Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het economisch herstel in Brussel.

Indiener(s)
Marc-Jean Ghyssels
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 133)

 
Datum ontvangst: 30/06/2020 Datum publicatie: 21/09/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 03/08/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
07/07/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De coronacrisis heeft dringend aanzienlijke financiële steun van de overheid vereist om vele sectoren te ondersteunen, en het is nu belangrijk om al te werken aan de verschillende financiële hefbomen en stimulansen waarover het Gewest beschikt om het economisch herstel te verzekeren. Ook onze Vlaamse en Waalse buren stellen zich die vraag en komen al met ideeën; het Vlaams Gewest probeert het spaargeld van zijn burgers te mobiliseren. Naar schatting hebben de Belgen in totaal 280 miljard euro spaargeld op de bank staan. Dat geld levert geen rendement op en het zou nuttiger zijn het opnieuw in de reële economie te injecteren. Vlaanderen stelt met name zijn burgers voor om een fonds te financieren dat bedoeld is om bedrijven die getroffen zijn door de Covid-crisis rechtstreeks te ondersteunen. De gewestelijke verenigingen van de horeca, een van de zwaarst getroffen sectoren, stellen van hun kant een vorm van taks shelter of openbare lening voor.

Het Brussels Gewest zal binnenkort de voorwaarden van de "Proxi-lening" voorstellen en preciseert in de pers dat het ook werkt aan een andere investeringsmogelijkheid.

Ik sluit af met een oproep die mijn fractie en ik u sturen, en die slechts vele verzoeken overbrengt van kleine café- en restauranthouders die aan de rand van de afgrond staan. Ik denk dat veel van mijn collega's in dit Parlement dezelfde wanhopige oproepen in tranen krijgen. De horeca doet het slecht, heel slecht. Wat een federale verantwoordelijkheid is, is een federale verantwoordelijkheid: de extra tijd voor het betalen van de sociale zekerheidsbijdragen voor sluitingsperiodes is dweilen met de kraan open. De banken spelen niet mee met het akkoord dat is bereikt tussen hun sector en de federale overheid. Een lening krijgen is onmogelijk: ze lenen alleen aan mensen die geen problemen hebben. Wanneer er geen cashflow is, zijn er geen fondsen om uit te putten voor de facturen of voor bijdragen. We moeten iets doen om ze te helpen.

Mijn vragen zijn de volgende:

- Welke pistes en financiële hefbomen worden momenteel bestudeerd om het economisch herstel van ons Gewest te financieren?

- Welke beroepsverenigingen hebt u ontmoet? Wat zijn hun verzoeken?

- Beschikt u over een raming van de kosten van alle steunmaatregelen voor de gewestbegroting?

- Wanneer worden de voorwaarden van de Proxi-lening voorgesteld? Welke zijn dat? Hoe wil men dit aan de burgers bekendmaken? Hoe zit het met het "andere project" dat de Brusselaars in staat zal stellen om te investeren in de reële economie?

- Is er binnen het bestaande arsenaal aan financiële steunformules van finance.brussels en hub.brussels een vorm van renteloze en langdurige steun, aangepast aan de situatie van ondernemers in de Brusselse horecasector? Zo ja, welke? Hoe worden ze bekendgemaakt? Zo niet, wat is dan gepland voor deze gevallen in de toekomst?
 
 
Antwoord    Ik verwijs in eerste instantie graag naar de algemene toelichting van mijn collega, minister-president Vervoort, tijdens de plenaire zitting op vrijdag 17 juli betreffende het herstelplan. Daarnaast heb ik ook in de commissie van maandag 13 juli al wat toelichting gegeven over de verdeling van de middelen voor de relance. De verdeling van de 120 miljoen is als volgt:

· voor de sociaaleconomische transitie & werk pijler wordt 43 mio uitgetrokken;
· voor de Welzijns- en gezondheidspijler 41,8 mio en;
· voor de territoriale ontwikkeling&leefmilieu pijler 32,7 mio.

Zoals ook toegelicht door de Minister-President ligt binnen de eerste pijler een sterke focus op de steun aan de ondernemers, ook voor de economische transitie en werk&opleiding is het nodige budget voorzien. Zo willen we binnen deze pijler liquide middelen creëren voor huurders (via de handelshuurovereenkomsten), willen we via de proxi-lening de lokale financiering van de Brusselse ondernemingen bevorderen en dit met rechtstreeks via het spaargeld van de burger. Maar daarnaast willen we ook de ontwikkeling van de stedelijke productie stimuleren voor de transitie van ambacht naar industrie, bedrijven begeleiden die dreigen te sluiten door over te schakelen naar een coöperatieve en de handelaars en de lokale handelsdynamiek ondersteunen in het kader van het herstel en de economische herontwikkeling. Ook specifiek voor de toeristische sector wordt budget voorzien.


