Schriftelijke vraag betreffende de First-stage.
- Indiener(s)
- Fadila Laanan
- aan
- Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 208)
Datum ontvangst: 13/02/2020 | Datum publicatie: 04/06/2020 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 20/04/2020 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
13/03/2020 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
Vraag | De recentste cijfers van Actiris leren ons dat we de laatste tachtig maanden een dalende jongerenwerkloosheid gekend hebben in Brussel. In januari 2014 bedroeg die nog 34,5% en nu, in januari 2020, zitten we aan 24,5%. Het aantal werkzoekende jongeren van minder dan vijfentwintig jaar daalde in diezelfde periode van 14.514 naar 8.975. De meeste van deze jongeren beschikken maximaal over een diploma van hoger secundair onderwijs. Dit zijn bemoedigende cijfers, die het resultaat zijn van allerlei factoren en inspanningen, onder andere de zogenaamde Jongerengarantie die werd ingevoerd tijdens de vorige regeerperiode. Heel wat middelen werden in de strijd gegooid. Daarbij vielen vooral de stages en opleidingen in bedrijven op, die talloze jongeren in staat hebben gesteld om op het terrein zinvolle beroepservaring op te doen. De individuele beroepsopleiding in de onderneming (IBO) en de vroegere instapstage maken deel uit van het ontplooide arsenaal. Mijn vragen gaan precies over deze instapstage. Sinds de inwerkingtreding van de inschakelingsstage in 2017 is Actiris bevoegd voor het beheer van deze stages, die ondertussen de naam ‘First-stage’ kregen. Die stages bieden ondernemingen, vzw’s en openbare diensten de kans om, tegen zeer aantrekkelijke voorwaarden, jongeren met een lage scholing binnen te halen, ze een vorming aan te bieden op maat van de onderneming en ze tegelijk de kans te geven een eerste professionele ervaring op te doen. Zo een voltijdse First-stage duurt drie of zes maanden. Om in aanmerking te komen moet een jongere aan een aantal voorwaarden voldoen: jonger zijn dan dertig, hoogstens een getuigschrift van hoger secundair onderwijs hebben, ingeschreven zijn bij de Brusselse dienst voor arbeidsbemiddeling Actiris, gedomicilieerd zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De onderneming die zo een jongere onthaalt, betaalt een vergoeding van amper 200 euro per maand, onderworpen aan een bedrijfsvoorheffing van 11,11%, plus de verplaatsingskosten. De jongere krijgt die vergoeding, verhoogd met een toeslag van maximaal 26,82 euro bruto per gewerkte stagedag, een toeslag die hij van Actiris zelf krijgt. De maatregel bestaat in zijn huidige vorm sinds 2017, tijd dus om hem tegen het licht te houden. Mijnheer de minister, hoe evalueert u deze First-stage? - Wat is het profiel van de jongeren die er gebruik van maken? Hoe evolueert het aantal stagiairs dat jonger is dan vijfentwintig jaar, de stagiairs die slechts een getuigschrift van de eerste graad van het secundair onderwijs hebben, de stagiairs die vóór hun stage langdurig werkloos waren? Wat valt er te leren over de verdeling volgens gender en nationaliteit? Uit welke gemeenten zijn ze vooral afkomstig? - Welke functies nemen ze vooral op tijdens hun stage? - Hoeveel stagiairs stromen er jaarlijks door naar werk? Hoe duurzaam zijn die jobs? Wat is het percentage van jongeren die één jaar na de stage aan het werk waren met een contract van minstens drie maanden? - Zijn er ook cijfers over jongeren die na de stage hun studie of opleiding hervatten? - Wat is het profiel van de ondernemingen die zulke stages aanbieden? Hoeveel zijn dat er, percentsgewijs, in de private commerciële sector, hoeveel vzw’s, hoeveel openbare diensten? Welke sectoren zijn het best vertegenwoordigd? Welke sectoren laten de stage het meest overgaan in een echte aanwerving? - Hoe wordt het aanbod van stageplaatsen door de werkgevers openbaar gemaakt? Hoe dragen de sectoren en federaties bij tot de promotie van de stage, en dus ook tot het succes van deze maatregel? |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antwoord | Tabel 1 hieronder bevat de gevraagde gegevens met betrekking tot het profiel van de jongeren die met een First-stage gestart zijn, en dat vanaf 1 januari 2017. De gegevens voor 2020 betreffen enkel de maanden januari en februari.
Tabel 2 hieronder bevat de opdeling van de jongeren die met een First-stage gestart zijn sinds 1 januari 2017, volgens de gemeente waar de jongere woont, en hun geslacht.
Tabel 3 bevat de 10 belangrijkste professionele domeinen die overeenkomen met de functies die de jongeren innemen in het kader van hun First-stage.
|