Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de impact van LED-verlichting op het leefmilieu

Indiener(s)
Jonathan de Patoul
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 411)

 
Datum ontvangst: 01/07/2020 Datum publicatie: 16/09/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 15/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
23/07/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Blauwe licht-emitterende diodes (LED's) zijn geleidelijk de belangrijkste bron van kunstlicht in onze samenleving geworden. We treffen ze overal aan en ze zijn goed voor meer dan 80% van de verlichting.

LED-licht heeft niet alleen invloed op onze gezondheid, maar ook op ons leefmilieu. Hoewel de beschikbare onderzoeken vooral handelen over kunstlicht 's nachts in het algemeen en niet over LED’s in het bijzonder, blijkt uit wetenschappelijk onderzoek, ongeacht het onderzochte ecosysteem, dat de mortaliteit van de bestudeerde dier- en plantensoorten stijgt en hun diversiteit daalt in omgevingen die 's nachts worden verlicht, ook met LED-verlichting.

Is Leefmilieu Brussel zich bewust van dat probleem? Welke maatregelen worden getroffen om de lichtvervuiling te beperken en tegelijk de veiligheid van de mensen te garanderen?
 
 
Antwoord    1)
Leefmilieu Brussel is zich uiteraard bewust van dit probleem en werkt er al jaren aan.
In het Rapport over de staat van de natuur van 2012 is dit onderwerp behandeld in het licht van de beschikbare informatie:
“De inventarissen van de infrastructuren voor openbare verlichting buiten beschouwing gelaten, beschikken we over weinig gegevens om de lichtvervuiling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in kaart te brengen. Uit onderstaande nachtelijke foto’s blijkt evenwel dat Brussel en omgeving sterk worden verlicht. Deze verlichting betreft vooral de verkeersaders, de openbare ruimten, de industrie en de logistieke centra, maar ook de gevels van monumenten. […]
In bossen en wouden staat gewoonlijk geen verlichting, zodat het nachtelijke leven er ongestoord zijn gang kan gaan. Naast de open plekken herbergen ook de bosranden een bijzonder grote biodiversiteit. Aangezien ze worden omzoomd door wegen, lijden ze onder het effect van de verlichting van het wegennet. Dit is in Brussel zodanig dicht dat tal van ontwikkelingszones of zelfs centrale zones van het ecologisch netwerk, op zijn minst in de rand, te maken krijgen met dit type van verontreiniging (zie Hoofdstuk III.1).
De meer stedelijke groene ruimten zijn dan weer vaak gelegen in een omgeving met veel kunstlicht, zelfs wanneer hun paden of de vegetatie zelf om esthetische of veiligheidsredenen niet rechtstreeks worden verlicht.”
Daarnaast volgt Leefmilieu Brussel de ontwikkelingen in andere gewesten en in het buitenland via literatuur, symposia en opleidingen.

2)
In de parken die door Leefmilieu Brussel beheerd worden, zijn de optische eenheden uitgerust met lichtroosters om de verlichting te beperken tot enkel de paden. Bovendien worden, om de nachtelijke fauna te bevorderen, bepaalde delen van de Groene Wandeling en bepaalde parken (Mellaerts) bewust niet verlicht tussen 23 uur 's avonds en 6 uur 's morgens. Zonder de nachtverlichting volledig af te schaffen, zijn de hoogte van de armaturen verlagen, de lichtstroom richten op de te verlichten plaatsen, de verlichtingsperiodes aanpassen in functie van de menselijke aanwezigheid, warm licht verkiezen (amberkleurige ledverlichting), enz. maatregelen die de negatieve gevolgen van de verlichting kunnen verminderen.
Recentelijk wordt in Franse publicaties het concept van een ‘zwart raster’ (trame noire, vert.) vermeld als aanvulling op het groene en blauwe raster. Vertaald naar de terminologie die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gebruikt wordt, zou het dus het zwarte netwerk zijn dat het groene en het blauwe netwerk zou aanvullen. Er moet een studie worden opgestart om dit concept voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te verfijnen.
Leefmilieu Brussel informeert het publiek via zijn website over de gevolgen van de lichtvervuiling. De kwestie is het onderwerp van twee infofiches, de ene met een samenvatting van de gevolgen van de lichtvervuiling voor de biodiversiteit en de andere specifiek gericht op technici, architecten, stedenbouwkundigen, planologen en lokale verkozenen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van duurzamere wijken.
Naast deze middelen die permanent beschikbaar zijn op het internet, neemt Leefmilieu Brussel sinds 2011 elk jaar deel aan de ‘Nacht van de Duisternis’, die met name bij het Rood Klooster in Oudergem wordt georganiseerd, met een stand die de aandacht van de burgers vestigt op de gevolgen van de lichtvervuiling voor met name de nachtelijke fauna. Dit jaar zal het evenement helaas niet plaatsvinden vanwege de COVID-19-maatregelen. In de adviezen die Leefmilieu Brussel in het kader van de aflevering van vergunningen verstrekt, wordt de vraag naar de vermindering van de lichtvervuiling bijna systematisch geïntegreerd. In het geval van Natura 2000-gebieden wordt dit aspect ook in aanmerking genomen door de auteurs van de passende beoordelingen. In het kader van de renovatie van de verlichting in de Rood-Kloosterstraat door de gemeente Oudergem, heeft de opdrachthouder het gebruik van amber of rode lampen aanbevolen. Deze ledlampen verbruiken namelijk minder energie en worden door nachtdieren, zoals vleermuizen, niet als een barrière ervaren. Bovendien produceren deze lampen geen UV en trekken ze dus niet veel nachtvlinders aan, die in de buurt van klassieke lampen aan uitputting komen te sterven. Op het gebied van veiligheid maakt dit kleurenpalet een visuele herkenning van personen mogelijk, wat belangrijk is voor het gevoel van veiligheid van de wandelaar. Na deze aanbeveling van het studiebureau hebben de gemeente en Leefmilieu Brussel overleg gepleegd met Sibelga, dat een voorstel heeft gedaan op basis van een technologie die in Nederland bestaat. Deze werf wordt momenteel afgerond. Het is een innovatief voorbeeld in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat het mogelijk maakt de bescherming van de biodiversiteit te combineren met de verlichting die nodig is om de sites veilig te maken. Inmiddels heeft Sibelga een tweede werf uitgevoerd in Watermaal-Bosvoorde.
Dit zijn voorbeelden die moeten worden gevolgd en er wordt nagedacht over de juridische middelen die kunnen worden ingezet om dit soort initiatieven op grotere schaal te stimuleren.