Binnen de tweede pijler wordt sterk gewerkt aan gelijke kansen, sociale verbondenheid en solidaire transitie, waarvoor een budget van bijna 24 mio euro wordt voorbehouden. Daarnaast wordt ook voorzien in voldoende ondersteuning van de overheidsdiensten en de professionelen uit de sector.


Binnen de pijler territoriale ontwikkeling&leefmilieu tot slot wordt ongeveer de helft van het budget ingezet voor huisvesting en de helft voor toekomstgerichte, tactische stedenbouw, inclusief leefmilieu en mobiliteit.


Voor het relanceplan is een overlegproces lopende met de sociale partners. Het sociaal-economische deel werd bijvoorbeeld voorgelegd bij het Brussels Economisch en Sociaal overlegcomité.Wat de ad hoc overlegmomenten betreft, valt dit in eerste instantie onder de bevoegdheid van mijn collega, staatssecretaris Trachte.


Aan de hand van 4 gemotiveerde beraadslagingen werd in totaal 463,7 miljoen op een provisie geplaatst om ondersteunende maatregelen te kunnen financieren. Via herverdelingen werden deze budgetten verdeeld over diverse basisallocaties. Momenteel is er nog 75,5 mio hiervan beschikbaar op de provisie, waarvan evenwel:

· 1 schijf van 33,7 mio euro als buffer voor aankoop COVID 19 beschermingsmateriaal
· 1 Schijf van 30 mio euro dotatie voor de COCOM


De uitvoering van diverse ondersteuningsmaatregelen loopt ondertussen op zijn einde en in samenspraak met mijn administratie zorg ik voor een strikte monitoring van de uitvoering. Zo heb ik reeds de onbenutte middelen voor de premie van 4.000 euro terug op de provisie geplaatst. Het doel is om de budgettaire verwerking van de provisie zichtbaar te maken in de begrotingsaanpassing 2020.

In eerste lijn is het mijn collega, staatssecretaris Trachte, die de modaliteiten van de proxi-lening uitwerkt. Op 19 juni 2020 werd het bijzondere volmachtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/045 betreffende de Proxi-lening  in tweede en laatste lezing aangenomen en op 16 juli 2020 werd het uitvoeringsbesluit in eerste lezing aangenomen. Het besluit wordt nu aan de Raad van State voorgelegd voor advies. Voor meer duiding over de specifieke modaliteiten verwijs ik u dan ook graag door naar collega Trachte.

De Regering heeft naast de gekende ondersteunende premies en vrijstellingen van belastingen, nog de volgende ondersteuningsmaatregelen voorzien:

- Kassteun aan bedrijven van de getroffen sectoren door de waarborg van het BWF te versterken en een moratorium op de kapitaalaflossingen van de leningen van finance&invest.brussels toe te kennen.

- anticiperen op de vastlegging en de vereffening van de economische-expansiesteun.

- Een lening tegen lagere interestvoet van het type ‘patiëntenkapitaal’ verstrekken aan de kernleveranciers van de horecasector. Het doel van dit leningsmechanisme was om de klantenrekeningen van deze belangrijke leveranciers te ‘financieren’. Deze oplossing heeft tot doel de kasmiddelen van de leveranciers te ontlasten, om hen in staat te stellen een betalingstermijn aan te bieden aan hun klanten van de horecasector in het gewest.

- er is een overdracht geweest van 750.000 euro aan ‘Open up’-kredieten en 750.000 euro aan ‘Rise up’-kredieten (EFRO-middelen) voor het opzetten van micro-kaskredieten van maximaal 15.000 euro voor zelfstandigen, zko’s en structuren van de sociale economie. Deze 1.500.000 euro moet het mogelijk maken om ongeveer 200 zko’s, zelfstandigen en structuren van de sociale economie te ondersteunen.

- Na contacten met verschillende actoren in de microfinanciering (MicroStart, Credal, …) werd beslist om overheidssteun te verlenen aan de actie van deze eerstelijnsorganisaties om leningen met lagere intrestvoet te verstrekken om het werkkapitaal voor de heropleving van de activiteit van micro-ondernemers te herstellen.

- De mogelijkheid werd gecreëerd om tegen verlaagde intrestvoet (0 tot 2%) leningen te verstrekken aan zelfstandigen van werkcoöperaties en ondernemers-werknemers van de gedeelde ondernemingen, via een overeenkomst tussen Finance&Invest enerzijds en de desbetreffende coöperaties en ondernemingen anderzijds. Deze overeenkomst maakt het mogelijk om de leningen tegen verlaagde intrestvoet die Finance&Invest aan de betrokken ondernemers verstrekt, te moduleren, met name door de boekhoudkundige analyse van de coöperaties en de gedeelde ondernemingen aan Finance&Invest over te dragen.

Voor meer info verwijs ik u graag door naar Staatssecretaris Baraba Trachte.