Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de mogelijke uitbreiding van het ouderschapsverlof voor ambtenaren van de Brusselse overheden en plaatselijke besturen in het kader van de coronacrisis.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 115)

 
Datum ontvangst: 28/05/2020 Datum publicatie: 22/06/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 18/06/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
29/05/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De coronacrisis stelt iedereen voor ongeziene uitdagingen, niet in het minst ouders die nu thuiswerk moeten combineren met de opvang van hun kinderen. Zij moeten niet enkel hun eigen job uitvoeren, maar ondertussen ook hun kroost begeleiden tijdens schooltaken of preteaching.

Op federaal niveau werd daartoe reeds een uitbreiding van het ouderschapsverlof ingevoerd. Alle ouders met minstens één kind jonger dan twaalf jaar (of met een gehandicapt kind) kunnen over extra ouderschapsverlof beschikken tussen 1 mei en 30 juni. Deze regeling telt eveneens voor pleegzorgers. Op die manier moet de combinatie tussen werk en gezin leefbaarder worden.

Naast de werknemers waarvoor de federale regering bevoegd is, worden ook de personeelsleden van de Brusselse overheidsdiensten en de personeelsleden van de lokale besturen met jonge kinderen met gelijkaardige problemen geconfronteerd.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- In hoeverre hebt u reeds laten onderzoeken of en hoe een dergelijke uitbreiding van het ouderschapsverlof, in het bijzonder voor ouders met kinderen die een beperking of bepaalde gezondheidsproblemen hebben, eveneens mogelijk gemaakt kan worden voor de personeelsleden van de Brusselse overheidsdiensten? In hoeverre kan hetzelfde model niet toegepast worden op de personeelsleden van de lokale besturen? Zo ja, welke stappen werden daarin reeds gezet en welke modaliteiten worden daaraan gekoppeld? Wat is hiervan de mogelijke budgettaire impact? Hebt u reeds beslist vanaf wanneer deze regeling van kracht wordt?

- Hoe licht u de betrokken personeelsleden in over deze mogelijkheid? Hoe lang zou dit verlof kunnen duren?

- Kan u bevestigen of deze uitbreiding van het ouderschapsverlof ook zal gelden voor pleegzorgers?
 
 
Antwoord    Rechtsgrond voor personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten en de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om de loopbaan te onderbreken in het kader van het ‘gewone’ ouderschapsverlof

De rechtsgrond om de loopbaan te onderbreken in het kader van ouderschapsverlof is te vinden in :

· de herstelwet van 22 januari 1985
1 en het koninklijk besluit van 7 mei 19992, dat overeenkomstig artikel 1 van dit KB van toepassing is op de personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel en de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
· artikel 167 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018
3 voor wat betreft de personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel;
· artikel 160 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018
4 voor wat betreft de personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.


Het corona ouderschapsverlof – toepassings-gebied

Het koninklijk besluit houdende het corona ouderschapsverlof5 bepaalt dat werknemers die op grond van een koninklijk besluit als uitvoering van de herstelwet van 22 januari 1985 de arbeidsprestaties kunnen verminderen in het kader van het ouderschapsverlof in aanmerking komen voor het corona ouderschapsverlof. Het KB van 7 mei 1999, dat samen met de herstelwet van 22 januari 1985 de personeelsleden van de overheidsdiensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toelaat om ouderschapsverlof op te nemen, moet gezien worden als één van de Koninklijke besluiten die onder het toepassingsgebied valt van het koninklijk besluit houdende het corona ouderschapsverlof.

Bijgevolg kan het corona ouderschapsverlof opgenomen worden door de personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel en de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Dit corona ouderschapsverlof wordt uitgeoefend onder de voorwaarden en nadere regels voor het personeelslid van toepassing volgens de herstelwet van 22 januari 1985, het KB van 7 mei 1999 en voor de personeelsleden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ook volgens de besluiten van 21 maart 2018.


Voorwaarden met betrekking tot de ouders met gehandicapte kinderen of pleegouders

Ouders met gehandicapte kinderen kunnen eveneens dit ouderschapsverlof opnemen. Er wordt tevens iets voorzien voor pleegouders. Artikel 5, § 2 van het koninklijk besluit houdende het corona ouderschapsverlof stelt namelijk het volgende :

“- § 2. Het corona-ouderschapsverlof kan worden genomen:
· naar aanleiding van de geboorte van zijn kind tot het kind twaalf jaar wordt;
· naar aanleiding van de adoptie van zijn kind, gedurende een periode die loopt vanaf de inschrijving van het kind als deel uitmakend van zijn gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar de werknemer zijn verblijfplaats heeft, en dit uiterlijk tot het kind twaalf jaar wordt.”

Het corona-ouderschapsverlof kan eveneens worden genomen door een pleegouder aangesteld als pleegouder door de rechtbank of door een door de gemeenschap erkende dienst, en dit uiterlijk tot het kind twaalf jaar wordt.

De leeftijdsgrens wordt vastgesteld op 21 jaar indien het kind bedoeld in het eerste en tweede lid een gehandicapt kind is.

In afwijking van het vorige lid, is er geen leeftijdsgrens indien een kind of volwassene met een handicap opgevangen wordt door zijn ouders indien hij geniet van een intramurale of extramurale dienstverlening of behandeling georganiseerd of erkend door de Gemeenschappen.


1 Herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, BS 24 januari 1985, 699.
2 Art 12 van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen, BS 29 mei 1999, 19.371.
3 Artikel 167 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, BS 30 maart 2018.
4 Artikel 160 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, BS 30 maart 2018.
5 Koninklijk besluit nr. 23 van 13 mei 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) houdende het corona ouderschapsverlof, BS 14 mei 2020.