem verplaatsen staat helaas helemaal niet gelijk aan een probleem daadwerkelijk oplossen.

Bovendien moeten we het feit onder ogen zien dat prostitutie simpelweg nooit zal verdwijnen. Dat is ook waarom ik al langer voorstander ben van een gestructureerde aanpak in de vorm van een ‘Villa Tinto’, naar analogie van hoe dat vandaag reeds in Antwerpen bestaat. In dat ‘minicomplex’ staan 51 kamers ter beschikking die sekswerkers kunnen afhuren, maar is ook steeds politieaanwezigheid en medische en psychosociale bijstand voorzien. Sekswerkers zijn er verplicht zich vooraf te identificeren en hebben in elke kamer een alarmknop om bij problemen op te drukken. Dat is een prima voorbeeld van innovatie, repressie en preventie in één.

Ook de buurt heeft daar baat bij. In Antwerpen is men van zeventien verschillende straten met slecht georganiseerd sekswerk overgegaan op één stedelijke aanpak die zich in drie straten concentreert, in een project dat meteen werk gemaakt heeft van een opwaardering van de buurt. Het risico op illegaliteit blijft uiteraard bestaan, maar op dergelijke manier valt de situatie toch alleszins al beter te beheren en controleren dan nu het geval is.

In het kader van de prostitutieproblematiek stelde ik eerder al een vraag in de gemeenteraad van de Stad Brussel omtrent de aanpak hieromtrent in de Alhambrawijk. Daaruit kwam voort dat er weliswaar een daling in het aantal gerechtelijke arrestaties op te merken valt, maar dat de wijk nog steeds met de nodige problemen te kampen heeft. Ook deze wijk zou dus zeker en vast gebaat zijn bij een duidelijk gewestelijk beleid omtrent prostitutie en de oprichting van een gestructureerd centrum zoals ‘Villa Tinto’.

Vandaar dat ik graag nog volgende vragen stel:

- Hebt u reeds overleg gepleegd met de verschillende belangenverdedigers van de sekswerkers die actief zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Zo ja, welke belangenverdedigers werden bij dat overleg betrokken en wat zijn de vaststellingen en conclusies die daaruit voortkwamen? Zo neen, kan u duiden waarom (nog) niet overgegaan werd tot dergelijk overleg?

- Onderzoekt u de mogelijkheden om een gewestelijk centrum voor sekswerkers in te plannen op ons grondgebied, naar analogie van de ‘Villa Tinto’ in Antwerpen? Zo ja, op welke termijn plant u de resultaten van dat onderzoek te kunnen bekendmaken? Hebt u ook reeds onderzoek gevoerd naar mogelijke locaties hiervoor? Zo neen, omwille van welke redenen wordt een dergelijke aanpak niet onderzocht?

- Welke maatregelen neemt u om de veiligheid van sekswerkers in Brussel beter te garanderen, waarbij bijvoorbeeld ook hun anonimiteit zou gegarandeerd worden bij de politie wanneer zij klacht indienen?

- Welke stappen hebt u reeds ondernomen om een visienota of een breder gewestelijk kader omtrent het prostitutiebeleid uit te tekenen? Welke actoren en belangenverdedigers werden hierbij reeds betrokken? Welke timing en middelen voorziet u hiertoe?
 
 
Antwoord    In de algemene beleidsverklaring van de Brusselse regering staat dat de prostitutie aangepakt zal worden door een intergemeentelijke coördinatie op te zetten en de verschillende benaderingen te harmoniseren, met respect voor de lokale eigenheid en in samenwerking met de actoren op het terrein en de omwonenden. Er zijn geen plannen om een centrum op te richten naar het voorbeeld van de “Villa Tinto”. Daarover bestaat vandaag geen consensus. Er is daarentegen een specifieke aanpak van de prostitutieproblematiek die zich vertaalt in een preventie- en risicobeperkingsbeleid, met bijzondere aandacht voor de migranten, en in de opstart van een laagdrempelig opvangcentrum waar gewerkt kan worden aan uitstaptrajecten, maar dat ook toegang biedt tot gezondheidshulp en sociale en juridische bijstand.

Al die verschillende maatregelen en de uitvoering ervan zullen een onderdeel vormen van het volgende Globaal Veiligheids- en Preventieplan 2021-2024.